ECLI:NL:RBHAA:2005:AU0195

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
7 juli 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
272672
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst KLM en werknemer in detentie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 7 juli 2005 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (KLM) en een werknemer, hierna aangeduid als [verweerder]. De werknemer, die sinds 1 april 1987 in dienst was bij KLM, was op 18 januari 2005 aangehouden en in strafrechtelijke hechtenis genomen. KLM had als gevolg van deze detentie de salarisbetaling stopgezet en verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, stellende dat de werknemer door zijn eigen handelen niet in staat was zijn werkzaamheden te verrichten.

De kantonrechter overwoog dat het enkele feit dat de werknemer gedetineerd was, niet voldoende was om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Er moest namelijk vastgesteld worden of de werknemer zelf verantwoordelijk was voor de handelingen die tot zijn detentie hadden geleid. De kantonrechter wilde niet vooruitlopen op de uitkomst van de strafzaak en oordeelde dat, indien de werknemer uiteindelijk zou worden vrijgesproken, de ontbinding van de arbeidsovereenkomst onterecht zou zijn geweest. Dit zou bijzonder onterecht zijn gezien het lange dienstverband van de werknemer van meer dan 18 jaar.

De kantonrechter concludeerde dat er op dat moment onvoldoende gewichtige redenen waren om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. KLM had geen andere passende functie voor de werknemer en de kantonrechter achtte het ook niet onoverkomelijk bezwaarlijk voor KLM om de arbeidsovereenkomst voorlopig voort te zetten. De beslissing van de kantonrechter was om het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst af te wijzen, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
sector kanton, locatie Haarlem
zaaknummer: 272672
datum uitspraak: 7 juli 2005
Beschikking ontbinding arbeidsovereenkomst
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.,
te Amstelveen,
verzoekster,
hierna: KLM,
gemachtigde mr. E. van der Leden-Lehmann,
--tegen--
[verweerder]
te [woonplaats],
verweerder,
hierna: [verweerder],
gemachtigde mr. J-H.L.C.M. Kuijpers.
1. De procedure
1.1 Op 9 mei 2005 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van KLM, strekkende tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst. [verweerder] heeft geen verweerschrift ingediend maar ter zitting verweer gevoerd.
1.2 De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 30 juni 2005. Op deze zitting hebben partijen hun standpunt nader toegelicht. De gemachtigde van [verweerder] heeft pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen ter zitting is verhandeld.
1.3 Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.
1.4 De inhoud van de stukken dient als hier ingelast te worden beschouwd.
2. De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro-ken inhoud van de overgelegde producties, staat tussen partij-en het volgende vast:
a. [verweerder] is 40 jaar oud. Hij is sedert 1 april 1987 bij KLM in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De huidige functie van [verweerder] is Teamlid Transport bij de divisie vracht tegen een salaris van thans €2.104,48 bruto per maand, exclusief emolumenten.
b. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO voor KLM-grondpersoneel Nederland van toepassing.
c. [verweerder] verricht zijn werkzaamheden gewoonlijk te Schiphol-Centrum, gemeente Haarlemmermeer.
d. Op 18 januari 2005 is [verweerder] aangehouden en in strafrechtelijke hechtenis genomen.
e. Bij brief van 19 januari 2005 heeft KLM [verweerder] meegedeeld dat de salarisbetaling werd stopgezet.
3. Het verzoek
3.1 KLM verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst. KLM baseert het verzoek primair op een dringende reden en subsidiair op veranderingen in de omstan-digheden.
3.2 Ter toelichting heeft KLM het volgende - samengevat - gesteld.
Als gevolg van zijn eigen handelen is [verweerder] feitelijk niet in staat zijn werkzaamhe-den te verrichten. Aangezien KLM, los van het feit dat de voorlopige hechtenis nog voortduurt, voor [verweerder] geen andere passende functie heeft, heeft KLM belang bij zo spoedig mogelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Voor toekenning van een vergoeding naar billijkheid bestaat geen aanleiding.
4. Het verweer
[verweerder] concludeert tot afwijzing van het verzoek.
5. De beoordeling van het verzoek
5.1 De kantonrechter heeft zich ervan vergewist of het verzoek verband houdt met het bestaan van een opzegverbod als bedoeld in artikel 7:685 lid 1 BW. Daarvan is in dit geval geen sprake.
5.2 Omtrent de vraag of zich gewichtige redenen voordoen die tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst moeten leiden, wordt het volgende overwogen.
Ondanks het door KLM in het geding gebrachte deel van het proces-verbaal van het strafrechtelijke onderzoek, staat nog geenszins vast dat [verweerder] zich daadwerkelijk heeft schuldig gemaakt aan de strafbare handelingen waarvan hij wordt verdacht. Het enkele feit dat [verweerder] thans nog steeds is gedetineerd is onvoldoende om, vooruitlo-pend op de behandeling van de strafzaak, reeds nu te zeggen dat de arbeidsovereen-komst moet worden ontbonden. Ook het feit dat [verweerder] door zijn detentie niet in staat is zijn arbeid te verrichten, brengt nog niet met zich dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden. Ook daartoe is vereist dat reeds nu gezegd kan worden dat [verweerder] zelf de handelingen heeft verricht die tot de detentie hebben geleid. De kantonrechter wenst niet vooruit te lopen op de uiteindelijke afloop van de strafzaak tegen [verweerder]. Indien [verweerder] uiteindelijk wordt vrijgesproken zou de ontbinding van de arbeidsover-eenkomst ten onrechte zijn geweest. Dat acht de kantonrechter onverantwoord bij een dienstverband van ruim 18 jaren. Indien [verweerder] wordt veroordeeld kan altijd nog tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst worden overgegaan. Onvoldoende gebleken is dat uitstel van die eventuele ontbinding voor KLM onoverkomelijk bezwaarlijk zou zijn. KLM betaalt immers het salaris van [verweerder] niet uit en moet in staat worden geacht door middel van het inzetten van uitzendkrachten het tijdelijke gat dat is ontstaan door het wegvallen van [verweerder] op te vullen.
KLM heeft nog gesteld dat [verweerder], ook indien hij zal worden vrijgesproken, niet meer in aanmerking zal kunnen komen voor werkzaamheden binnen het beveiligde gebied van Schiphol, waar [verweerder] zijn normale werkzaamheden immers pleegt uit te voeren. Ook wat dat betreft is het thans nog te vroeg om daar al een oordeel over te geven. De thans beschikbare informatie uit het strafrechtelijke onderzoek geeft ook daarvoor onvoldoende aanknopingspunten.
5.3 Al het voorgaande in aanmerking nemende komt de kantonrechter tot de conclusie dat thans geen, althans onvoldoende gewichtige redenen bestaan om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, zodat het verzoek zal worden afgewezen.
5.4 Gezien de aard van de procedure worden de kosten tussen partijen gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
6. De beslissing
De kantonrechter:
Wijst het verzoek af.
Bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.