5. De gronden van de beslissing
5.1 Uitgangspunt in de onderhavige zaak dient te zijn dat de door Paulowna ingestelde vordering als misbruik van bevoegdheid gekwalificeerd moet worden als zij geen spoedeisend belang heeft bij de ontruiming en daardoor de wezenlijke belangen van de krakers worden geschaad, zodat de wederzijdse belangen dienen te worden afge-wogen.
5.2 Bij gelegenheid van de descente heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat het pand een zeer groot complex betreft, dat uit diverse -functioneel verschillende- ge-deeltes bestaat. Naast de ruimte die gehuurd is door Promotion Partners en Gejo Han-delsonderneming, is er een gedeelte waar voorheen de op-en overslag plaatsvond, een gedeelte waar voorheen de productie van mengvoeder plaatsvond (waaronder een ho-ge ruimte met ‘zogenaamde’ waterstraten, een op de eerste verdieping gelegen ge-deelte, uit meerdere ruimten bestaand, dat voorheen als kantoorruimte werd gebruikt) en een gedeelte waar voorheen de technische dienst zat en waar compressoren en ag-gregaten geplaatst waren (op dit moment staat hier nog een ketel).
5.3 Paulowna stelt dat het pand, naast het gebruik door anderen zoals vermeld bij punt 2.1 onder c, op onregelmatige basis ook door haar zelf wordt gebruikt voor de op-en over-slag van graan. Daartoe heeft zij aangevoerd dat de behoefte aan opslag afhankelijk is van de ontwikkelingen op de nationale graanmarkt en dat op korte termijn te ver-wachten valt dat zij tarwe (eind van de deze zomer) en maïs (september a.s.) in de si-lo’s van het pand zal moeten opslaan. De daartoe benodigde technische installatie is op dit moment weliswaar niet gebruiksklaar, maar deze kan binnen een week gerepa-reerd en gebruiksklaar gemaakt worden. Daarnaast stelt Paulowna dat het pand ge-bruikt wordt voor de stalling van een antieke vrachtwagen.
5.4 De krakers erkennen dat een gedeelte van het pand wordt gebruikt door Promotions Partners en Gejo Handelsondermening en dat het dak van een gedeelte van het pand wordt gebruikt door Orange, maar stellen daar geen last van te hebben omdat er vol-doende ruimte overblijft voor gebruik door hen. Zij betwisten dat het pand gebruikt wordt voor de stalling van een antieke vrachtwagen. Daarnaast betwisten zij dat Paulowna het pand gebruikt voor op-en overslag van veevoeders. Zij voeren daartoe aan dat de huidige staat van het pand en de daarin aanwezige apparatuur hiertoe niet de mogelijkheid beidt en dat de technische installatie, nodig voor de op-en overslag van veevoeder, niet op een dergelijke korte termijn gebruiksklaar gemaakt kan worden maar dat hiermee minstens enkele maanden gemoeid zijn.
5.5 Los van het antwoord op de vraag of Paulowna zelf (een gedeelte van) het pand in gebruik heeft of op korte termijn zal krijgen en of er in het pand bij tijd en wijle een antieke vrachtwagen wordt gestald, is de voorzieningenrechter van oordeel dat dit ge-bruik, gelet op de omvang van het pand, medegebruik door de krakers in een ander gedeelte van het pand niet uitsluit. De voorzieningenrechter is echter niettemin van oordeel dat de belangen van Paulowna bij ontruiming zwaarder wegen dan de belan-gen van de krakers om het pand te blijven gebruiken. Daartoe wordt als volgt overwo-gen.
5.6 Het belang van de krakers om het pand te blijven gebruiken is wezenlijk, nu algemeen bekend is dat het voor kunstacademiestudenten zeer moeilijk is om een ruimte te vin-den waarin het mogelijk is om (grote) kunstobjecten te vervaardigen en te exposeren en waarin tevens genoeg ruimte is om te wonen.
5.7 Daartegenover staan echter zwaarwegende belangen van Paulowna. Ten eerste heeft Paulowna groot belang bij het behouden van verzekeringsdekking voor het pand. Uit de brief van haar verzekeraar d.d. 8 juli 2004 (a.w. sub 2.1.i) blijkt dat deze voorne-mens is per 29 juli 2004, als het pand dan nog steeds gekraakt is, de dekking te beëin-digen en dat in ieder geval vier andere verzekeraars negatief hebben gereageerd op het verzoek om in de huidige situatie dekking op het pand te verlenen. De verzekeraar heeft haar voornemen om de dekking te beëindigen in haar brief d.d. 12 juli 2004 (zie punt 2.1 onder j) nogmaals bevestigd. In het algemeen kan gesteld worden dat het mo-gelijk is om een polis -bij gewijzigd gebruik- te wijzigen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft Paulowna echter voldoende aannemelijk gemaakt, dat die mogelijkheden er in dit geval niet zijn. Niet betwist is dat Pauwlowna bij het behoud van die dekking belang heeft.
