ECLI:NL:RBHAA:2006:AV4836

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
23 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
F. 449/2005
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbewaringstelling van gefailleerde in het kader van faillissement

Op 23 februari 2006 heeft de rechtbank te Haarlem, enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken, een beschikking gegeven in het faillissement van U.B., dat op 15 november 2005 was uitgesproken. De waarnemend rechter-commissaris heeft een voordracht gedaan tot inbewaringstelling van de gefailleerde, die op diezelfde dag is gehoord. De gefailleerde is verzocht om medewerking te verlenen aan het overboeken van zijn rekeningen naar de faillissementsrekening, maar er was onduidelijkheid over de medewerking van de buitenlandse bank. De rechtbank heeft overwogen dat de gefailleerde zijn beschikking en beheer over zijn vermogen heeft verloren door de faillietverklaring, en dat zijn medewerking noodzakelijk is om te voorkomen dat hij de saldi aan het faillissement onttrekt.

De rechtbank heeft besloten dat U.B. in verzekerde bewaring wordt gesteld voor de duur van dertig dagen in het Huis van Bewaring te Haarlem, met alle beperkingen die op een dergelijke inbewaringstelling rusten. Dit houdt in dat de gefailleerde alleen contact mag hebben met zijn raadsman, de curator en de rechter-commissaris. De curator, mr. R.J. Kaas, heeft informatie ontvangen over rekeningen van de gefailleerde in Turkije, die niet aan de curator zijn gemeld. Ondanks dat de gefailleerde enige medewerking heeft verleend, bestaat er een substantieel risico dat hij de saldi aan het faillissement zal trachten te onttrekken. Daarom is het verzoek tot inbewaringstelling toegewezen, omdat het belang van de boedel zwaarder weegt dan dat van de gefailleerde.

Uitspraak

RECHTBANK TE HAARLEM
Faillissementsnummer: F. 449/2005
Datum beschikking: 23 februari 2006
De rechtbank te Haarlem, enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken;
Gezien de voordracht d.d. 23 februari 2006 van de waarnemend rechter-commissaris in het op 15 november 2005 door deze rechtbank uitgesproken faillissement van:
U. B.,
geboren te [plaats] op [datum],
verblijvende te [verblijfplaats];
curator mr. R.J. Kaas te Haarlem,
strekkende tot inbewaringstelling van gefailleerde;
Gelet op het proces-verbaal van verhoor d.d. 23 februari 2006, waarvan de inhoud als hier ingelast dient te worden beschouwd.
OVERWEEGT:
De curator heeft via de postblokkade informatie ontvangen waaruit volgt dat gefailleerde in Turkije een tweetal rekeningen op zijn naam heeft met begin 2006 een saldo van respectievelijk € 237.416,43 en € 174.335,00.
Deze saldi vallen op grond van artikel 20 Faillissementswet in het faillissement van gefailleerde.
Gefailleerde heeft van dit actief geen mededeling gedaan aan de curator.
Gefailleerde is heden op de voet van artikel 105 Faillissementswet gehoord door de waarnemend rechter-commissaris ten aanzien van deze rekeningen. Voorts is hem verzocht medewerking te verlenen aan het overboeken van deze saldi naar de faillissementsrekening door het ondertekenen van een machtiging aan de curator om dat namens hem te kunnen doen. In dat verband is ook een notaris verzocht om aanwezig te zijn, zodat van de machtiging van gefailleerde een notariële akte kan worden opgemaakt.
Uit artikel 23 Faillissementswet volgt dat gefailleerde de beschikking en het beheer over zijn tot het faillissement behorend vermogen door de faillietverklaring verliest. Omdat voormelde vermogensbestanddelen zich in het buitenland bevinden en niet zonder meer duidelijk is in hoeverre de betreffende bankinstelling een eventueel verzoek van gefailleerde om opname of overboeking anders dan naar de faillissementsrekening zal afwijzen op grond van artikel 23 Faillissementswet, alsmede een verzoek van de curator om overboeking naar de faillissementsrekening op basis van het vonnis tot faillietverklaring zal honoreren, is de medewerking van gefailleerde noodzakelijk.
Hoewel gefailleerde thans in zoverre zijn medewerking heeft verleend aan overboeking van de saldi in Turkije naar de faillissementsrekening, dat hij de machtiging van de curator daarvoor heeft getekend, is er een substantieel risico dat de gefailleerde de saldi aan het faillissement zal trachten te onttrekken, voordat de curator heeft kunnen bewerkstelligen dat de saldi op de faillissementsrekening, althans een op zijn naam staande rekening zijn overgeboekt. Gefailleerde heeft deze saldi immers aan de boedel trachten te onttrekken door daarvan geen mededeling te doen aan de curator, laat staan het er zelf toe te leiden dat deze saldi op de faillissementsrekening werden overgeboekt.
Het verzoek tot inbewaringstelling zal derhalve worden toegewezen, nu het belang van gefailleerde niet opweegt tegen het belang van de boedel bij zijn inbewaringstelling.
Tevens zal gefailleerde in beperkingen worden geplaatst teneinde te voorkomen dat hij genoemde saldi via derden alsnog aan de boedel kan onttrekken.
F. 449/2005 - 2 -
BESCHIKT:
Beveelt dat U.B. voornoemd in verzekerde bewaring wordt gesteld voor de duur van dertig dagen in het Huis van Bewaring te Haarlem of enig ander Huis van Bewaring hier te lande.
Beveelt voorts dat U.B. zal worden onderworpen aan alle beperkingen welke op de in verzekerde bewaringstelling kunnen rusten en slechts contacten mag onderhouden met zijn raadsman, de curator en de rechter-commissaris in zijn faillissement.
Aldus gedaan te Haarlem op 23 februari 2006 door mr. M. Flipse, rechter, lid van voormelde kamer, in tegenwoordigheid van de griffier.