ECLI:NL:RBHAA:2006:AV2659

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
20 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
296689 AO VERZ 05-2690
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst en toekenning van een vergoeding aan werkneemster na overname door Sanoma

In deze zaak verzoekt de werkneemster, hierna aangeduid als [verzoekster], om ontbinding van haar arbeidsovereenkomst met Sanoma Uitgevers B.V. en om een vergoeding van € 133.410,68. De kantonrechter heeft op 20 februari 2006 uitspraak gedaan in de Rechtbank Haarlem. De verzoekster heeft haar verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst onderbouwd met de stelling dat Sanoma niet zorgvuldig heeft gehandeld bij de overname van de activiteiten van haar vorige werkgever, Uitgeverij Woudestein B.V. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Sanoma onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht en dat de werkneemster in een onhoudbare positie is gemanoeuvreerd. De kantonrechter heeft de werkneemster een vergoeding van € 100.000,00 bruto toegekend, omdat de handelwijze van Sanoma in strijd is met hetgeen een goed werkgever betaamt. De kantonrechter heeft daarbij rekening gehouden met het lange dienstverband van de werkneemster en de omstandigheden rondom de overname.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rep.nr.: 296689/ AO VERZ 05-2690
datum uitspraak: 20 februari 2006
BESCHIKKING ONTBINDING ARBEIDSOVEREENKOMST
inzake
[verzoekster]
te [woonplaats]
verzoekster
hierna: [verzoekster]
gemachtigde: mr. drs. C.H. Krens
tegen
de besloten vennootschap Sanoma Uitgevers B.V.
te Amsterdam, kantoor houdende te Hoofddorp
verweerster
hierna: Sanoma
gemachtigde: mr. N.A. de Leeuw
De procedure
Op 23 december 2005 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van [verzoekster]. Sanoma heeft een verweerschrift ingediend.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 2 februari 2006. Op deze zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De gemachtigden van partijen hebben pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.
Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.
De feiten
[verzoekster], 51jaar oud, is bij Sanoma in dienst, laatstelijk in de functie van senior accountmanager tegen een salaris van €3.221,92 bruto per maand exclusief vakantiegeld (en overige emolumenten).
Van 1 september 1993 tot 3 oktober 1994 heeft [verzoekster] op freelance basis advertentieacquisitie verricht voor uitgeverij om Spaarnestad, behorend tot een Sanoma.
In de periode van 3 oktober 1994 tot 1 september 1996 heeft [verzoekster] in de functie van advertentieverkoper gewerkt bij Admedia B.V., eveneens behorend tot Sanoma.
Van 1 september 1996 tot 1 januari 2005 heeft tussen Uitgeverij Woudestein B.V. (hierna ook Woudestein) en [verzoekster] een arbeidsovereenkomst bestaan. Uitgeverij Uitgeverij Woudestein B.V. behoort eveneens tot Sanoma.
Met ingang van 1 januari 2005 zijn de activiteiten van Uitgeverij Woudestein B.V. overgeheveld naar het Wooncluster van Sanoma.
In verband met die overheveling is een overnameprotocol opgesteld. In dat protocol is opgenomen dat Sanoma na de overgang van de activiteiten van Uitgeverij Woudestein B.V. de arbeidsvoorwaarden van de betrokken medewerkers wenste te harmoniseren. Sanoma biedt daartoe de betrokken medewerkers een pakket arbeidsvoorwaarden aan dat op jaarbasis bezien gelijkwaardig dan wel beter is dan het pakket arbeidsvoorwaarden dat de betrokken 50 medewerkers hadden bij Woudestein BV.
Het door Sanoma geboden pakket arbeidsvoorwaarden is door de betrokken vakorganisaties op gelijkwaardigheid getoetst en akkoord bevonden.