5.8 Voorts heeft de brandweer, bij monde van [M], bij gelegenheid van de descente te kennen gegeven dat zij negatief staan ten opzichte van het door de krakers voorge-stane gebruik van het pand. Zij heeft daartoe aangevoerd dat het pand thans in zeer slechte staat verkeert. Met betrekking tot de verschillende vormen van gebruik, zoals door de krakers beoogd (wonen, werken en exposeren), ontbreken een groot aantal vereiste veiligheidsvoorzieningen, die weliswaar zijn te realiseren, maar die veel in-spanningen en financiële investeringen vergen. De krakers stellen dat zij hiervan op de hoogte te zijn, maar dat zij -in overleg met de brandweer- voornemens zijn zo snel mogelijk een aantal veiligheidsmaatregelen (zoals het plaatsen van compartimenten in het gedeelte van de ‘zogenaamde’ waterstraten) te realiseren. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het voornemen van de krakers om aan de door de brandweer bedoelde eisen te voldoen, mede gelet op hun beperkte financiële middelen, de enor-me omvang van het pand en het tijdelijke karakter dat een kraaksituatie in zich draagt, niet erg realistisch.
5.9 Voorts is –mede gelet op het bepaalde in art 557 lid2 Rv.- in het kader van afweging van belangen een relevante omstandigheid dat de gemeente sterk negatief staat tegen-over het door de krakers voorgestane gebruik van het pand, ook wanneer dit op tijde-lijke basis zou plaatsvinden. Uit de brief van het college van B&W van de gemeente d.d. 6 juni 2004 (zie punt 2.1 onder g) blijkt dat het college aanleiding ziet om ontrui-ming bij bestuursdwang aan te zeggen, omdat in het pand sprake is van “een brandge-vaarlijke situatie met betrekking tot de verspreiding en het ontstaan van brand, de aanwezigheid van vluchtroutes en de beperkingen en ontstaan en verspreiding van rook.” Uit de brief van [L] d.d. 12 juli 2004 (zie punt 2.1 onder h) blijkt dat het door de krakers beoogde gebruik van het pand (wonen, werken en exposeren) niet past in het recent vastgestelde bestemmingsplan en dat [L] in zijn hoedanigheid van hoofd van de frontoffice Bouwen, Wonen en Bedrijven, in een eventueel door de kra-kers op te starten vrijstellingsprocedure, een negatief advies aan het college van B&W zal uitbrengen ten aanzien van het door de krakers voorgestane gebruik. Bij gelegen-heid van de descente heeft [L] bevestigd dat dit nog steeds het standpunt van de gemeente is. Daaraan doet niet af dat enkele gemeenteraadslieden, die eveneens bij de descente aanwezig waren, een ander standpunt naar voren brachten. Immers, het be-stemmingsplan is recentelijk (in 2001) vastgesteld. Het is niet erg aannemelijk dat een afwijkend standpunt bij de gemeenteraad, nog daargelaten de omstandigheid dat er bij de descente slechts drie raadsleden van kleine fracties aanwezig waren en het stand-punt van de gemeenteraad als zodanig niet is komen vast te staan, op korte termijn tot een ander beleid zal leiden.
5.10 Ook het standpunt van het wijkoverleg Wormerveer, dat -zoals verwoord door [T]- erop neer komt dat zij, in verband met de gevaarlijke toestanden die in het pand worden veroorzaakt door rondhangende jongeren, graag ziet dat het pand be-woond dan wel gebruikt wordt, kan er niet toe bijdragen dat de zwaarwegende belan-gen van Paulowna moeten wijken voor de belangen van de krakers. Immers, niet is komen vast te staan dat bewoning dan wel gebruik van het pand door de krakers het bestaan van die gevaarlijke toestanden zal uitsluiten.
5.11 Het vorenoverwogene leidt ertoe dat de vordering zal worden toegewezen met dien verstande dat de krakers een redelijke termijn gegund zal worden het pand te ontrui-men en te verlaten.
5.12 De krakers zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
6. De beslissing
De voorzieningenrechter:
6.1 Veroordeelt de krakers om uiterlijk op 28 juli 2004 het pand aan de Noorddijk 100 te Wormerveer met al het hunnen en de hunnen, alsmede alle andere overige zich daar bevindende personen, te ontruimen en te verlaten onder afgifte van de sleutels en het pand ter vrije en algehele beschikking van Paulowna te stellen.
6.2 Machtigt Paulowna om de krakers en de overige personen in geval van weigering of nalatigheid tot die ontruiming te noodzaken, desnoods met behulp van de sterke arm.
6.3 Bepaalt dat dit vonnis tot twaalf maanden na de dag waartegen deze ontruiming is geëffectueerd ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die ten tijde van de ten-uitvoerlegging zich in het pand bevindt of daar binnentreedt en telkens waanneer zich dat voordoet.
6.4 Veroordeelt de krakers in de kosten van dit geding, tot aan de uitspraak van dit vonnis aan de zijde van Paulowna begroot op € 311,40 aan verschotten en € 703,- aan procu-reurssalaris.
6.5 Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.