ECLI:NL:RBHAA:2004:BD5411
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Cox
- Kingma
- Mateman
- Rechtspraak.nl
Criminele organisatie betrokken bij drugstransport en -handel
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 15 oktober 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met mededaders betrokken was bij het binnenbrengen van een aanzienlijke hoeveelheid hasj in Nederland. De verdachte heeft zich vanaf 1 januari 1999 gedurende een langere periode schuldig gemaakt aan het binnen het grondgebied van Nederland brengen van hasj en een poging daartoe, in het kader van een criminele organisatie die uit winstbejag opereerde. Deze organisatie hield zich bezig met internationaal transport, opslag en handel in hasj, waarbij verdachte een belangrijke rol vervulde. De organisatie zorgde voor de aankoop en het onderhoud van boten om de transporten uit te voeren en had contacten in binnen- en buitenland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdediging voerde aan dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard vanwege het ontbreken van noodzakelijke stukken, maar de rechtbank verwierp dit verweer. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte de onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde feiten had begaan, maar sprak hem vrij van het onder 3 tenlastegelegde feit. De rechtbank legde een gevangenisstraf van twee jaar op, alsook een geldboete van € 100.000,-, bij gebreke van betaling te vervangen door 1 jaar hechtenis. De rechtbank overwoog dat de feiten ernstig waren en dat de verdachte een bijdrage had geleverd aan de instandhouding van een markt voor drugs in Europa, maar dat er geen geweld was gebruikt door de organisatie.