ECLI:NL:RBHAA:2005:AV2649
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing vordering door kantonrechter wegens niet-concluderen door gedaagde
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Lis B.V., gevestigd te Emmen, een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij die niet bij naam is genoemd. De eisende partij, vertegenwoordigd door Mr. G.F.M.G. Heutink, heeft de vordering ingediend bij de Rechtbank Haarlem, sector Kanton, locatie Zaandam. De gedaagde heeft aanvankelijk de vordering betwist, maar heeft vervolgens nagelaten om voor dupliek te concluderen, ondanks dat hij daartoe voldoende gelegenheid heeft gekregen. De kantonrechter heeft hieruit afgeleid dat de gedaagde het verweer laat varen of het door Lis gestelde niet heeft weerlegd.
Op 9 juni 2005 heeft de kantonrechter, mr. J.S.A.M. Schokkenbroek, de vordering toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld om aan Lis B.V. een bedrag van € 446,98 te betalen, met de contractuele rente over een deel van dit bedrag vanaf 31 december 2004 tot aan de voldoening. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die tot de uitspraak van het vonnis zijn begroot op € 275,40, inclusief € 108,00 aan salaris voor de gemachtigde.
Het vonnis is in het openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van conclusies in een civiele procedure, aangezien het nalaten hiervan kan leiden tot toewijzing van de vordering zonder verdere inhoudelijke beoordeling.