Voorts bevat het overnameprotocol de volgende hardheidsclausule:
“Indien een strikte toepassing van de in dit overzicht opgenomen maatregelen in een individueel geval tot een situatie leidt, waardoor de medewerker onevenredig in zijn belangen wordt getroffen, kan Sanoma Uitgevers van deze maatregelen in positieve zin afwijken.”
Begin oktober 2004 is door Sanoma aan [verzoekster] meegedeeld dat zij niet in aanmerking kwam voor de functie van sales manager bij het Wooncluster. [verzoekster] zou bij Sanoma te werk worden gesteld in de functie van senior accountmanager.
In de maanden oktober en november 2004 heeft [verzoekster] om verduidelijking gevraagd over de gewenste taken en functie vanaf 1 januari 2005.
Bij brief van 18 oktober 2004 heeft Sanoma onder meer het volgende aan [verzoekster] geschreven:
“(…)
Het grootste deel van je huidige werkzaamheden blijf je gewoon voortzetten, echter een klein deel van je taken komt te vervallen. Dit heeft o.a. te maken met het feit dat werkzaamheden bij Sanoma uitgevers anders zijn georganiseerd. De functies zijn daardoor over het geheel genomen smaller dan bij een kleine uitgeverij als Woudestein.
(…)”
Bij brief van 13 december 2004 heeft Sanoma aan [verzoekster] meegedeeld dat zij per 17 december 2004 werkzaam zou zijn in Hoofddorp in de functie van senior accountmanager.
Bij brief van 30 december 2004 heeft [verzoekster] aan Sanoma laten weten daarmee niet akkoord te gaan.
Bij brief van 17 januari 2005 heeft Sanoma aan [verzoekster] bericht dat sprake zou zijn van een gelijkwaardige functie onder gelijktijdige toezending van de functiebeschrijving.
Nadat tussen partijen nog verdere correspondentie gewisseld was en overleg had plaatsgevonden heeft Sanoma op 3 juni 2005 schriftelijk aan [verzoekster] bevestigd dat overeenstemming was bereikt over de nieuwe functie van [verzoekster] als account executive bij het 50+ Media cluster op de afdeling Sales.
In een gesprek op 17 juni 2005 werd aan [verzoekster] meegedeeld dat Sanoma haar arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wilde omzetten in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van zes maanden.
Bij brief van 11 juli 2005 heeft Sanoma onder meer het volgende aan [verzoekster] meegedeeld:
“(…)
Ik was dan ook onaangenaam verrast over het nieuws dat op jouw functioneren bij het Wooncluster al geruime tijd kritiek was en je hierover al meerdere gesprekken hebt gevoerd met (…).
(…)
Je zult begrijpen dat door de ontwikkelingen van de afgelopen weken mijn enthousiasme wel is afgenomen. Door deze start heb ik ook twijfel aan de mogelijkheid om dat in de toekomst weer helemaal goed te krijgen. Ik kan mij voorstellen dat bij jou hetzelfde gevoel heerst. Wellicht is het een idee om eerst de lucht te klaren bij het Wooncluster zodat je met een schone lei aan een volgende klus kan beginnen.
Maar vanzelfsprekend kan ik mij ook voorstellen dat jij ons wilt houden aan de eerder gemaakte afspraken, die trouwens ook zwart op wit staan.
In dat laatste geval lijkt het mij dan, voor beide partijen, noodzakelijk en verstandig om een evaluatiemoment met elkaar in te bouwen na zes maanden.”
Als reactie hierop heeft [verzoekster] op 13 juli 2005 onder meer het volgende aan Sanoma laten weten:
“Ook juist is dat wij overeenstemming hebben bereikt over de baan en de arbeidsvoorwaarden voor de functie bij het ouderencluster. Het lijkt erop dat Sanoma nu op haar schreden terugkeert door te reppen over “twijfel”, een “proeftermijn” en een
“evaluatiemoment”. Van een bestaand en afgesproken verbeteringstraject is mij niets bekend.”
