Steenmetz voert opdrachten uit voor diverse klanten waaronder Corus. De werkzaamheden betreffen onder meer renovatie- en onderhoudsprojecten.
[eiser] is sedert 20 november 2001 bij Steenmetz in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De huidige functie van [eiser] is dakdekker. Zijn salaris bedraagt thans € 1.929,13 bruto per maand (exclusief 8 % vakantietoeslag en emolumenten). Op de overeenkomst is de CAO voor Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven van toepassing.
Werknemers van Steenmetz die voor en bij Corus gaan werken, moeten zich niet alleen houden aan de eigen veiligheidsvoorschriften van Steenmetz, maar ook aan de specifieke veiligheidsregels van Corus. Steenmetz heeft daarover enkele jaren geleden na een ongeval afspraken gemaakt met Corus. Op grond van die afspraken mag een werknemer niet bij Corus worden ingezet voordat er door Corus voor die werknemer aan Steenmetz een werkvergunning is afgegeven en Corus een instructie heeft gegeven. De werknemers dienen zich bij aanvang van een werk op een locatie op het terrein van Corus op een daartoe aangewezen plek te melden. Op het hele terrein staan meerdere waarschuwings- en instructieborden ter zake van de meldplicht.
Op 14 juli 2005 zou begonnen worden met de uitvoering van werkzaamheden door medewerkers van Steenmetz voor Corus. Op 12 juli 2005 zijn [eiser] en voorman [voorman] naar de betreffende locatie op het Corus-terrein gegaan. Ze hadden toestemming gekregen van de heer [XX] van Corus om die dag ter plaatse te bekijken welke materialen daarvoor nodig zouden zijn. Aangekomen op die locatie hebben zij zich niet ter plekke gemeld. Zij zijn een grote in werking zijnde machine met bewegende delen opgegaan zonder dit aan de machinist te melden. Na een paar minuten zijn ze van de machine afgekomen. Zij zijn ter plekke aangesproken op hun gedrag door de heer [Manager], manager bij Corus, die hen van die locatie heeft weggestuurd. Zij zijn daarop teruggegaan naar de andere locatie op het terrein om de werkzaamheden die daar werden verricht af te maken.
Vervolgens heeft Corus Steenmetz op de hoogte gesteld over dat gedrag van [eiser] en [voorman] op die locatie bij de machine. Corus heeft [eiser] in eerste instantie tot einde augustus 2005 de toegang tot het bedrijf ontzegd.
Steenmetz heeft sinds dat incident ook zelf als aannemer voorlopig tot eind augustus 2005 geen toegang meer tot de betreffende locatie; Steenmetz en Corus zullen nog in overleg treden over de ontstane situatie en de gevolgen daarvan voor Steenmetz en over de door Steenmetz genomen maatregelen.
Op 13 juli 2005 heeft Steenmetz [eiser] ontslagen op staande voet. Bij brief van 13 juli 2005 heeft Steenmetz dat ontslag bevestigd, waarbij Steenmetz heeft gemeld het te betreuren dat [eiser] zonder de geldende en [eiser] bekende instructies te volgen, samen met zijn collega onveilig een locatie op het terrein van Corus heeft betreden en dat [eiser] door zijn handelen hemzelf en het bedrijf van Steenmetz onnodig in gevaar heeft gebracht, waarmee [eiser] Steenmetz een dringende reden voor ontslag heeft gegeven.
Ook [voorman] is op diezelfde dag op staande voet ontslagen.
[eiser] heeft de nietigheid van het ontslag ingeroepen. Ondanks aanmaning heeft Steenmetz [eiser] vanaf 13 juli 2005 geen loon meer betaald.