ECLI:NL:RBHAA:2004:AO9112
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Vordering tot affinanciering van pensioen na ontbinding arbeidsovereenkomst
In deze zaak vorderde eiser, vertegenwoordigd door gemachtigde H. Terhoeven, dat de gedaagde, de Nederlandse Unie van Optiebedrijven (Nuvo), zou overgaan tot affinanciering van de pensioenverzekering bij Zurich Leven N.V. na de ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst was ontbonden per 16 november 2000, met een ontbindingsvergoeding van ƒ215.000,00 bruto. Eiser stelde dat Nuvo niet correct was overgegaan tot de affinanciering van zijn pensioen, en vorderde een bedrag van €45.951,00 netto aan de pensioenverzekeraar, alsook buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.
Nuvo verweerde zich door te stellen dat de pensioenschade was inbegrepen in de ontbindingsvergoeding, omdat deze schade niet was ontstaan tijdens de dienstbetrekking en enkel het gevolg was van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de verplichting tot affinanciering pas ontstaat bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst, en dat de aanspraak van eiser verband hield met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter concludeerde dat de pensioenschade geacht moest worden in de ontbindingsvergoeding te zijn begrepen.
Uiteindelijk wees de kantonrechter de vordering van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten, die aan de zijde van Nuvo waren begroot op €1.090,00 aan salaris voor de gemachtigde. De uitspraak vond plaats op 7 april 2004, en werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter in aanwezigheid van de griffier.