Bij e-mail bericht van 1 augustus 2005 heeft Sanoma aan [verzoekster] geschreven dat zij er inmiddels niet meer omheen kan dat het functioneren van [verzoekster] binnen het Wooncluster ter discussie stond.
Bij brief van 3 augustus 2005 heeft Sanoma aan [verzoekster] bevestigd dat zij met ingang van 1 augustus 2005 de functie van senior accountmanager op de afdeling Sales bij het 50+ media cluster zou gaan vervullen.
[verzoekster] heeft haar werkzaamheden tot en met 10 augustus 2005 kunnen voortzetten, maar is op 11 augustus 2005 wegens spanningsklachten arbeidsongeschikt geraakt. Zij is ook thans nog arbeidsongeschikt.
Het verzoek
[verzoekster] verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens veranderingen in de omstandigheden.
Ter toelichting stelt [verzoekster] – samengevat – het volgende.
[verzoekster] heeft zich tot het uiterste ingespannen om ervan uit te gaan dat de handelwijze van Sanoma vanaf eind 2004 viel terug te voeren op interne misverstanden en haar positieve grondhouding te bewaren. Tot haar spijt heeft [verzoekster] moeten constateren dat de motieven van Sanoma niet zuiver zijn geweest en dat de handelwijze van Sanoma haar belangen op flagrante wijze heeft geschaad. De gevolgen daarvan dienen dan ook in de risicosfeer van Sanoma te liggen.
Sanoma heeft [verzoekster] sedert eind 2004 in een onmogelijke en onhoudbare positie gemanoeuvreerd, eerst door het gemarchandeer bij/na de overgang van Woudestein, dan door ongemotiveerd te wijzen op “disfunctioneren”en (mogelijk) ontslag, en vervolgens door de onjuiste handelwijze met betrekking tot de (nieuwe) positie van het Ouderencluster. Onderhandelingen tussen partijen over een minnelijke regeling gericht op beëindiging van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een redelijke vergoeding zijn afgebroken.
De belangrijkste reden om aan [verzoekster] een significante vergoeding toe te kennen is het geven dat de handelwijze van Sanoma in flagrante strijd is met hetgeen een goed werkgever betaamt, mede gelet op de uitstekende conduitestaat van [verzoekster]. [verzoekster] heeft geen uitzicht op een baan elders.
[verzoekster] acht een vergoeding tegen correctiefactor C=2 alleszins redelijk. Die vergoeding komt neer op €133.410,68.
Het verweer
Sanoma heeft zich ten aanzien van de verzochte ontbinding gerefereerd aan het oordeel van de kantonrechter. Voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, heeft Sanoma aangevoerd dat aan [verzoekster] geen vergoeding, althans niet de door [verzoekster] verzochte vergoeding, behoort te worden toegekend.
Ter toelichting voert Sanoma – samengevat – het volgende aan.
Sanoma heeft de nodige zorgvuldigheid die van haar als goed werkgever mag worden verwacht in acht genomen bij de overgang van Woudestein naar Sanoma. [verzoekster] is niet teruggezet in functie. De functie van sales manager Wooncluster is niet gelijk aan de oude functie van [verzoekster] bij Woudestein. [verzoekster] heeft als senior accountmanager binnen het Wooncluster niet voldoende gefunctioneerd. Medio 2005 is [verzoekster] de gelegenheid geboden over te stappen van het Wooncluster naar het Ouderencluster. [verzoekster] heeft deze kans onbenut gelaten.
Het kan [verzoekster] worden aangerekend dat zij de nieuwe kans die haar geboden was en waartoe zijn nota bene ook zelf het initiatief had genomen, onbenut heeft gelaten. Zowel haar nieuwe leidinggevende als de betrokken uitgever hebben beiden duidelijk aan [verzoekster] kenbaar gemaakt haar een faire kans te willen bieden en haar een start met een schone lei te willen geven. Sanoma kan zich thans niet aan de indruk onttrekken dat [verzoekster] nimmer de intentie heeft gehad deze nieuwe kans aan te grijpen, doch enkel wenst te gaan voor een hoge financiële genoegdoening.
