ECLI:NL:RBHAA:2004:AO7305

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
8 april 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
100372 - KG ZA 04-111
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot rectificatie van een artikel in het Vietnam-magazine

In deze zaak vorderde de eiser, die concerten organiseert met Vietnamese muzikanten, rectificatie van een artikel in het Vietnam Magazine. De eiser stelde dat het artikel, geschreven door de gedaagde, hem in zijn eer en goede naam had aangetast door te suggereren dat hij communistische ideeën aanhing en contacten had met het communistische regime van Vietnam. De eiser vorderde dat de gedaagde zou worden verplicht om een rectificatie te plaatsen in zowel het Nederlands als het Vietnamees, en eiste ook een schadevergoeding van € 5.000,-. De gedaagde, hoofdredacteur van het Vietnam Magazine, voerde verweer en betwistte de beschuldigingen van de eiser. Tijdens de zitting op 2 april 2004 werd het debat gevoerd en vroegen beide partijen om vonnis. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrijheid van meningsuiting van de gedaagde zwaarder woog dan het recht van de eiser op eer en goede naam. De rechter concludeerde dat de gedaagde niet onterecht had gehandeld en wees de vordering van de eiser af. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op € 944,36 werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 8 april 2004.

Uitspraak

Zaaknummer: 100372/KG ZA 04-111
Vonnisdatum: 8 april 2004 (Bij vervroeging)
713
RECHTBANK TE HAARLEM,
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eisende partij,
procureur mr. R.F. Groos,
advocaat mr. E.J.P. Nolet te 's-Gravenhage,
-- tegen --
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij,
advocaat mr. D.J. Straathof te Amsterdam.
1. Het verloop van het geding
1.1 Ter terechtzitting van 2 april 2004 heeft [eiser] overeenkomstig de dagvaarding gesteld en overeenkomstig die dagvaarding alsmede de in de pleitnotitie opgenomen eisvermeerdering gevorderd als hierna onder 3. weergegeven. [eiser] heeft die vordering toegelicht aan de hand van overgelegde pleitnotities. [gedaagde] heeft tegen deze vordering verweer gevoerd aan de hand van overgelegde pleitnotities.
1.2 Na verder debat in tweede termijn hebben partijen vonnis gevraagd. De uitspraak daarvan is bepaald op 16 april 2004 of zoveel eerder als mogelijk.
2. De vaststaande feiten
2.1 In dit geding wordt van het volgende uitgegaan:
a. [eiser] organiseert (naast zijn studie) concerten met optredens van Vietname-se (pop)muzikanten. Deze musici treden met toestemming van de Vietnamese re-gering op in het buitenland.
b. [gedaagde] is hoofdredacteur van het Vietnam Magazine en voorzittter van de Associatie van Vietnamese Vluchtelingen in Nederland (hierna aangeduid als: de AVVN).
c. Op 10 oktober 2003 vond er een door [eiser] georganiseerd concert plaats in Rijswijk (ZH).
d. Leden van de AVVN hebben tegen het concert gedemonstreerd.
e. In het Vietnam Magazine van oktober 2003 is een artikel gepubliceerd over de demonstratie. In de (beëdigde) vertaling van het artikel komt onder meer het vol-gende voor:
(…) Zij gebruiken de sociaal culturele activiteiten om de aanwezigheid van de Viet Cong in het buitenland te normaliseren. Dit Viet Cong muziekprogramma werd door [eiser] geor-ganiseerd. Hij heeft in de afgelopen jaren al enkele Viet Cong muziekprogramma's georgani-seerd. De leden van het vorige bestuur hebben in het verleden met [eiser] gesproken om hem erop te wijzen dat hij beter niet de Viet Cong gaat helpen om geld te verdienen. Hij heeft hen verteld dat hij in een vrij land is geoorloofd om geld te verdienen. Daarom heeft het be-stuur dit keer besloten hem niet meer te overtuigen.
f. In het Vietnam Magazine van december 2003 is een schrijven van de raadsman van [eiser], waarin [gedaagde] werd gesommeerd tot rectificatie, ge-publiceerd.
g. In dezelfde editie is [gedaagde] in een column met de titel "De opinie" op de kwestie ingegaan.
h. [eiser] heeft tijdens de kerstdagen van 2003 nog een concert georganiseerd. [gedaagde] heeft de Vietnamese gemeenschap opgeroepen om ook tegen dit concert te demonstreren.
