ECLI:NL:RBHAA:2006:AU9519

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
11 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
286811/ CV EXPL 05-9850
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij aanrijding op kruising tussen parkeerplaats en doorgaande weg

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 11 januari 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en Generali Schadeverzekeringmaatschappij N.V. naar aanleiding van een aanrijding die plaatsvond op 24 april 2004 op de kruising van de Ardennelaan en het Euratomplein te Heemskerk. [eiseres] had Generali gedagvaard, omdat haar echtgenoot met de Daewoo Matiz SE, die op de Ardennelaan reed, was aangereden door een Volkswagen bestuurd door [bestuurder 2], die van het Euratomplein kwam. De kern van het geschil was of de uitmonding van het Euratomplein op de Ardennelaan als uitrit moest worden aangemerkt, waardoor [bestuurder 2] voorrang had moeten verlenen aan de Daewoo.

De kantonrechter oordeelde dat de uitmonding van het Euratomplein als uitrit moet worden beschouwd, omdat de functie van het Euratomplein als parkeerplaats voor iedere weggebruiker kenbaar was. De rechter baseerde zijn oordeel op zowel het constructiecriterium als het bestemmingscriterium. Het ontbreken van duidelijke kenmerken die de uitrit als zodanig aanduiden, zoals verkeersdrempels of een doorlopend trottoir, werd in overweging genomen, maar de aanwezigheid van een verkeersbord dat de bestemming als parkeerplaats aangaf, was doorslaggevend.

De kantonrechter concludeerde dat [bestuurder 2] onrechtmatig had gehandeld door geen voorrang te verlenen aan de Daewoo, en dat Generali als WAM-verzekeraar aansprakelijk was voor de schade die [eiseres] had geleden. Generali werd veroordeeld tot betaling van € 1.355,02, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten werden aan Generali opgelegd. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. F.J.P. Veenhof.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 286811/ CV EXPL 05-9850
datum uitspraak: 11 januari 2006
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[eiseres]
te [woonplaats]
eisende partij
hierna te noemen [eiseres]
gemachtigde Stichting Rechtsbijstandverzekering SRK
tegen
de naamloze vennootschap
GENERALI SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.
te Diemen
gedaagde partij
hierna te noemen Generali
gemachtigde mr. H.G.M. Spitsbaard
De procedure
[eiseres] heeft Generali gedagvaard op 22 september 2005. Generali heeft schriftelijk geantwoord.
Nadat de kantonrechter had beslist dat de zaak zich niet leent voor een comparitie van partijen na antwoord, heeft [eiseres] schriftelijk op het antwoord gereageerd, waarna Generali nog een schriftelijke reactie heeft gegeven.
De feiten
1. Op 24 april 2004 heeft op de kruising van de Ardennelaan en het Euratomplein te Heemskerk een aanrijding plaatsgevonden tussen een aan [eiseres] in eigendom toebehorende en door haar echtgenoot bestuurde personenauto van het merk Deawoo Matiz SE, met kenteken [kenteken] (hierna: de Daewoo), en een door [bestuurder 2] (hierna: [bestuurder 2]) bestuurde Volkswagen, gekentekend [kenteken].
2. De Ardennelaan is een doorgaande weg. Het Euratomplein bevat een parkeerplaats en biedt toegang tot een aldaar gelegen flatgebouw en supermarkt. De parkeerplaats is voorzien van een verkeersbord van het type E8.
3. Bij de aanrijding is [bestuurder 2], die vanuit de richting van het Euratomplein kwam, tegen de over de Ardennelaan rijdende en voor hem van links komende Daewoo aangereden.
4. De Daewoo heeft ten gevolge van de aanrijding schade opgelopen ten bedrage van € 1.355,02.
5. In het door de politie opgemaakte proces-verbaal van de aanrijding staat onder meer het volgende vermeld:
“De wegen zijn wel van gelijke orde […]
Er was geen zgn “uitritconstructie” aanwezig.”
6. Generali is de WAM-verzekeraar van [bestuurder 2]. [eiseres] heeft Generali verzocht de door haar geleden schade te vergoeden. Generali heeft niet aan dit verzoek voldaan.
De vordering
[eiseres] vordert (samengevat) veroordeling van Generali tot betaling van € 1.355,02, vermeerderd met de wettelijke rente. [eiseres] stelt daartoe het volgende.
[bestuurder 2] kwam van de op het Euratomplein gelegen parkeerplaats. Uit het verkeersbord blijkt dat het Euratomplein de (beperkte) bestemming van parkeerplaats heeft. [bestuurder 2] heeft in strijd met artikel 54 RVV en met de in het verkeer betamelijke zorgvuldigheid gehandeld, door met onverminderde vaart de uitrit van de parkeerplaats af te rijden en geen voorrang te verlenen aan de Daewoo die over de Ardennelaan, een doorgaande weg, reed. [bestuurder 2] heeft daarmee onrechtmatig gehandeld jegens [eiseres]. Generali is als WAM-verzekeraar van [bestuurder 2] gehouden de schade die [eiseres] ten gevolge van de aanrijding heeft geleden, te vergoeden.
Het verweer
Generali betwist de vordering. Zij voert daartoe het volgende aan.
De aanrijding heeft plaatsgevonden op een kruising van gelijkwaardige wegen, aangezien de aansluiting van het Euratomplein op de Ardennelaan noch naar constructie noch naar bestemming als uitrit herkenbaar is. Er is geen verkeersdrempel, doorlopend trottoir of slagboom. Het Euratomplein sluit bovendien met twee brede wegen aan op de Ardennelaan. Deze wegen bieden, naast het parkeerterrein, ook toegang tot het flatgebouw en de supermarkt. Van een beperkte bestemming is dus ook geen sprake. Het standpunt van Generali vindt steun in het proces-verbaal. De echtgenoot van [eiseres] had [bestuurder 2], die voor hem van rechts kwam, voorrang moeten verlenen. Generali is dus niet aansprakelijk voor de door [eiseres] geleden schade.
De beoordeling van het geschil
Bepalend voor de uitkomst van het onderhavige geschil is de beantwoording van de vraag of de uitmonding van het Euratomplein ter hoogte van de kruising met de Ardennelaan te [woonplaats] als uitrit dient te worden aangemerkt, zodat [bestuurder 2], hoewel van rechts komende, voorrang had moeten verlenen aan de Daewoo. Voor de beantwoording van deze vraag is van doorslaggevend belang of die uitmonding voor iedere weggebruiker, ongeacht uit welke richting hij nadert, op grond van de situatie ter plaatse als uitrit kenbaar is. Dit moet worden beoordeeld aan de hand van twee criteria, het constructiecriterium, waarbij dient te worden gekeken naar de wijze waarop de aansluiting van het Euratomplein op de Ardennelaan is gemaakt, en het bestemmingscriterium, waarbij dient te worden gekeken naar de functie van het Euratomplein.
[eiseres] heeft een aantal foto’s in het geding gebracht van de situatie ter plaatse. Nu Generali deze foto’s niet heeft betwist, zal de kantonrechter ze betrekken bij de beoordeling van het geschil. De foto’s ondersteunen het verweer van [bestuurder 2] in zoverre, dat daaruit valt op te maken, dat de constructie van de uitmonding van het Euratomplein niet zodanig is, dat zij voor iedere weggebruiker onmiskenbaar als uitrit kenbaar is. De daarvoor noodzakelijke uiterlijke kenmerken als (bijvoorbeeld) een verkeersdrempel dan wel een verschil in hoogte tussen het Euratomplein en de Ardennelaan of een langs de uitmonding van het Euratomplein doorlopend trottoir ontbreken. Er is weliswaar een verschil in kleur en steensoort van de bestrating van beide wegen waarneembaar, maar dit verschil is onvoldoende uitgesproken om de stelling van [eiseres], dat daaruit het onderscheid in de wegen blijkt, te ondersteunen.
Het ontbreken van de hiervoor genoemde of andere kenmerken in de constructie van de aansluiting van het Euratomplein op de Ardennelaan, welke de conclusie rechtvaardigen dat het hier onmiskenbaar om een uitrit gaat, sluit echter de mogelijkheid niet uit dat de aansluiting om andere dan met de constructie samenhangende omstandigheden als uitrit kan worden bestempeld. Het gaat in dat geval om toetsing aan het tweede criterium, het bestemmingscriterium.
Daarbij is allereerst van belang dat als onbetwist vaststaat dat bij de ingang tot het parkeerterrein een verkeersbord van het type E8 staat. Dit verkeersbord, dat ook op (twee van) de door [eiseres] overgelegde foto’s zichtbaar is, maakt aan de verkeersdeelnemers op de Ardennelaan duidelijk wat de bestemming van het Euratomplein is, namelijk een parkeerplaats voor personenauto’s. Voorts blijkt uit de door [eiseres]s overgelegde foto’s dat deze bestemming ook gezien vanaf de Ardennelaan als zodanig kenbaar is. Voor de weggebruiker die het Euratomplein verlaat, blijkt deze bestemming zonder meer uit de aanwezigheid van een groot aantal parkeerhavens (volgens Generali circa 200).
De functie van het Euratomplein als parkeerplaats is derhalve voor iedere weggebruiker, onafhankelijk van de richting waaruit deze komt, kenbaar. Dit brengt mee dat de bestemming van de uitmonding van het Euratomplein van beperktere aard is dan die van de weg waarop deze uitmondt, de Ardennelaan. Dat het Euratomplein tevens toegang biedt tot een aldaar gelegen flatgebouw en supermarkt doet dit niet anders zijn, nu gesteld noch gebleken is dat dit voor iedere weggebruiker, dus ook voor degene die zich op de Ardennelaan bevindt, zo duidelijk kenbaar is, dat aannemelijk is dat daardoor de bestemming van het Euratomplein als parkeerplaats als ondergeschikt zal worden ervaren.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de aansluiting van het Euratomplein op de Ardennelaan dient te worden aangemerkt als uitrit. [bestuurder 2] had derhalve bij het oprijden van de Ardennelaan voorrang dienen te verlenen aan [eiseres]. Nu hij dit niet heeft gedaan, is hij, althans zijn WAM-verzekeraar, voor de door [eiseres] ten gevolge van de aanrijding geleden schade aansprakelijk. Niet is gebleken van feiten en omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat [eiseres] in enige mate schuld heeft aan de aanrijding, zodat de vordering in zijn geheel voor toewijzing gereed ligt.
De proceskosten komen voor rekening van Generali omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.
Beslissing
De kantonrechter:
- veroordeelt Generali tot betaling aan [eiseres] van € 1.355,02 te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 24 april 2004 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt Generali tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [eiseres] tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd, en bepaalt dat de explootkosten worden verhoogd met een percentage dat overeenkomt met het percentage, bedoeld in art. 9, 1e lid, van de Wet op de Omzetbelasting 1968, omdat [eiseres] de haar in rekening gebrachte omzetbelasting niet op grond van genoemde wet kan verrekenen en dit nadrukkelijk verklaart, en de gerechtsdeurwaarder aan de voet van het exploot verklaart dat de kosten in verband daarmee zijn verhoogd:
exploot € 71,93
vastrecht € 146,00
salaris gemachtigde € 300,00;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af hetgeen meer of anders mocht zijn gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.