ECLI:NL:RBHAA:2005:AU0195
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst KLM en werknemer in detentie
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 7 juli 2005 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (KLM) en een werknemer, hierna aangeduid als [verweerder]. De werknemer, die sinds 1 april 1987 in dienst was bij KLM, was op 18 januari 2005 aangehouden en in strafrechtelijke hechtenis genomen. KLM had als gevolg van deze detentie de salarisbetaling stopgezet en verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, stellende dat de werknemer door zijn eigen handelen niet in staat was zijn werkzaamheden te verrichten.
De kantonrechter overwoog dat het enkele feit dat de werknemer gedetineerd was, niet voldoende was om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Er moest namelijk vastgesteld worden of de werknemer zelf verantwoordelijk was voor de handelingen die tot zijn detentie hadden geleid. De kantonrechter wilde niet vooruitlopen op de uitkomst van de strafzaak en oordeelde dat, indien de werknemer uiteindelijk zou worden vrijgesproken, de ontbinding van de arbeidsovereenkomst onterecht zou zijn geweest. Dit zou bijzonder onterecht zijn gezien het lange dienstverband van de werknemer van meer dan 18 jaar.
De kantonrechter concludeerde dat er op dat moment onvoldoende gewichtige redenen waren om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. KLM had geen andere passende functie voor de werknemer en de kantonrechter achtte het ook niet onoverkomelijk bezwaarlijk voor KLM om de arbeidsovereenkomst voorlopig voort te zetten. De beslissing van de kantonrechter was om het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst af te wijzen, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.