reg. nr: Awb 04 - 66
uitspraakdatum: 25 mei 2005
RECHTBANK HAARLEM, sector bestuursrecht
meervoudige kamer
Stichting Landschap Architectuur en Stedenbouw,
gevestigd te Haarlem,
eiseres.
het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,
verweerder,
gemachtigde: mr. B.C. Romijn, advocaat te Haarlem,
derde partijen
gemeente Haarlem
gemachtigde: mr. B.C. Romijn
besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 'MAB B.V.',
gevestigd te Den Haag
gemachtigde: mr. M.H.J. van Driel, advocaat te Amsterdam.
1. Ontstaan en loop van het geding
Bij besluit van 13 augustus 2003, kenmerk BMA 2003/537, heeft verweerder aan de sector stedelijke ontwikkeling van de gemeente Haarlem (hierna: de gemeente Haarlem) vergunning verleend als bedoeld in artikel 11 Monumentenwet 1988 voor de sloop van de panden Raaks 14/Zijlvest 25a, plaatselijk bekend als HBS-A, en Jacobstraat 2, plaatselijk bekend als de voormalige Mulo en zoals aangegeven op de bij het besluit gevoegde gewaarmerkte tekening nr. 02082.
Bij besluit van 13 augustus 2003, kenmerk BMA 2003/532, heeft het college aan de gemeente Haarlem vergunning verleend als bedoeld in artikel 11 Monumentenwet 1988 voor de gedeeltelijke sloop van de panden Oude Zijlvest 27/Gedempte Voldersgracht 2 (gelegen achter het pand plaatselijk bekend als HBS-B) zoals aangegeven op de bij het besluit gevoegde gewaarmerkte tekening nr. 02083.
Bij besluit van 14 augustus 2003, 2003/0479/04, heeft verweerder aan de gemeente Haarlem vergunningen verleend als bedoeld in artikel 37 Monumentenwet 1988, artikel 36 Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing en artikel 8.1.1, eerste lid, Haarlemse Bouwverordening, voor het slopen van de panden Zijlvest 25a, plaatselijk bekend als HBS-A, Raaks 14, betreffende een woning, en Jacobstraat 2, plaatselijk bekend als de voormalige Mulo.
Bij besluit van 14 augustus 2003, 2003/0478/04, heeft verweerder aan de gemeente Haarlem vergunningen verleend als bedoeld in artikel 37 Monumentenwet 1988, artikel 36 Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing en artikel 8.1.1, eerste lid, Haarlemse Bouwverordening, voor het slopen van de panden Oude Zijlvest 27 en de Gedempte Voldersgracht 2. Dit betreft het gedeeltelijk slopen van een school en het slopen van een woning, gymzaal en muur aan de Gedempte Voldersgracht 2.
Tegen deze besluiten heeft eiseres bij brieven van 24 september 2003 bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 6 januari 2004, verzonden op 8 januari 2004, kenmerk CS/bo/03/1370/1371, heeft verweerder eiseres niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaren. Daarbij heeft verweerder verwezen naar het advies van 29 december 2003, van de commissie beroep- en bezwaarschriften.
Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 12 januari 2004 beroep ingesteld.
Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en een verweerschrift ingediend.
Het beroep is behandeld ter zitting van 21 april 2005, alwaar namens de Stichting Landschap Architectuur en Stedenbouw (hierna: Stichting LAS) is verschenen [de voorzitter], voorzitter. Namens verweerder alsmede namens de gemeente Haarlem is verschenen mr. B.C. Romijn, gemachtigde. Namens de besloten vennootschap 'MAB B.V.' (hierna: MAB), mr. M.H.J. van Driel, gemachtigde.
2.1. Met overneming van het advies van de bezwaarschriftencommissie heeft verweerder besloten eiseres niet-ontvankelijk in haar bezwaar te verklaren, omdat eiseres niet geacht kan worden in het bijzonder de belangen te behartigen waarop de bestreden besluiten betrekking hebben.
In het verweerschrift en ter terechtzitting heeft verweerder deze motivering nader aangevuld. Hieruit is op te maken dat het standpunt van verweerder aldus moet worden verstaan:
a) blijkens de statuten is de doelstelling van eiseres zeer ruim en heeft deze betrekking op de cultuur-historische waarden van alle objecten die maar in aanmerking kunnen komen, zonder enige territoriale begrenzing en dan nog wel in de ruimste zin des woords. Hieraan doet niet af dat aan de doelstelling zijn toegevoegd de woorden "in met name de regio Haarlem". Zuiver taalkundig uitgelegd betekenen deze woorden "in het bijzonder", zodat de activiteiten betrekking hebben op bescherming van cultuurhistorische waarden in de regio Haarlem en overal elders in de wereld;
b) zelfs wanneer er een statutair belang is, dient er ook sprake te zijn van feitelijke werkzaamheden of handelingen, waaruit blijkt dat bedoeld belang wordt behartigd. Deze werkzaamheden moeten bovendien een uitstraling naar buiten hebben en niet uitsluitend intern gericht zijn. De "externe" werkzaamheden van eiseres bestaan volgens verweerder alleen uit het aantekenen van bezwaar en/of beroep;
c) eiseres is in feite te beschouwen als een constructie waarvan de voorzitter, [naam voorzitter] zich als privé-persoon bedient om zich te bemoeien met zaken waarin hij als particulier niet als belanghebbende kan worden toegelaten. Er moet door deze sluier heen worden gekeken.
