h. Vervolgens heeft [M] (hierna ook "[M]") ge-durende de periode van 11 juni tot en met 31 juli 2003 een onderzoek ingesteld. Zij heeft van haar bevindingen verslag uitgebracht in een rapport, getiteld "Pas-werk en zijn kerntaak" d.d. 21 augustus 2003. Dat rapport bevat onder meer de volgende passages:
"(…)
De oorspronkelijke opdracht om te onderzoeken of en hoe de directieproblematiek kan worden be-handeld is uitgevoerd evenals de bijkomende opdracht naar mogelijke achterliggende oorzaken.
(…)
De problematiek is ontstaan doordat enerzijds de verschillende directieleden onvoldoende beschik-ken over aanvullende kwalificaties en vaardigheden op het gebied van de samenwerking en de communicatie (…)
Hier ligt de kern van de problematiek. Beide aspecten hebben ertoe geleid, dat in de afgelopen pe-riode meningsverschillen binnen de directie over de te volgen strategie manifest zijn geworden, die zij in de huidige samenstelling niet kunnen oplossen. Ondanks hun inzet zijn zij geen hecht team geworden.
(…)
Het advies is om af te zien van begeleiding van de directie. Dat is in feite een gepasseerd station.
(…)
De Directeur Bedrijfsvoering.
(…)
Waarnemingen van de procesmanager op grond van concreet waarneembaar gedrag:
- laat zich kennen als buitengewoon ambitieus waardoor het peters' principle op hem van toe-passing is geworden
- neemt niet zelf verantwoordelijkheid voor zijn gedrag en resultaat
- tast voortdurend zijn positie af vanuit zijn belang, handelt niet transparant, vanuit eigen belang en niet vanuit organisatiebelang
- er is geen assessment beschikbaar voor zijn huidige functie; er is niet gecheckt of hij voldoet aan de criteria volgens de functiewaarderingssystematiek
- stelt als leidinggevende geen strategische kaders, verdedigt zich op vragen van zijn MT
- inspanningsgericht i.p.v. resultaatgericht
- Stuurt hij niet integraal en consistent aan; zijn loyaliteit is niet transparant
- laat geen drive zien om het commerciële aspect van zijn functie waar te maken
Advies: Op grond van bovenstaande kunnen conclusies worden getrokken op het gebied van kennis, vaardigheden, persoonskenmerken en motivatie voor conflictoplossing.
- De directeur (…) Hij heeft onvoldoende overzicht op het geheel. Hij mist een aantal essentiële managementcompetenties (kennis, houding, vaardigheden).
- Dezelfde conclusie geldt ook voor de directeur bedrijfsvoering. Hij is een ambitieuze overle-ver, die zichtbaar zijn competentiegrenzen heeft bereikt. Daarbij geldt voor hem nog een specifieke moeilijkheid dat hij vazallen om zich heen lijkt te hebben verzameld, die hij beïnvloedt. Hiermee laat hij zien geen verbindend, objectiverend manager te zijn. Er zijn medewerkers die hem geen en-kele zwakke kant toeschrijven. Hij mist een aantal concrete leidinggevende vaardigheden en werkt niet transparant maar juist verhullend. Momenteel wordt zichtbaar, dat hij niet in staat is om pro-cessen te beheersen, zowel zakelijk als communicatief.
(…)
Op grond van het in dit hoofdstuk beschrevene is afscheid van Paswerk ook voor beide andere di-recteuren en voor Paswerk en zijn omgeving de beste oplossing.
Overigens is de inschatting dat de directeuren voldoende ervaring en expertise hebben opgebouwd om hun loopbaan in de toekomst een positieve wending te geven.