ECLI:NL:RBHAA:2006:AV3390
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen wegens onvoldoende gewichtige redenen en eenzijdige toedeling van schuld
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 2 maart 2006 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Compaan Van Zijl B.V. en de werknemer, aangeduid als [verweerder]. Compaan verzocht de ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van veranderingen in de omstandigheden, waarbij zij stelde dat [verweerder] zich sinds 1 mei 2004 onhebbelijk en onfatsoenlijk gedroeg tegenover zowel collega's als klanten. Dit gedrag zou hebben geleid tot klachten van klanten en een verslechtering van de werkrelatie.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 februari 2006 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat, hoewel er verschillen van inzicht waren over het gedrag van [verweerder], Compaan onvoldoende had gedaan om de relatie tussen [verweerder] en zijn collega's te verbeteren. De kantonrechter oordeelde dat Compaan [verweerder] niet voldoende had gewaarschuwd en dat er geen gewichtige redenen waren om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter benadrukte dat Compaan [verweerder] eerst de kans moest geven om zijn gedrag te verbeteren door middel van training of coaching.
De kantonrechter concludeerde dat er geen sprake was van een zodanige wijziging in omstandigheden die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigde. De beslissing werd genomen met inachtneming van het lange dienstverband van [verweerder] en het feit dat er geen bewijs was dat zijn gedrag had geleid tot omzetverlies. De kantonrechter wees het verzoek tot ontbinding af en bepaalde dat partijen in overleg moesten treden om de situatie te verbeteren. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.