ECLI:NL:RBHAA:2004:AQ9885

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
26 april 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
233178
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens wijziging van omstandigheden in een internationale context

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 26 april 2004 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De verzoeker, wonende in Duitsland, heeft het verzoek ingediend op 22 maart 2004, waarbij hij primair ontbinding vroeg wegens dringende redenen en subsidiair wegens wijziging van omstandigheden. De verzoeker stelde dat de verweerder, die feitelijk in Nederland woonde, herhaaldelijk afspraken had geschonden, hem de toegang tot het zeiljacht had geweigerd en hem had bedreigd. Dit leidde tot de conclusie dat de verhouding tussen partijen onherstelbaar verstoord was.

De verweerder heeft verweer gevoerd en betwistte de beschuldigingen. Hij maakte aanspraak op een vergoeding van € 20.128,50 netto in het geval het verzoek zou worden toegewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst op 1 juni 2002 was aangegaan en dat de laatstgenoten vergoeding € 2.130,- per maand bedroeg, inclusief kost en inwoning op het zeiljacht.

Tijdens de zitting op 21 april 2004 heeft de verzoeker zijn verzoek gewijzigd en de primaire grondslag ingetrokken. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de omstandigheden zodanig waren dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was. De rechter heeft echter ook overwogen dat het moment van beëindiging van de overeenkomst zich toevallig in de Nederlandse rechtssfeer afspeelde, wat betekent dat partijen niet de gevolgen van de Nederlandse wetgeving in hun onderhandelingen hadden betrokken. Daarom heeft de kantonrechter besloten om geen vergoeding aan de verweerder toe te kennen. De beschikking is gegeven door mr. J.S.A.M. Schokkenbroek, kantonrechter te Zaandam, en is in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
SECTOR KANTON, LOCATIE ZAANDAM
Beschikking in de zaak van:
[verzoeker], wonende te [woonplaats] (Duitsland)
verder ook te noemen [adres],
verzoekende partij,
gemachtigde: Mr B. Gabriel
tegen:
[verweerder], zonder officiële woonplaats in Nederland , feitelijke wonende te [plaats],
verder ook te noemen [verweerder],
verwerende partij,
gemachtigde: Mr J.B. de Jong,
Verloop van de procedure
[adres] heeft op 22 maart 2004 een verzoekschrift ingediend.
[verweerder] heeft een verweerschrift ingediend.
Het verzoek is ter zitting van 21 april 2004 behandeld .
Hierna is uitspraak bepaald.
Motivering
1.
[adres] verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst primair wegens dringende reden subsidiair wegens wijziging van omstandigheden. Ter toelichting op het verzoek heeft [adres] gesteld dat [verweerder] bij herhaling diverse tussen partijen gemaakte afspraken heeft geschonden (o.a. ontvangst van bezoek aan boord ook gedurende de nacht, gebruik maken van de kajuit van [adres], overmatig gebruik van alcohol), hem als eigenaar en werkgever de toegang heeft geweigerd en hem heeft bedreigd. Deze handelwijze van [verweerder] levert een dringende reden op, althans een zodanige wijziging van omstandigheden dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens wijziging van omstandigheden gerechtvaardigd is. Het betreft een voorwaardelijke verzoek: voor het geval het Nederlandse recht van toepassing is, voor het geval de verhouding tussen partijen is aan te merken als een arbeidsovereenkomst alsmede voor het geval de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig op 3 oktober 2003, 10 februari 2004 danwel 5 maart 2004 is beëindigd.
2.
[verweerder] voert verweer. Hij betwist de hem gemaakte verwijten. In geval van toewijzing van het verzoek maakt hij aanspraak op een vergoeding van € 20.128,50 netto (C=3)
3.
De volgende feiten zijn komen vast te staan omdat deze zijn erkend, dan wel omdat deze niet, althans onvoldoende, zijn betwist.
[verweerder] (geboortedatum 3 augustus 1958) is op 1 juni 2002 in dienst van [adres] getreden. Hij is werkzaam in de functie van schipper/bootsman. De laatstgenoten vergoeding (aldus [adres]), althans laatstgenoten loon (aldus [verweerder]) bedraagt € 2.130,- per maand alsmede kost en inwoning op het aan [adres] in eigendom toebehorende zeiljacht [naam zeiljacht]. Partijen zijn in Duitsland overeengekomen dat [verweerder] mee zou varen op een nader door [adres] in te vullen reis. Het jacht bleek niet aan de eisen van [adres] te voldoen: [adres] is al geruime tijd verwikkeld in een procedure met de in Nederland gevestigde bouwer van het jacht. Dat is de reden dat het jacht sedert (tenminste) juni 2002 in een Nederlandse haven (te [plaats]) ligt en de reisplannen (nog) niet tot uitvoering zijn gebracht. [verweerder] bewaakt en verzorgt het jacht. Hij woont op het jacht. Tussen partijen hebben zich diverse incidenten voorgedaan die inmiddels flink zijn geëscaleerd. [verweerder] heeft [adres] gedaagd in een kort geding procedure (loonvordering). [verweerder] heeft [adres] geweigerd toe te laten tot het jacht waarna [adres] de bemiddeling van de politie heeft ingeroepen.
4.
Ter zitting heeft [adres] het verzoek gewijzigd; de primaire grondslag is ingetrokken. Uit hetgeen partijen ter zitting hebben gesteld heeft de kantonrechter de overtuiging gekregen dat de verhouding tussen partijen onherstelbaar verstoord is geraakt en een vruchtbare samenwerking in de toekomst uitgesloten is. Dit rechtvaardigt een toewijzing van het verzoek.
5.
Met betrekking tot de vergoeding overweegt de kantonrechter het volgende. Het betreft hier een zeer bijzondere situatie. Het is volstrekt toevallig dat het moment van beëindiging van de overeenkomst zich afspeelt in de Nederlandse rechtssfeer. Dat betekent dat partijen bij het aangaan van de overeenkomst niet de gevolgen die de Nederlandse wetgeving in hun onderhandelingen hebben betrokken. Partijen hebben ter zitting bevestigd dat zij voor wat betreft de beëindiging van de relatie voor ogen hadden dat wanneer één van beide partijen de overeenkomst wilde beëindigen dit op korte termijn en zonder vergoeding zou worden gerealiseerd. Onder deze omstandigheden ziet de kantonrechter geen aanleiding om [verweerder] een vergoeding toe te kennen.
Beslissing
De kantonrechter:
ontbindt de arbeidsovereenkomst wegens wijziging van omstandigheden voorwaardelijk met ingang van 1 mei 2004;
compenseert de kosten;
Deze beschikking is gegeven door mr. J.S.A.M. Schokkenbroek, kantonrechter te Zaandam, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 26 april 2004.