ECLI:NL:RBHAA:2005:AV2649

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
9 juni 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
262119/CV EXPL 05-391
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering door kantonrechter wegens niet-concluderen door gedaagde

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Lis B.V., gevestigd te Emmen, een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij die niet bij naam is genoemd. De eisende partij, vertegenwoordigd door Mr. G.F.M.G. Heutink, heeft de vordering ingediend bij de Rechtbank Haarlem, sector Kanton, locatie Zaandam. De gedaagde heeft aanvankelijk de vordering betwist, maar heeft vervolgens nagelaten om voor dupliek te concluderen, ondanks dat hij daartoe voldoende gelegenheid heeft gekregen. De kantonrechter heeft hieruit afgeleid dat de gedaagde het verweer laat varen of het door Lis gestelde niet heeft weerlegd.

Op 9 juni 2005 heeft de kantonrechter, mr. J.S.A.M. Schokkenbroek, de vordering toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld om aan Lis B.V. een bedrag van € 446,98 te betalen, met de contractuele rente over een deel van dit bedrag vanaf 31 december 2004 tot aan de voldoening. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die tot de uitspraak van het vonnis zijn begroot op € 275,40, inclusief € 108,00 aan salaris voor de gemachtigde.

Het vonnis is in het openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van conclusies in een civiele procedure, aangezien het nalaten hiervan kan leiden tot toewijzing van de vordering zonder verdere inhoudelijke beoordeling.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
SECTOR KANTON, LOCATIE ZAANDAM
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap Lis B.V., gevestigd te Emmen,
verder ook te noemen Lis,
eisende partij,
gemachtigde: Mr G.F.M.G. Heutink,
tegen:
[gedaagde], wonende te [woonplaats],
verder ook te noemen [gedaagde],
gedaagde partij,
Overwegingen van de kantonrechter
Lis heeft een vordering ingesteld.
[gedaagde] heeft bij antwoord aanvankelijk de vordering betwist.
Lis heeft voor repliek geconcludeerd.
[gedaagde] heeft, hoewel daartoe behoorlijk in de gelegenheid gesteld, daarna niet voor dupliek geconcludeerd.
De kantonrechter leidt daaruit af dat [gedaagde] het verweer laat varen dan wel het door Lis (nader) gestelde niet weerlegt.
De vordering wordt daarom toegewezen.
Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Lis tegen bewijs van kwijting te betalen € 446,98 met de contractuele rente over € 239,95 vanaf 31 december 2004 tot de voldoening;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Lis, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 275,40 waarin begrepen € 108,00 aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S.A.M. Schokkenbroek, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 9 juni 2005.