3. De vordering en de grondslag daarvan
3.1 [eiser] vordert, zakelijk weergegeven, dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. [gedaagde] zal bevelen om binnen één maand na heden in het eerstvolgende Vietnam Magazine de navolgende rectificatie te plaatsen in zowel de Nederlandse als de Vietnamese taal:
De redactie van Vietnam Magazine biedt hierbij uitdrukkelijk haar excuses aan aan [eiser] nu in diverse artikelen in het Vietnam Magazine als op de Website een verband wordt gebracht tussen hem en het communisme, terwijl dit niet is gebaseerd op de juiste feiten. De redactie heeft derhalve [eiser] ten onrechte beticht van het zijn van communist en hand-langer van de communisten. Ook heeft de redactie ten onrechte verband gebracht tussen het communisme en de door [eiser] georganiseerde concerten. Die concerten hebben immers met politiek niets van doen maar staan volledig in het teken van de overdracht van de Vietna-mese cultuur in de ruimste zin des woords. De redactie van Vietnam Magazine neemt het vo-renstaande zo serieus dat zij ook onmiddellijk zal overgaan tot betaling aan [eiser] van de immateriële schadevergoeding, zoals door de Voorzieningenrechter beslist.
Het vorenstaande onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag dat [gedaagde] nalatig blijft aan het bevel gevolg te geven.
2. [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van een voorschot op de immateri-ële schadevergoeding ten bedrage van € 5.000,-, althans een zodanige bedrag als de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren.
3. [gedaagde] zal bevelen zich in het vervolg te onthouden van negatieve uit-latingen over [eiser] in het kader van de door hem te organiseren concerten voor zover er een verband wordt gelegd met het communisme c.q. communisten.
4. [gedaagde] zal veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2 [eiser] legt aan zijn vordering (onder meer) ten grondslag dat hij door een publicatie van [gedaagde] in het Vietnam Magazine in zijn eer en naam is aangetast. In bedoeld artikel wordt -zonder enige kennis van feiten, zonder deugdelijk onderzoek en zonder dat wederhoor heeft plaatsgevonden- gesuggereerd dat [eiser] communistische ideeën heeft en contacten onderhoudt met communisten. Voor een Vietnamees is dit een ernstige beschuldiging. Een zodanige beschuldiging heeft verstrekkende gevolgen voor het functioneren van [eiser] en zijn familie in de Vietnamese gemeenschap in Nederland. Voorts worden [eiser] en zijn familie -ook via de website van Vietnam Magazine- uitgemaakt voor verrotte vis.
4. Het verweer en de slotsom daarvan
[gedaagde] heeft tegen de vordering gemotiveerd verweer gevoerd en gecon-cludeerd tot afwijzing daarvan met veroordeling van [eiser] in de kosten van het geding. Op dit verweer zal, voor zover van belang, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
5. De gronden van de beslissing
5.1 Vooropgesteld wordt dat aan [gedaagde] in beginsel vrijheid van meningsui-ting toekomt. Derhalve dient in een geval als het onderhavige te worden bezien of -alle omstandigheden in aanmerking nemend- het aan [eiser] toekomend recht op eer en goede naam zwaarder dient te wegen dan het aan [gedaagde] toekomende recht op vrijheid van meningsuiting.
