ECLI:NL:RBHAA:2004:AY6977

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
28 augustus 2004
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
79914 / HA ZA 01-1723
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens letsel door aanrijding met whiplash

In deze zaak vorderde eiseres A.J. H-B schadevergoeding op grond van letsel, specifiek een whiplash, die zij had opgelopen door een aanrijding. De rechtbank Haarlem heeft op 3 november 2004 een vonnis gewezen waarin zij oordeelde dat deskundigenonderzoek noodzakelijk was voor de begroting van de arbeidsvermogenschade. De rechtbank gelastte onderzoeken door een verzekeringsarts, een arbeidsdeskundige en een berekeningsdeskundige. Dit volgde op eerdere vonnissen in dezelfde zaak, waarbij de rechtbank al eerder had overwogen dat deskundigenadvies nodig was voor verschillende aspecten van de schadevergoeding.

De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 7 juli 2004 al aangegeven dat er vier punten waren waarvoor deskundigenadvies gewenst was. De rechtbank heeft de deskundigen benoemd en hen specifieke vragen voorgelegd, waaronder het opstellen van een belastbaarheidsprofiel en het vaststellen van het resterende arbeidsvermogen van H-B. De rechtbank heeft ook bepaald dat de deskundigen in overleg met elkaar moeten treden en hun rapportages gezamenlijk ter griffie moeten deponeren.

De rechtbank heeft verder bepaald dat Noordhollandsche, de verzekeringsmaatschappij, verantwoordelijk is voor het stellen van de nodige voorschotten voor de kosten van de deskundigen. De zaak zal opnieuw worden behandeld op de vierde woensdag na de indiening van het gezamenlijke deskundigenbericht. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Zaaknr/rolnr: 79914/HA ZA 01-1723
Vonnisdatum: 3 november 2004
303/CW
VONNIS VAN DE RECHTBANK TE HAARLEM,
ENKELVOUDIGE KAMER,
in de zaak van:
A.J. H-B.,
wonende te [woonplaats],
eisende partij,
advocaat mr. N.M. Jansen te Amersfoort,
procureur mr. J. Brons,
-- tegen --
de naamloze vennootschap N.V. NOORD-HOLLANDSCHE VAN 1816,
ALGEMENE VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ,
gevestigd en kantoorhoudende te Oudkarspel,
gedaagde partij,
advocaat mr. J. van Rhijn te Alkmaar,
procureur mr. R. Mulder.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als H-B respectievelijk Noordhollandsche.
1. Het verloop van het geding
Voor het verloop van het geding verwijst de rechtbank naar de volgende zich in het griffiedossier bevindende gedingstukken, waarop vonnis is gevraagd:
? het in de onderhavige zaak gewezen tussenvonnis d.d. 7 juli 2004 alsmede de in dat vonnis genoemde stukken;
? het proces-verbaal van comparitie van partijen d.d. 21 september 2004.
2. De verdere beoordeling van het geschil
2.1 In voornoemd tussenvonnis heeft de rechtbank overwogen dat zij ter zake een viertal punten het advies van deskundigen wenst in te winnen:
1. het opstellen van een belastbaarheidsprofiel van H-B door een verzekeringsarts;
2. het op basis van dit belastbaarheidsprofiel vaststellen van het eventueel resterende arbeidsvermogen van H-B en de daaraan toe te kennen loonwaarde door een (ge-certificeerd) arbeidsdeskundige;
3. de berekening van de arbeidsvermogensschade aan de hand van de in dit vonnis vastgestelde uitgangspunten en het eventueel resterend arbeidsvermogen van H-B, als door de arbeidsdeskundige vastgesteld;
4. de berekening van de schadevergoeding voor het verlies van zelfwerkzaamheid op basis van de in dit vonnis vastgestelde uitgangspunten.
2.2 Teneinde het overleg te voeren dat in artikel 221 (oud) Rv in geval van benoeming van deskundigen is voorgeschreven heeft de rechtbank voorts een comparitie van par-tijen gelast. Naar aanleiding van het ter comparitie verhandelde overweegt de recht-bank als volgt.
