ECLI:NL:RBHAA:2005:AU0698
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Ontslag op basis van bedrijfseconomische redenen en gezondheidsklachten van vennoten
In deze zaak heeft de kantonrechter te Haarlem op 10 augustus 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en de vennootschap onder firma Drogisterij [NAAM] V.O.F. en de vennoten [gedaagde 2] en [gedaagde 3]. De zaak betreft de opzegging van de arbeidsovereenkomst van [eiseres] door gedaagden, die dit deden met toestemming van het CWI, na sluiting van hun drogisterij vanwege teruglopende omzet en gezondheidsklachten van de vennoten. [Eiseres] vorderde dat het ontslag kennelijk onredelijk was en dat gedaagden hoofdelijk moesten worden veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van €42.997,00, alsook een bedrag van €1.661,70 voor niet genoten vakantiedagen en vakantiegeld.
De kantonrechter overwoog dat gedaagden geen financiële compensatie voor [eiseres] hadden aangeboden, maar dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst voortvloeide uit bedrijfseconomische omstandigheden. De rechter oordeelde dat het ontslag niet kennelijk onredelijk was, omdat gedaagden zich hadden ingespannen om een overnamekandidaat te vinden en dat de bedrijfsactiviteiten waren gestaakt om redenen die niet uitsluitend uit eigen belang voortkwamen. De kantonrechter concludeerde dat de gevolgen van het ontslag voor [eiseres] niet zo ernstig waren dat het ontslag als kennelijk onredelijk moest worden beschouwd.
De vordering van [eiseres] werd afgewezen, met uitzondering van de vordering tot betaling van €1.661,70 voor niet genoten vakantiedagen, die werd toegewezen. Gedaagden werden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met vakantiegeld en wettelijke rente. [Eiseres] werd in de proceskosten veroordeeld, aangezien zij grotendeels in het ongelijk was gesteld. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.