ECLI:NL:RBHAA:2005:AU3479
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek forensische mediation en vaststelling gebruikersvergoeding in familiezaken
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 27 september 2005 uitspraak gedaan in een familiekwestie tussen een man en een vrouw, die acht jaar na hun scheiding nog steeds in conflict zijn over de omgang met hun minderjarige dochter. De man verzocht de rechtbank om forensische mediation op te leggen, omdat hij meende dat dit zou helpen bij het herstellen van het contact met zijn dochter, die al twee jaar geen contact meer met hem had. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de dochter, inmiddels veertien jaar oud, zich heftig verzet tegen contact met haar vader en dat het opleggen van een omgangsregeling niet in haar belang zou zijn. De rechtbank overwoog dat de dochter op een leeftijd is gekomen waarop zij haar eigen oordeel heeft gevormd en dat het beter is om af te wachten tot zij ouder is en mogelijk zelf de behoefte heeft om contact met haar vader te herstellen.
Daarnaast heeft de rechtbank zich gebogen over het verzoek van de man om een gebruikersvergoeding vast te stellen ten laste van de vrouw, in verband met de gezamenlijke eigendom van de echtelijke woning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw met ingang van 1 december 2004 een gebruikersvergoeding van € 625,-- per maand aan de man moet betalen, tot het moment dat de woning aan de vrouw wordt geleverd. De rechtbank heeft het verzoek van de man tot forensische mediation afgewezen en de vrouw verplicht tot het betalen van de gebruikersvergoeding, waarbij de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is verklaard.
De uitspraak is gedaan door mr. A. Stefels, met E. Dijkstra als griffier, en is openbaar uitgesproken tijdens de zitting.