Er is geen sprake van zodanige gewijzigde omstandigheden dat op de grond daarvan een ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is. Indien [verzoekster] niet meer bij en voor Sanoma wil werken dan staat het haar vrij de arbeidsovereenkomst op te zeggen.
[verzoekster] heeft het in belangrijke mate aan zichzelf te wijten dat haar overgang van Woudestein nader Sanoma met de nodige stroefheid is verlopen. Zij heeft een nodeloze discussie over haar arbeidsvoorwaarden aangezwengeld en zich vervolgens weinig constructief, doch voornamelijk wantrouwend, opgesteld naar aanleiding van de voorgestelde nieuwe functie bij Sanoma.
Aangezien [verzoekster] op niet mis te verstane wijze duidelijk maakt geen enkel vertrouwen meer te hebben in Sanoma als werkgever, sluit Sanoma niet uit dat reeds alleen op deze grond voor een voortzetting van het dienstverband onvoldoende vertrouwensbasis aanwezig zal zijn.
Indien de kantonrechter beslist dat de arbeidsovereenkomst dient te worden ontbonden, betoogt Sanoma dat aan [verzoekster] in dat geval geen vergoeding althans geen vergoeding van een omvang zoals door haar verzocht, toekomt.
De beoordeling van het verzoek
De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod als bedoeld in artikel 7:685 lid 1 BW.
Aangezien [verzoekster] zelf ontbinding van de arbeidsovereenkomst nastreeft en Sanoma zich wat die ontbinding betreft aan het oordeel van de kantonrechter heeft gerefereerd, zijn er voldoende gewichtige redenen om de arbeidsovereenkomst op korte termijn te ontbinden, zodat het verzoek in zoverre toewijsbaar is.
Beoordeeld moet worden of aan [verzoekster] in redelijkheid een vergoeding toekomt. Met betrekking tot die vergoeding overweegt de kantonrechter het volgende.
Gebleken is dat de overgang van [verzoekster] van Woudestein naar Wooncluster van Sanoma stroef is verlopen.
Daarvoor valt Sanoma wel een verwijt te maken. Zij heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat sprake was gelijkwaardigheid tussen de functie van [verzoekster] bij Woudestein en de functie die zij bij Sanoma zou vervullen. Uit de gewisselde correspondentie blijkt dat een aantal taken van [verzoekster], die zij wel bij Woudestein had, bij Sanoma niet zou krijgen.
Voorts blijkt uit de genoemde correspondentie dat, hoewel [verzoekster] een lang dienstverband had, door Sanoma aan [verzoekster] werd meegedeeld dat eerst zou worden bezien hoe [verzoekster] zou voldoen, met een evaluatie na zes maanden. Het is begrijpelijk dat deze opstelling van Sanoma voor [verzoekster] in verband met haar lange dienstverband en haar functioneren tot dan toe, als een volslagen en onaangename verrassing uit de lucht kwam vallen.
Voor de stelling van Sanoma dat [verzoekster] niet naar behoren zou hebben gefunctioneerd is onvoldoende steun te vinden in de overgelegde stukken. Weliswaar bevindt zich bij die stukken een formulier van een functionerings- en ontwikkelingsgesprek uit mei 2004, maar dat stuk staat slechts op zichzelf. In ieder geval worden de conclusies in dat verslag niet ondersteund door gegevens uit de periode daarvoor. Gelet op het lange dienstverband van [verzoekster] had het toch voor de hand gelegen dat, indien zij al niet voldoende zou functioneren, daarvan in eerdere verslagen gewag zou zijn gemaakt. Bedoelde eerdere verslagen zijn echter niet voorhanden althans niet in het geding gebracht.
