ECLI:NL:RBHAA:2005:AV2815

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
1 december 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
281686 CV EXPL 05-4427
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.E. Patijn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling abonnementsgeld wegens gebrek aan bewijs van overeenkomst op afstand

In deze zaak vorderde de besloten vennootschap Lis B.V. betaling van abonnementsgelden van de gedaagde, die een abonnement op een website zou hebben afgesloten. De kantonrechter te Haarlem oordeelde dat Lis niet had voldaan aan haar informatieplicht zoals voorgeschreven in artikel 7:46c BW, waardoor niet kon worden vastgesteld dat er een overeenkomst tot stand was gekomen. De gedaagde had zich weliswaar aangemeld voor een gratis proefabonnement, maar Lis kon niet aantonen dat de gedaagde daadwerkelijk de overeenkomst had gesloten. De kantonrechter merkte op dat er essentiële gegevens ontbraken, zoals bewijs van verzending van de inloggegevens en de algemene voorwaarden. Hierdoor kon de kantonrechter niet concluderen dat de gedaagde aan zijn betalingsverplichtingen was gebonden. De vordering van Lis werd afgewezen, en de proceskosten werden aan Lis opgelegd, aangezien zij in het ongelijk was gesteld. De uitspraak vond plaats op 1 december 2005.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Zaandam
Zaak/rolnummer: 281686/CV EXPL 05-4427
Datum uitspraak: 1 december 2005
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap LIS B.V.,
gevestigd te Emmen,
eisende partij,
hierna te noemen: Lis,
gemachtigde: mr. G.F.M.G. Heutink,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. G. Martin.
De procedure
Lis heeft [gedaagde] gedagvaard op 13 juli 2005. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord. Lis heeft daarop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] nog een schriftelijke reactie heeft gegeven.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of niet voldoende gemotiveerd weersproken wordt van het volgende uitgegaan.
a. Lis exploiteert meerdere websites, die de mogelijkheid bieden tot het afsluiten van diverse abonnementen.
b. [gedaagde] heeft een of meerdere websites van Lis bezocht.
De vordering
Lis vordert (samengevat) veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 762,82, vermeerderd met een contractuele vertragingsrente van 2% per maand over € 502,35 vanaf 5 augustus 2005.
Lis stelt daartoe (samengevat) het volgende. [gedaagde] heeft op enig moment haar website livechat4u bezocht. Hij heeft op deze website een aanmeldprocedure gevolgd en afgerond door onder meer zijn persoonsgegevens in te vullen op een aanvraagformulier, een inlogcode te ontvangen en te gebruiken en vervolgens een wachtwoord aan te vragen. Door deze aanmeldprocedure volledig af te ronden heeft [gedaagde] een abonnement gesloten, waarbij hij gedurende 10 dagen gratis toegang heeft gekregen tot de websites van Lis. [gedaagde] is er herhaaldelijk op gewezen dat het gratis abonnement zonder schriftelijke opzegging automatisch omgezet zou worden in een Gold membership, waarvan het abonnementsgeld
€ 149,95 per drie maanden bedraagt. Op verschillende manieren heeft [gedaagde] kennis kunnen nemen van de algemene voorwaarden van Lis. [gedaagde] heeft niet binnen de proefperiode opgezegd zodat het abonnement is overgegaan in een verlengd membership. Ondanks diverse aanmaningen heeft [gedaagde] € 502,35 aan abonnementsgelden onbetaald gelaten.
Op grond van de van toepassing zijnde algemene voorwaarden van Lis is [gedaagde] door niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen zowel een contractuele vertragingsrente van 2% per maand als een vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten van € 125,-- verschuldigd geworden. De contractuele vertragingsrente tot en met 4 augustus 2005 bedraagt € 135,47.
Het verweer
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert daartoe(samengevat) het volgende aan.
Primair stelt hij zich op het standpunt dat de dagvaarding niet voldoet aan de eisen die daaraan door de wet worden gesteld. Zo heeft Lis in haar dagvaarding ten onrechte geen melding gemaakt van de haar reeds bekende verweren van [gedaagde] en heeft zij verzuimd om een opgave te doen van haar bewijsmiddelen.
Subsidiair stelt hij dat er geen overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen op grond waarvan hij abonnementsgelden zou zijn verschuldigd. Voorzover nodig roept [gedaagde] de nietigheid in van de gestelde overeenkomst.
De algemene voorwaarden van Lis zijn vernietigbaar nu hem niet een redelijke mogelijkheid is geboden om hiervan kennis te nemen. Hij roept voor zover vereist ook de nietigheid van de algemene voorwaarden in.
Voor het geval de algemene voorwaarden door de kantonrechter toch van toepassing worden geacht, voert hij aan dat er redenen aanwezig zijn om de hieruit voortvloeiende contractuele rente en buitengerechtelijke incassokosten te matigen tot nihil. Lis had aannemelijk moeten maken dat de door haar gevorderde buitengerechtelijke incassokosten betrekking hebben op werkzaamheden die meer omvatten dan de voorbereiding van de gedingstukken en de in-structie van de zaak. Zij had dit kunnen doen door een specificatie van de kosten in het geding te brengen.