5.2 [gedaagde] heeft ter gelegenheid van de zitting uitdrukkelijk betwist dat de door [eiser] beschreven uitingen zijn gedaan over hem en zijn familie. Op de vraag van de voorzieningenrechter op welke passages [eiser] nu precies doelt, heeft zijn raadsman met name gewezen op de onder 2.1 sub e bedoelde passages. Ver-der heeft hij op enige passages gewezen in een paar overgelegde artikelen. Vanwege de zeer gebrekkige Nederlandse vertaling zijn deze passages bijkans onbegrijpelijk, maar de strekking is volgens de raadsman dat [eiser] contacten zou onderhouden met het communistische regime van Vietnam.
5.3 De voorzieningenrechter kan in de bedoelde passages niet lezen hetgeen daarover in de dagvaarding is gesteld. Wel valt in de artikelen te lezen dat aan [eiser] het verwijt wordt gemaakt dat hij door artiesten te engageren die door het Vietnamese bewind worden gesteund, zich met dat - door [gedaagde] kennelijk verfoeide - regime wil associeren althans dat hij zich daarvan onvoldoende distantieert.
Voor zover [eiser] zich daardoor gegriefd voelt, moeten de uitlatingen worden gezien tegen de achtergrond het publiek debat zoals dit in de internationale Vietname-se gemeenschap buiten Vietnam wordt gevoerd en waarvan blijkt uit de door partijen overgelegde stukken. In dit debat staan de meningen tegenover elkaar van met name de oudere generatie bootvluchtelingen en de jongere generatie, die in westerse sa-menlevingen is opgegroeid. De laatste groep, waartoe [eiser] kennelijk behoort, heeft oog voor de democratische ontwikkelingen in hun geboorteland en is geïnteres-seerd in de cultuur zonder daar een politiek statement aan te verbinden, terwijl de ou-dere generatie -waaronder [gedaagde]- de onderdrukking en armoede van de bevolking van Vietnam aan de orde wil (blijven) stellen en elk contact met het regime afkeurt, ook als dat slechts bestaat in het laten optreden van Vietnamese popmusici.
5.4 Het ligt niet op de weg van de (voorzieningen)rechter om een uitspraak te doen over de hier bedoelde politieke kwestie of de wijze waarop partijen hiermee om dienen te gaan. Vast staat dat [eiser] mede omdat hij inkomsten met de organisatie daarvan genereert, ondanks de protesten van de AVVN heeft besloten om door te gaan met de concerten van -met toestemming van de Vietnamese regering- optredende muzikan-ten. Dat de tegenstanders van deze concerten, zoals de AVVN en haar voorzitter [gedaagde], deze concerten met felheid willen bestrijden door bijvoorbeeld het organiseren van demonstraties en het schrijven van columns/artikelen is ongebrui-kelijk noch onaanvaardbaar in een politieke kwestie als deze. Immers, het recht op vrijheid van meningsuiting beschermt in beginsel ook meningen waaraan anderen aan-stoot kunnen nemen of waardoor anderen worden geschokt. Gelijk [eiser] in de gelegenheid is om in Nederland deze concerten te organiseren, zo komt aan [gedaagde] het recht toe om hier tegen te ageren. Daarbij behoren uiteraard zekere grenzen in acht te worden genomen, maar [eiser] heeft niet aannemelijk gemaakt dat die zijn overschreden. In het licht van het hierboven geschetste complex van feiten en omstandigheden gaat het beroep van [gedaagde] op de vrijheid van me-ningsuiting daarom op.
5.5 [eiser] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten.
6. De beslissing
De voorzieningenrechter:
6.1 Wijst de vordering af.
6.2 Veroordeelt [eiser] in de kosten van dit geding, tot op de uitspraak van dit vonnis aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 241,- aan verschotten en € 703,36 aan salaris voor de procureur.
6.3 Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.S. Röell, voorzieningenrechter van deze rechtbank, en in het openbaar uitgesproken ter terechtzitting van 8 april 2004, in tegenwoordig-heid van de griffier.