Voorts had van Sanoma als werkgever mogen worden verwacht, nu hier immers sprake was van overgang van Woudestein naar een cluster bij Sanoma, dat zij niet zonder meer zou afgaan op dat enkele functioneringsgesprek, maar dat zij zich meer zou inspannen om de meer genoemde overgang soepel te laten verlopen.
Het feit dat de organisatiestructuur bij Sanoma tot gevolg heeft dat een functie als die welke [verzoekster] bij Woudestein vervulde, bij Sanoma niet bestaat, zoals uit de brief van 18 oktober 2004 blijkt, dient geheel voor rekening van Sanoma te blijven. Ook met die omstandigheid had Sanoma bij de overgang rekening moeten houden.
De kantonrechter is op grond van het vorenstaande van oordeel dat Sanoma ten aanzien van [verzoekster] bij de overgang van Woudestein naar Sanoma niet zorgvuldig heeft gehandeld. Dat zich situaties zouden kunnen voordoen waarin een medewerker door de maatregelen uit het overnameprotocol onevenredig in zijn belangen zou worden is in dat protocol voorzien. Sanoma had zich dat moeten realiseren. Er was naar het oordeel van de kantonrechter voldoende reden om de bovengenoemde hardheidsclausule ten aanzien van [verzoekster] te hanteren.
Alles tegen elkaar afwegende is de kantonrechter van oordeel dat [verzoekster] de dupe is geworden van de overgang van de activiteiten van Woudestein naar Sanoma en dat Sanoma daarvoor een verwijt valt te maken.
Dat aan [verzoekster] ook een verwijt valt te maken omdat zij zich niet voldoende flexibel zou hebben opgesteld is niet vol te houden. Gelet op het genoemde uitgangspunt van het overnameprotocol mocht [verzoekster] er immers op vertrouwen dat zij in een gelijkwaardige positie zou komen te verkeren. Terecht heeft zij zich daarom verzet toen voor haar duidelijk werd dat dit niet het geval bleek te zijn.
De kantonrechter is op grond van het bovenstaande van oordeel dat aan [verzoekster] in redelijkheid een vergoeding toekomt van afgerond €100.000,00 bruto.
Bij de bepaling van de hoogte van die vergoeding heeft de kantonrechter de werkzaamheden van [verzoekster] in de periode van 1 september 1993 tot 3 oktober 1994 meegewogen, omdat deze gelijk zijn aan de werkzaamheden bij Woudestein en Sanoma en er voldoende verband bestaat met Sanoma, omdat Uitgeverij Spaarnestad eveneens tot Sanoma behoorde.
[verzoekster] heeft een hogere vergoeding verzocht, zodat de kantonrechter [verzoekster] in de gelegenheid zal stellen het verzoek in te trekken.
Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van hetgeen in deze beschikking is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
Gezien de aard van de procedure worden de kosten tussen partijen gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Beslissing
De kantonrechter:
stelt partijen ervan in kennis voornemens te zijn de arbeidsovereenkomst tegen 1 maart 2006 te ontbinden onder toekenning van een vergoeding als hierna is vermeld;
bepaalt dat [verzoekster] de gelegenheid heeft het verzoek in te trekken door middel van een uiterlijk op 28 februari 2006 te 15.00 uur ter griffie ontvangen schriftelijke mededeling met gelijktijdige toezending van een afschrift daarvan aan de wederpartij;
voor het geval [verzoekster] het verzoek niet intrekt wordt alvast als volgt beslist:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tegen 1 maart 2006;
kent aan [verzoekster] ten laste van Sanoma een vergoeding toe van €100.000,00 bruto, ineens te voldoen, (als aanvulling op ingevolge sociale verzekeringswetten te ontvangen uitkeringen dan wel elders te verwerven lager inkomen uit arbeid);
veroordeelt voor zover nodig Sanoma tot betaling van die vergoeding;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
voor het geval [verzoekster] het verzoek wel intrekt:
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.