ECLI:NL:RBHAA:2006:AV2669

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
27 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
301079 VV EXPL 06-32
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming van woning wegens brand door hennepplantage

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 27 februari 2006 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de woningbouwvereniging Eendracht Maakt Macht (EMM) en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. EMM vorderde de ontruiming van de woning van [gedaagde] binnen tien dagen na betekening van het vonnis, omdat er op 24 januari 2005 brand was uitgebroken in de woning als gevolg van overbelasting van de elektrische installatie. Tijdens het onderzoek na de brand ontdekte de politie een hennepkwekerij in de woning, wat volgens EMM in strijd was met de huurovereenkomst en de wet. EMM stelde dat [gedaagde] haar medebewoners in gevaar had gebracht en dat er een spoedeisend belang was bij de ontruiming.

[gedaagde] betwistte de vordering en voerde aan dat er geen spoedeisend belang was, omdat de schade inmiddels was hersteld en de hennepplantage was verwijderd. [gedaagde] stelde dat zij niet op de hoogte was van de hennepplantage en dat de buurman verantwoordelijk was voor de situatie. Bovendien huurde zij de woning al bijna 16 jaar zonder noemenswaardige problemen en betaalde zij haar huur op tijd. [gedaagde] had belang bij het blijven wonen in de woning, vooral omdat zij samen met haar minderjarige dochter in de woning verbleef.

De kantonrechter oordeelde dat EMM niet voldoende had aangetoond dat er sprake was van een spoedeisend belang bij de ontruiming. De rechter concludeerde dat [gedaagde] zich moest kunnen voorbereiden op een mogelijke ontruiming en dat de vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening moest worden geweigerd. EMM werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde].

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 301079/ VV EXPL 06-32
datum uitspraak: 27 februari 2006
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING
inzake
de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging
WONINGBOUWVERENIGING EENDRACHT MAAKT MACHT
te [woonplaats]
eisende partij
hierna te noemen EMM
gemachtigde mr. D. Schelvis
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde]
gemachtigde mr. A. de Visser
De procedure
EMM heeft [gedaagde] op 10 februari 2006 gedagvaard. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 20 februari 2006, waarbij de gemachtigde van EMM zich heeft bediend van pleitnotities. Partijen hebben nog stukken in het geding gebracht. De griffier heeft aantekening gehouden van hetgeen ter zitting is verhandeld.
De feiten
1. [gedaagde] huurt sedert 26 juli 1993 van EMM de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] (hierna: de woning).
2. Op 24 januari 2005 is in de woning brand uitgebroken ten gevolge van overbelasting van de elektrische installatie in de woning. In de kamer van de woning waar de brand heeft gewoed, heeft de politie een hennepkwekerij aangetroffen.
De vordering
EMM vordert bij wijze van voorlopige voorziening (samengevat) veroordeling van [gedaagde] tot ontruiming van de woning binnen 10 dagen na betekening van het vonnis. EMM stelt daartoe het volgende.
[gedaagde] heeft door het houden van een hennepkwekerij in de woning gehandeld in strijd met de wet en de verplichtingen uit de huurovereenkomst. Zij heeft haar medebewoners aan grote gevaren blootgesteld en is daarmee zodanig tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen, dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. Vooruitlopend op de ontbinding van de huurovereenkomst, welke in een bodemprocedure zal worden gevorderd, heeft EMM een spoedeisend belang bij de ontruiming van de woning op korte termijn, gelet op haar wens om in ernstige zaken als de onderhavige een effectief sanctioneringsbeleid te voeren als signaal naar alle andere huurders van EMM.
Het verweer
[gedaagde] betwist de vordering en voert daartoe het volgende aan.
Er is geen spoedeisend belang bij de ontruiming van de woning. De schade, die meeviel, is inmiddels hersteld door [gedaagde] en de (relatief kleine) hennepplantage is verwijderd. [gedaagde] ziet in dat zij onjuist heeft gehandeld. Van kans op recidive is geen sprake. [gedaagde] huurt de woning al bijna 16 jaar van EMM zonder noemenswaardige problemen. De huurpenningen worden tijdig voldaan. [gedaagde] is een vrouw die gemakkelijk te beïnvloeden is. De hennepplantage behoorde niet haar toe, maar een buurman. Deze had [gedaagde] geholpen bij het aanleggen van een laminaatvloer in de woning en als tegenprestatie verzocht enige zaken bij [gedaagde] in de woning te mogen opslaan. [gedaagde] wist aanvankelijk niet dat het om hennepplanten ging. Later durfde zij de buurman er niet op aan te spreken.
[gedaagde], die samen met haar minderjarige dochter in de woning verblijft, heeft er belang bij in de woning te kunnen blijven wonen. Vooralsnog staat niet vast dat in de bodemprocedure de huurovereenkomst zal worden ontbonden. EMM heeft bovendien niet aannemelijk gemaakt, dat de uitslag van die bodemprocedure niet kan worden afgewacht.
De beoordeling van het geschil
Voor toewijzing van een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening, dient het spoedeisend belang daarvan evident te zijn.
EMM heeft geen feiten en omstandigheden aangevoerd waarin haar stelling, dat het signaal dat zij naar de andere bewoners wil afgeven, aan kracht inboet indien zij niet reeds thans tot ontruiming kan overgaan, steun vindt. Van een spoedeisend belang is derhalve niet gebleken. Daartegenover staat dat [gedaagde], gelet op haar persoonlijke omstandigheden, er belang bij heeft om zich op een (mogelijke) ontruiming te kunnen voorbereiden.
Dit leidt ertoe dat de vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening zal worden geweigerd.
De proceskosten komen voor rekening van EMM omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.
Beslissing
De kantonrechter:
- weigert de gevorderde voorlopige voorziening;
- veroordeelt EMM tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] tot en met vandaag worden begroot op € 200,00 aan salaris gemachtigde, te betalen aan de griffier van de rechtbank Haarlem door storting op rekeningnummer 19.23.25.833 t.n.v. MvJ Arrondissement Haarlem onder vermelding van het zaaknummer.
Dit vonnis is gewezen door mr. mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.