De beoordeling van het geschil
Het primaire verweer wordt door de kantonrechter verworpen. [gedaagde] stelt weliswaar terecht dat Lis haar mededelings en bewijsaandraagplicht in de dagvaarding niet correct is nageko-men, maar Lis heeft dit verzuim echter naar het oordeel van de kantonrechter in haar con-clusie van repliek hersteld. Een dergelijk herstel is toegestaan, nu het bepaalde in artikel 111 lid 3 Rv. niet op straffe van nietigheid is voorgeschreven.
De kantonrechter is van oordeel dat de vordering van Lis niet kan worden toegewezen. Dit oordeel berust op de volgende overwegingen.
De overeenkomst die in de onderhavige zaak eventueel tussen partijen tot stand zou zijn gekomen betreft een zogenaamde overeenkomst op afstand zoals nader geregeld in artikelen 7:46a e.v. BW. Deze regeling is bedoeld om consumenten bij overeenkomsten die op afstand tot stand komen, bijvoorbeeld via internet, verdergaande bescherming te bieden. Het gebruik van technieken op afstand mag immers niet ten koste gaan van de aan de consument te verstrekken informatie. Het is juist op dit punt dat de door Lis aan haar vordering ten grondslag gelegde stellingen tekortschieten.
Kernpunt is dat [gedaagde] gemotiveerd betwist dat er tussen partijen op enig moment een overeenkomst tot stand is gekomen op grond waarvan hij abonnementsgelden verschuldigd zou zijn aan Lis en dat Lis daar tegenover onvoldoende feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die tot de conclusie kunnen leiden dat er wèl een overeenkomst tot stand is gekomen. Lis heeft in zeer algemene termen beschreven op welke wijze [gedaagde] de aanmeld-procedure zou hebben doorlopen. Daarbij verliest Lis uit het oog dat daarmee niet kan worden vastgesteld dat het [gedaagde] zèlf was die deze procedure doorliep. Zelfs de vraag of dit alles via de (privé)computer van [gedaagde] is verlopen is niet beantwoord. Het had op de weg van Lis gelegen daarover met bewijzen aan te komen. Zij kan dan ook niet volstaan met een slechts in algemene termen vervat bewijsaanbod.
De kantonrechter merkt naar aanleiding van het vorenstaande nog op dat bij de door Lis gestelde gang van zaken enkele essentiële gegevens ontbreken. Zo heeft zij geen bewijsstuk overgelegd waaruit kan volgen dat [gedaagde] per post een inlogcode opgestuurd heeft gekregen, bij welke gelgenheid overigens ook de algemene voorwaarden van Lis hadden kunnen worden meegezonden. Pas na invulling van inlog en wachtwoord zou [gedaagde] “binnen” zijn. Het wachtwoord is blijkens produktie 5 bij repliek afkomstig van het (bovenaan vermelde)
e-mailadres nobody@ikbenheet.nl., niet van livechat4u.com, laat staan van Lis. De kanton-rechter kan een en ander niet beschouwen als het voldoen aan de dwingend voorgeschreven procedure die tot een overeenkomst op afstand kan leiden, in welke procedure de identitieit van de leverancier direct moet kunnen worden vastgesteld.
Belangrijk is tenslotte dat Lis heeft nagelaten aan te geven op welke data de over en weer uitgewisselde informatie zou hebben plaatsgevonden. [gedaagde] zou zich op 24 juli 2004 hebben aangemeld, volgens Lis bevestigd op 27 juli 2004. Op andere door Lis overgelegde e-mails ontbreekt iedere datumaanduiding. De door Lis bij repliek als produktie 7 overgelegde gegevens hebben alleen betrekking op 27 juli 2004 en leveren dus niet zonder meer het bewijs dat [gedaagde] gebruik heeft gemaakt van het abonnement zoals Lis beweert. Overigens zijn de in het geding zijnde nota’s - die niet de gehele hoofdsom dekken - van veel later datum zonder dat Lis aangeeft wat er in de tussentijd is gebeurd.
Alle hierboven geschetste feiten en omstandigheden maken naar het oordeel van de kantonrechter duidelijk dat tussen partijen geen overeenkomst op afstand tot stand is gekomen en zeker geen overeenkomst (waarvan de nietigheid is ingeroepen) die de wettelijke toets kan doorstaan, nog daargelaten - dit geheel ten overvloede - de vraag of de in de algemene voorwaarden vermelde bedingen niet onredelijk bezwarend zijn. Zo is het de vraag of Lis [gedaagde] had kunnen houden aan het voorschrift uit de algemene voorwaarden (indien deze van toepassing zouden zijn) dat de proefperiode van 10 dagen zonder schriftelijke opzegging (per aangetekende post naar het postbusnummer van Lis) automatisch wordt omgezet in een Gold membership. [gedaagde] heeft terecht de vraag opgeworpen dat het vreemd is dat de aanmelding digitaal kan geschieden en voor opzegging een aangetekend schrijven noodzakelijk is. In artikel 6:267 BW is onder meer bepaald dat, indien de overeen-komst langs electronische weg is totstandgekomen, deze tevens door een langs electronische weg uitgebrachte verklaring kan worden ontbonden. Dit behoort zeker te gelden voor een overeenkomst als de onderhavige waarin slechts een korte try out-periode geldt.
De kantonrechter komt tot de slotsom dat de vordering van Lis onvoldoende grondslag heeft en dus niet toewijsbaar is. De proceskosten komen voor rekening van Lis als de in het ongelijk gestelde partij.
Beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt Lis tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] tot en met vandaag worden begroot op € 200,-- aan salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. Patijn en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.