2.3 Partijen hebben een eenstemmig voorstel ten aanzien van de te benoemen deskundi-gen gedaan. Omdat de door partijen voorgestelde arbeidsdeskundige heeft aangegeven niet binnen een redelijke termijn aan het onderhavige zoek te kunnen toekomen, zal de rechtbank de heer J.A.M. Pigge van Heling & Partners als arbeidsdeskundige benoe-men. De overige deskundigen zal de rechtbank conform het voorstel van partijen be-noemen.
2.4 Ter zake de vraagstelling zal overeenkomstig het voorstel van H-B in de vraag aan de verzekeringsarts tot uitdrukking worden gebracht dat deze het belastbaarheidsprofiel dient uit te werken in een functionele mogelijkhedenlijst. Voorts zal de vraagstelling in die zin anders worden ingericht, dat vraag e als randvoorwaarde bij vraag d zal worden geformuleerd en dus als zelfstandige vraag komt te vervallen. De rechtbank ziet geen aanleiding voor andere aanpassingen/aanvullingen in de vraagstelling zoals die in voornoemd tussenvonnis in concept was weergegeven.
2.5 Noordhollandsche heeft opgemerkt dat tot dusver geen gegevens van het door H-B voorafgaand aan het ongeval genoten inkomen in het geding zijn gebracht. Met be-trekking tot dit punt overweegt de rechtbank dat Noordhollandsche zelf bij conclusie van antwoord een aantal loonstroken heeft overgelegd. Voor zover deze informatie in de visie van de deskundigen niet toereikend is, zal H-B op verzoek van de deskundi-gen nadere gegevens aan hen dienen over te leggen, onder gelijktijdige verzending van een afschrift daarvan aan de wederpartij.
2.6 Aangezien de drie deskundigenonderzoeken op elkaar voortbouwen, stelt de rechtbank zich voor dat de deskundigen, voor zover nodig, met elkaar in overleg treden over de afstemming van deze onderzoeken en dat daarbij de heer Pigge als voorzitter zal op-treden. Voorts worden de deskundigen verzocht om de door ieder van hen gemaakte rapportages gezamenlijk ter griffie te deponeren.
2.7 Overeenkomstig hetgeen in voornoemd tussenvonnis onder 2.39 is overwogen, zal Noordhollandsche worden belast met het stellen van de nodige voorschotten.
2.8 Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1 Beveelt een onderzoek door na te noemen deskundigen ter beantwoording van de volgende vragen:
Aan de verzekeringsarts:
a. Wat is het belastbaarheidsprofiel van H-B indien daarbij wordt uitgegaan van het deskundigenbericht van dr. J. Vos d.d. 29 augustus 2003? Wilt u bij de beant-woording van deze vraag het belastbaarheidsprofiel uitwerken in een functionele mogelijkhedenlijst.
Aan de gecertificeerd arbeidsdeskundige:
b. In hoeverre wordt H-B in haar arbeidsmogelijkheden beperkt door de klachten die zij als gevolg van het ongeval heeft overgehouden (zie voor wat betreft deze klachten het deskundigenbericht van dr. J. Vos d.d. 29 augustus 2003)? Wilt u uw antwoord baseren op het belastbaarheidsprofiel van de verzekeringsarts.
c. Kunt u aangeven in hoeverre de eventuele beperkingen blijvend zijn; met andere woorden zouden aanpassingen en/of voorzieningen op de werkplek daar verande-ring in kunnen brengen?
d. Welke beroepswerkzaamheden zijn, gegeven de vooropleiding en werkervaring van H-B, nog als passend te beschouwen voor H-B? Wilt u bij de beantwoording van deze vraag uitgaan van daadwerkelijk beschikbare vacatures waarop H-B, ge-zien haar leeftijd en haar beperkingen en gezien het feit dat zij een WAZ-uitkering ontvangt, naar verwachting met succes kan solliciteren.
e. Welke loonwaarde moet aan die nog passende beroepswerkzaamheden worden toegekend?
