ECLI:NL:RBHAA:2005:AU2029
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Flohil
- mrs. Rosier
- mrs. Heidinga
- Rechtspraak.nl
Verwerping ontvankelijkheidsverweer en veroordeling voor poging zware mishandeling en meerdere auto-inbraken
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 22 augustus 2005 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot zware mishandeling en meerdere auto-inbraken. De rechtbank heeft het ontvankelijkheidsverweer van de verdediging verworpen, waarbij werd gesteld dat de redelijke termijn voor vervolging was overschreden. De rechtbank oordeelde dat de vertraging in de vervolging niet uitsluitend aan het openbaar ministerie kon worden toegeschreven, maar ook aan de proceshouding van de verdachte zelf. De verdachte had zich in het verleden uitdrukkelijk onschuldig verklaard en een ander als dader aangewezen, wat de voortgang van het onderzoek had vertraagd. Na de verklaring van de verdachte in mei 2005 werd de vervolging echter weer opgepakt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de tenlastelegging geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte werd vrijgesproken van het primair ten laste gelegde feit, maar de rechtbank achtte de subsidiaire poging tot zware mishandeling en de diefstallen bewezen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd de verdachte verplicht om zich te houden aan de aanwijzingen van de Brijderstichting, inclusief een behandeling.
De rechtbank heeft ook beslist dat de inbeslaggenomen voorwerpen, die verband hielden met de bewezen feiten, onttrokken moesten worden aan het verkeer. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact daarvan op de slachtoffers en de samenleving.