5. De gronden van de beslissing
5.1 Beslissend voor de beoordeling van het onderhavige geschil is het antwoord op de vraag of het Nova College bij afweging van alle betrokken belangen en mede gelet op de ten deze gevolgde procedure in redelijkheid tot de beslissing tot verwijdering van [eiser] heeft kunnen komen. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningen-rechter dient die vraag bevestigend te worden beantwoord. Daarvoor is het volgende redengevend.
5.2 [eiser] heeft erkend dat hij met zijn moeder en zijn broer heeft gesproken over gegevens betreffende die broer die hij in een bestand van het parket had aangetroffen. Daarmee staat reeds vast dat hij zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Dat het daarbij ging om oude gegevens die al aan zijn moeder en broer bekend waren doet daaraan niet af.
5.3 Wat betreft de door het Nova College gevolgde procedure is het volgende gebleken. Toen het Nova College eind november 2003 werd geconfronteerd met de mededeling van het parket dat de stage van vier leerlingen voortijdig was beëindigd in verband met schending van de geheimhoudingsplicht heeft de school een onderzoek ingesteld waarbij met elk van de vier leerlingen afzonderlijk is gesproken. De vier leerlingen zijn in afwachting van de uitkomst van dat onderzoek geschorst. Op basis van de be-vindingen tijdens het onderzoek is het Nova College tot de conclusie gekomen dat [eiser] degene is geweest die vertrouwelijke gegevens van het parket naar buiten heeft gebracht. In dit geding zijn geen aanknopingspunten naar voren gekomen op grond waarvan zou moeten worden aangenomen dat die conclusie niet gerechtvaar-digd was. Vervolgens heeft het Nova College [eiser] mondeling op 5 december 2003 en bij brief van 8 december 2003 op de hoogte gesteld van het voornemen hem van de opleiding te verwijderen. Nadat mr. Lagerveld bij bezwaarschrift van 11 de-cember 2003 het standpunt van [eiser] had kenbaar gemaakt, heeft het Nova Col-lege bij brieven van 17 december 2003 afwijzend beslist op het bezwaar en [eiser] medegedeeld dat hij definitief van de school verwijderd werd.
Gelet op de hiervoor beschreven gang van zaken kan niet worden volgehouden dat het Nova College een onzorgvuldige procedure heeft gevolgd.
5.4 Dat de verklaringen die in het kader van het onderzoek zijn afgelegd of de verslagen die daarvan zijn opgemaakt niet in het geding zijn gebracht kan niet aan het Nova College worden tegengeworpen. Het Nova College heeft daaromtrent aangevoerd, dat zij van overlegging van die stukken heeft afgezien uit privacy-overwegingen en om de betrokken leerlingen tegen elkaar te beschermen. Die reden wordt in de gegeven om-standigheden valide geacht.
5.5 [eiser] verwijt het Nova College dat de schoolleiding een aantal incidenten die zich eerder in zijn schoolloopbaan hebben voorgedaan een rol heeft laten spelen bij het besluit tot verwijdering en hij betwist de door het Nova College gestelde gang van zaken bij die incidenten. Wat daarvan zij, vast staat dat [eiser] gedurende zijn loopbaan op het Nova College bij herhaling is aangesproken op zijn gedrag. Tegen die achtergrond is niet onbegrijpelijk dat het Nova College in die voorgeschiedenis geen aanleiding heeft gezien om naar aanleiding van de gebeurtenissen op de stageplaats niet het zwaarste middel te hanteren.
5.6 De slotsom van het voorgaande is dat het Nova College in redelijkheid heeft kunnen besluiten [eiser] van de opleiding te verwijderen.
5.7 Een afweging van de wederzijdse belangen leidt niet tot een ander oordeel. Het belang van het Nova College is in dit geval nauw verweven met het belang van het parket dat de stageplaatsen heeft aangeboden. Dat het parket belang heeft bij strikte handhaving van de aan de stagiaires opgelegde geheimhoudingplicht is evident. Niet voor niets worden de stagiaires daar bij de aanvang van de stages uitdrukkelijk op gewezen en wordt hun een geheimhoudingsverklaring ter ondertekening voorgelegd. Voor het No-va College is het belangrijk een goede relatie met het parket te onderhouden om de leerlingen ook in toekomst stageplaatsen bij het parket te kunnen blijven aanbieden. In dat licht heeft het Nova College een wezenlijk belang bij instandhouding van de je-gens [eiser] getroffen maatregel. Niet denkbeeldig is immers dat de relatie met het parket onder druk kan komen te staan, indien het onderhavige incident tot minder ver-strekkende gevolgen zou leiden.
5.8 Dat [eiser] er belang bij heeft zijn opleiding af te ronden is duidelijk. Hij is daarvoor echter niet uitsluitend op het Nova College aangewezen. De mogelijkheid bestaat immers om zijn opleiding aan een andere instelling te vervolgen. Ter terecht-zitting heeft het Nova College zich in beginsel bereid verklaard om bij het vinden van een andere school te bemiddelen. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat die be-reidheid ook na de uitkomst van deze procedure blijft bestaan.
5.9 Tegen die achtergrond moet het belang van het Nova College zwaarder wegen dan dat van [eiser].
5.10 Al het voorgaande voert ertoe dat de gevraagde voorzieningen zullen worden geweigerd. [eiser] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding.