ECLI:NL:RBHAA:2006:AV2582
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Van Andel
- mrs. Kalden
- mrs. Steenmetser-Bakker
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van vermeende mishandeling van baby met shaken baby syndroom
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 23 februari 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan haar baby, als gevolg van het zogenaamde 'shaken baby syndroom'. De tenlastelegging omvatte zowel opzet als schuld, waarbij de verdachte ervan werd beschuldigd haar baby opzettelijk te hebben geschud, wat zou hebben geleid tot ernstige verwondingen, waaronder botbreuken en hersenbeschadiging. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de beschuldigingen te ondersteunen. De getuige-deskundige, Prof. Dr. Van Nieuwenhuizen, heeft verklaard dat het schudden van de baby door de verdachte niet het hersenletsel kon hebben veroorzaakt. Bovendien was er onvoldoende bewijs dat de botbreuken opzettelijk door de verdachte of door haar schuld waren veroorzaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Na het horen van de getuigen en het bestuderen van het dossier, kwam de rechtbank tot de conclusie dat de botbreuken mogelijk voor de ten laste gelegde periode waren ontstaan, en dat er geen overtuigend bewijs was dat de verdachte de verwondingen had veroorzaakt. Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten en het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.