Aan de berekeningsdeskundige:
f. Wat is (inclusief eventuele pensioenschade) de arbeidsvermogensschade die H-B lijdt tot 1 januari 2005, vermeerderd met de contante waarde van de na genoemde datum door haar nog te lijden schade, indien daarbij wordt uitgegaan van de in het tussenvonnis d.d. 7 juli 2004 geformuleerde uitgangspunten en de antwoorden van de gecertificeerd arbeidsdeskundige op de vragen b. t/m e.?
g. Wat is de schade ter zake het verlies van zelfwerkzaamheid die H-B lijdt tot 1 ja-nuari 2005, vermeerderd met de contante waarde van de na genoemde datum door haar nog te lijden schade, indien daarbij wordt uitgegaan van de in het tussenvon-nis d.d. 7 juli 2004 geformuleerde uitgangspunten?
Aan alle deskundigen:
h. Geeft uw onderzoek overigens nog aanleiding tot het maken van opmerkingen, welke in het kader van deze procedure van belang kunnen zijn?
3.2 Benoemt tot deskundigen:
? de verzekeringsarts:
de heer mr.drs. G.J. Kruithof
Laan van Westmolen 4
3271 BK MIJNSHEERENLAND
Tel: (0186) 60 21 82
? de gecertificeerd arbeidsdeskundige:
de heer J.A.M. Pigge, verbonden aan Heling & Partners B.V.,
Postbus 533
9400 AM ASSEN
Tel: (0592) 39 46 46
Fax: (0592) 39 46 40
? de berekeningsdeskundige:
de heer E.M. Budwilowitz, verbonden aan Nederlands Rekencentrum Letselschade B.V.,
Postbus 341
2501 CH DEN HAAG
Tel: (070) 3 60 33 53
Fax: (070) 4 27 88 24
3.3 Bepaalt dat de deskundigen ieder zelfstandig het aan hen opgedragen onderzoek zullen verrichten en daartoe zo spoedig mogelijk zullen overgaan op een door dezen in overleg met partijen te bepalen tijdstip en plaats.
3.4 Verstaat dat de deskundigen partijen bij het onderzoek in de gelegenheid zullen stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen; indien tenminste één partij dat wenst, zullen de deskundigen partijen daartoe ook mondeling horen.
3.5 Bepaalt dat de deskundigen in het door ieder van hen uit te brengen rapport zullen vermelden dat aan het hiervoor genoemde voorschrift is voldaan, zulks met vermel-ding van de inhoud van de eventuele opmerkingen en verzoeken.
3.6 Bepaalt dat de deskundigen tezamen een schriftelijk, met redenen omkleed en ondertekend bericht uiterlijk vijf maanden na de uitspraak van dit vonnis ter griffie van deze rechtbank zullen inleveren.
3.7 Bepaalt dat deze zaak weer zal worden uitgeroepen ter rolle van de enkelvoudige kamer belast met de behandeling van burgerlijke zaken van deze rechtbank op de vierde woensdag na de dag waarop het gezamenlijke bericht ter griffie is ingeleverd.
3.8 Bepaalt dat de griffier van deze rechtbank ieder van de deskundigen een afschrift van dit vonnis toe zal zenden.
3.9 Verzoekt de raadsman van H-B om aan ieder van de deskundigen een afschrift van het procesdossier toe te zenden.
3.10 Bepaalt dat door Noordhollandsche een voorschot ter zake van de kosten van de deskundigen ter griffie zal worden gedeponeerd, welk voorschot bij deze wordt be-paald op het totaal van het door ieder van de deskundigen te begroten bedrag.
3.11 Verzoekt de deskundigen ieder hun kosten te begroten en deze begroting binnen drie weken aan de rechtbank en aan partijen te doen toekomen en draagt Noordhollandsche op om het in totaal begrote bedrag binnen drie weken na dagtekening van de laatstelijk ontvangen begroting ter griffie van deze rechtbank te deponeren ter verzekering van de betaling van de deskundigen nadat het deskundigenbericht is uitgebracht.
3.12 Bepaalt dat de deskundigen het onderzoek niet behoeven aan te vangen alvorens bedoeld voorschot is gedeponeerd.
3.13 Houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Flipse, lid van voormelde kamer, en in het open-baar uitgesproken ter terechtzitting van 3 november 2004, in tegenwoordigheid van de griffier.