ECLI:NL:RBHAA:2004:AR3649
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Goossens
- A. Toeter
- J. van Zutphen
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in strafzaak met betrekking tot MDMA en MDEA
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Haarlem op 27 september 2004 uitspraak gedaan over de bevoegdheid tot kennisneming van de aan de verdachte ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tenlastelegging betrekking heeft op feiten die zich hebben voorgedaan in het arrondissement Amsterdam. De verdachte, die geen GBA-adres in Nederland heeft, verblijft in Amsterdam. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen aanknopingspunten zijn voor haar bevoegdheid, aangezien de verdachte niet in Haarlem verbleef ten tijde van de aanvang van de vervolging en er geen andere vervolging in Haarlem tegen de verdachte aanhangig was. De rechtbank heeft de dagvaarding geldig bevonden, maar heeft zich onbevoegd verklaard om de zaak te behandelen. De beslissing is genomen in het kader van de voorlopige hechtenis, waarbij de rechtbank heeft bepaald dat deze nog zes dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis van kracht blijft. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.