ECLI:NL:RBHAA:2004:AR6982
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Gerechtelijke vaststelling van vaderschap in het kader van een rechtsgeldig huwelijk
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 16 november 2004 uitspraak gedaan in een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de man over de minderjarige [naam minderjarige]. De vrouw, de verzoekster, heeft het verzoek ingediend met de stelling dat het in het belang van de minderjarige is dat het vaderschap wordt vastgesteld, zodat de minderjarige de Nederlandse nationaliteit kan verkrijgen en beide ouders gezag over haar hebben. De man heeft de geboorte van de minderjarige aangegeven, maar is niet als vader vermeld in de geboorteakte, wat aanleiding geeft tot het verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de vrouw rechtsgeldig met elkaar zijn gehuwd en dat de minderjarige is geboren uit dit huwelijk. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap niet kan worden toegewezen, omdat dit zou leiden tot het bevestigen van een reeds bestaande rechtssituatie. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat het vaststellen van het vaderschap niet automatisch leidt tot gezamenlijk gezag over de minderjarige. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw afgewezen, met de overweging dat er geen rechtens relevante grond is voor de toewijzing van het verzoek. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is ondertekend door de rechter.