De rechtbank overweegt als volgt.
2.2. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
Ingevolge artikel 1:2, derde lid, Awb worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.
2.3. De statuten van de Stichting LAS luiden - voor zover hier van belang - als volgt:
artikel 2. Doel
1. De Stichting heeft ten doel de instandhouding en versterking van de cultuur-historische kwaliteiten van de bebouwing, inrichting en landschappen in met name de regio Haarlem, in de meest ruime zin.
2. De Stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:
- het gevraagd en ongevraagd uitbrengen van adviezen over bouw, sloop, reconstructie,
beeldkwaliteit en dergelijke;
- het kritisch volgen van planontwikkelingen en zonodig aantekenen van bezwaar en/of
beroep;
- het onderzoeken van mogelijkheden om panden, structuren of landschappen te behouden, te
restaureren of om andere bestemmingen of gebruik te realiseren teneinde ongewenste
ontwikkelingen te voorkomen;
- het zonodig zelf verwerven en exploiteren van te beschermen goederen,
en het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of tot het gestelde doel kunnen bijdragen.
2.4. In reactie op het standpunt van verweerder, zoals weergegeven onder 2.1., onder a, heeft eiseres aangevoerd dat de Stichting LAS actief is in de regio Haarlem, maar dat het werkterrein in de statuten ruimer is omschreven - door toevoeging van de woorden "met name"- om ook ontwikkelingen buiten de regio, die in algemene zin hun weerslag hebben op de regio Haarlem, te kunnen betrekken in haar activiteiten.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet in zijn standpunt kan worden gevolgd.
Ofschoon de uitleg die verweerder aan de doelomschrijving geeft zuiver (semantisch-) taalkundig - althans naar hedendaags Nederlands - te verdedigen is, doet deze geen recht aan het doel dat eiseres wenst na te streven - en blijkens de namens eiseres ter zitting gegeven
toelichting ook feitelijk nastreeft - namelijk het behartigen van de belangen die betrekking hebben op de cultuur-historische kwaliteiten in de regio Haarlem en onder omstandigheden buiten de regio, voor zover er sprake is van een uitstraling naar de regio Haarlem. Ook overigens wordt in hetgeen verweerder heeft aangevoerd geen aanleiding gezien voor het oordeel dat de doelstelling te ruim is.
2.5. Naar aanleiding van het standpunt van verweerder, zoals aangegeven onder 2.1, onder b en c, heeft eiseres desgevraagd ter zitting aangegeven dat het bestuur van de Stichting LAS uit drie personen bestaat, die ieder hun eigen taken hebben. [naam voorzitter] houdt zich bezig met inspraak en procedures, een ander bestuurslid verzorgt rondwandelingen en het derde bestuurslid behartigt de belangen van Spaarndam.
Uit deze uiteenzetting komt naar het oordeel van de rechtbank voldoende naar voren dat de Stichting LAS meer is dan [naam voorzitter] dat er sprake is van een taakverdeling gerelateerd aan de doelomschrijving en dat niet staande kan worden gehouden dat er alleen sprake is van het maken van bezwaar en instellen van beroep.
2.6. Gelet op het vorenstaande heeft verweerder het bezwaar van eiseres ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd wegens strijd met artikel 1:2, 7:1, 7:11 en 8:1 Awb, in onderlinge samenhang bezien.
2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.1. verklaart het beroep gegrond;
3.2. vernietigt het bestreden besluit van 6 januari 2004, verzonden 8 januari 2004, kenmerk
CS/bo/03/1370/1371;
3.3. bepaalt dat verweerder met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beslissing op bezwaar dient te nemen;
3.4. gelast dat de gemeente Haarlem het door eiseres betaalde griffierecht van ? 232,-- aan haar vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G. Guinau, voorzitter van de meervoudige kamer, en mr. M. Groverman en mr. A.P.W. Duijkersloot, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Y.R. Boonstra-van Herwijnen, als griffier en uitgesproken in het openbaar op 25 mei 2005.
RECHTSMIDDEL
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het hoger beroep dient te worden ingesteld door het indienen van een beroepschrift binnen zes weken onmiddellijk liggend na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier.