ECLI:NL:RBHAA:2006:AV6350
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aanwijzing van een pand als beschermd gemeentelijk monument door de gemeente Zaanstad
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 7 maart 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Nederlands Gereformeerde Kerk en het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad. De zaak betreft de aanwijzing van een pand als beschermd gemeentelijk monument, welke door de gemeente op 25 november 2003 is vastgesteld. De kerk, gevestigd te Zaandam, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, dat uiteindelijk ongegrond werd verklaard door de gemeente op 28 oktober 2004. Hierop heeft de kerk beroep ingesteld, dat op 29 maart 2005 ter zitting is behandeld.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de relevante wetgeving, waaronder de Monumentenverordening Zaanstad 1996 en de Monumentenwet 1988, in acht genomen. De rechtbank oordeelde dat de gemeente de juiste procedures heeft gevolgd, inclusief het inwinnen van advies van de monumentencommissie. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om te twijfelen aan de gang van zaken zoals beschreven in het verslag van de hoorzitting van de ambtelijke commissie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanwijzing van het pand als monument niet in strijd is met de belangen van de godsdienstuitoefening, zoals door de kerk werd gesteld.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de gemeente in redelijkheid tot haar besluit heeft kunnen komen. De uitspraak benadrukt het belang van de lokale regelgeving en de bevoegdheid van gemeenten om monumenten aan te wijzen, zonder dat zij verplicht zijn om de maatstaven van andere gemeenten te volgen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.