ECLI:NL:RBHAA:2004:AR6700
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Geschil over agentuurovereenkomst en vorderingen tot schadevergoeding
In deze zaak, die voor de Rechtbank Haarlem is behandeld, betreft het een geschil tussen Kojen Enerji ve Otomasyon Sistemleri Sanayi Ticaret Limited Şirketi (hierna: Kojen) en ABB B.V. en ABB Zantingh Energiesystemen B.V. (hierna: ABB). Kojen, een vennootschap naar Turks recht, heeft vorderingen ingesteld tegen ABB wegens vermeende tekortkomingen in de nakoming van een agentuurovereenkomst. De vorderingen omvatten onder andere schadevergoeding voor het onterecht verbod op het gebruik van het logo van ABB, alsook vorderingen tot betaling van provisies en andere bedragen die Kojen meent te vorderen van ABB.
De kantonrechter heeft in zijn vonnis van 1 december 2004 geoordeeld dat de vorderingen van Kojen grotendeels zijn afgewezen. De rechter oordeelde dat Kojen onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de schade die zij zou hebben geleden door het verbod op het gebruik van het logo. Ook de vorderingen tot betaling van provisies zijn afgewezen, omdat Kojen niet had aangetoond dat de berekeningen op de juiste wijze waren gemaakt. De kantonrechter heeft wel een aantal vorderingen toegewezen, waaronder een bedrag van €11.600,00 aan Kojen, te vermeerderen met wettelijke rente.
In reconventie heeft ABB gevorderd dat Kojen schadeplichtig is, maar deze vordering is eveneens afgewezen. De rechter oordeelde dat ABB niet voldoende had aangetoond dat Kojen tekort was geschoten in haar verplichtingen onder de agentuurovereenkomst. De proceskosten zijn voor rekening van Kojen, die grotendeels in het ongelijk is gesteld. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.