ECLI:NL:RBHAA:2004:AO5991
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening
- F.F.W. Brouwer
- Rechtspraak.nl
Definitieve verwijdering van een leerling van de basisschool wegens belemmerend gedrag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 18 maart 2004 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot de definitieve verwijdering van een leerling, hier aangeduid als [zoon], van de Openbare Basisschool 'De Stolp' te Purmerend. De school had aangegeven dat het gedrag van [zoon] een belemmerend effect had op de onderwijsactiviteiten, wat leidde tot de conclusie dat hij beter af zou zijn op een school voor kinderen met ernstige spraak- en taalproblemen. De ouders van [zoon] waren het niet eens met deze beslissing en stelden dat hij recht had op regulier basisonderwijs, eventueel met ambulante begeleiding.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen gekeken naar de relevante wetgeving, met name artikel 40 van de Wet op het primair onderwijs (WPO), dat de bevoegdheid tot toelating en verwijdering van leerlingen bij het bevoegd gezag legt. De rechter concludeerde dat de school en het bevoegd gezag voldoende hebben aangetoond dat het gedrag van [zoon] een belemmering vormde voor het onderwijs aan andere leerlingen. De ouders voerden aan dat er misbruik van bevoegdheid was gepleegd, maar de rechter oordeelde dat dit niet het geval was, gezien de onderbouwing van de school en het Zorgplatform Waterland, dat had geadviseerd om [zoon] naar speciaal basisonderwijs te verwijzen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding was om te veronderstellen dat het besluit tot verwijdering niet in stand zou blijven bij de beoordeling van het bezwaar. De uitspraak benadrukt het belang van de belangenafweging tussen de leerling en de onderwijsinstelling, en bevestigt dat de school de juiste procedures heeft gevolgd in het nemen van haar beslissing.