ECLI:NL:RBHAA:2004:AR7023
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Cox
- Van Mierlo
- Van der Nat
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor stelselmatig plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarig meisje
De rechtbank Haarlem heeft op 7 december 2004 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het stelselmatig plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarig meisje. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte gedurende een lange periode ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een meisje dat regelmatig bij hem over de vloer kwam. De verdediging voerde aan dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk was in zijn vervolging, omdat het slachtoffer op ongebruikelijke wijze door de politie zou zijn gehoord en de verdachte publiekelijk aan de schandpaal zou zijn genageld. Dit verweer werd door de rechtbank verworpen. De rechtbank stelde vast dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De rechtbank oordeelde dat er geen ernstige schending van de procesorde had plaatsgevonden en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De rechtbank sprak de verdachte vrij van meerdere tenlastegelegde feiten, maar achtte het onder 2 primair tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn leeftijd en lichamelijke conditie, en de lange periode die was verstreken sinds de bewezenverklaarde feiten. De rechtbank besloot tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, waarbij de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht in mindering zou worden gebracht op de opgelegde straf.