ECLI:NL:RBHAA:2005:AU0689
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Ontslag op basis van bedrijfseconomische redenen en gezondheidsklachten van vennoten
In deze zaak heeft de kantonrechter te Haarlem op 10 augustus 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en de vennoten van de vennootschap onder firma Drogisterij [Naam] V.O.F. [Eiseres] had een arbeidsovereenkomst met de gedaagden, die deze overeenkomst opzegden met toestemming van het CWI, vanwege teruglopende omzetten en gezondheidsklachten van de vennoten. [Eiseres] vorderde een schadevergoeding op grond van kennelijk onredelijk ontslag, maar de kantonrechter oordeelde dat het ontslag niet kennelijk onredelijk was. De rechter overwoog dat gedaagden voldoende hadden aangetoond dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst noodzakelijk was vanwege bedrijfseconomische redenen en dat er geen financiële compensatie voor [eiseres] was getroffen. De kantonrechter concludeerde dat de belangen van de werkgever bij beëindiging van het dienstverband zwaarder wogen dan de gevolgen voor [eiseres].
De kantonrechter wees de vordering van [eiseres] af en veroordeelde haar in de proceskosten. De rechter benadrukte dat [eiseres] niet had aangetoond dat gedaagden louter uit eigen belang hadden gehandeld en dat er geen bewijs was voor de stelling dat het ontslag kennelijk onredelijk was. De rechter concludeerde dat de omstandigheden van de zaak, waaronder de leeftijd en werkervaring van [eiseres], niet zodanig waren dat het ontslag als kennelijk onredelijk moest worden beschouwd. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor werkgevers om bij ontslagprocedures zorgvuldig te handelen en de belangen van zowel werkgever als werknemer in overweging te nemen.