ECLI:NL:RBHAA:2004:AR7011
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Internationale echtscheiding en betekening van stukken in de juiste taal
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 26 oktober 2004, betreft het een verzoek tot echtscheiding tussen een man met de Nederlandse nationaliteit en een vrouw met de Duitse nationaliteit. De zaak heeft een internationaal karakter, waardoor de rechtsmacht van de Nederlandse rechter aan de orde is. De rechtbank bevestigt dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, aangezien de man gedurende zes maanden voorafgaand aan het verzoek in Nederland verblijft.
De procedure betreft de betekening van het verzoek tot echtscheiding aan de vrouw, waarbij de EG-betekeningsverordening (Verordening nummer 1348/2000) van toepassing is. De deurwaarder heeft het verzoekschrift en twee afschriften van het exploot ter betekening aan de vrouw verzonden naar haar adres in Duitsland. De vrouw heeft echter geweigerd de stukken te accepteren, omdat deze in het Nederlands waren opgesteld.
De rechtbank oordeelt dat de weigering van de vrouw om de stukken te accepteren een gebrek in de betekening kan vormen, tenzij kan worden aangetoond dat zij de Nederlandse taal begrijpt. Aangezien uit het certificaat van de deurwaarder niet blijkt dat de vrouw de Nederlandse taal niet begrijpt, stelt de rechtbank de man in de gelegenheid om deze stelling nader te onderbouwen met feiten en omstandigheden. De behandeling van de zaak wordt aangehouden tot een latere datum, waarbij de rechtbank iedere verdere beslissing aanhoudt.
Deze beschikking is openbaar uitgesproken door rechter E.A. Mink, in aanwezigheid van de griffier. De zaak is geregistreerd onder nummer 101226/2004.