ECLI:NL:RBHAA:2006:AV7267

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
24 maart 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
302441 VV EXPL 06-55
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot wedertewerkstelling van een Sales Engineer na functiewijziging en salarisverlaging

In deze zaak vorderde eiser, een Sales Engineer, wedertewerkstelling in zijn functie na een functiewijziging door zijn werkgever, Schneider Electric B.V. Eiser was sinds 1980 in dienst en had zijn functie van Sales Engineer 2 sinds 1993 bekleed. Na een periode van arbeidsongeschiktheid en re-integratie, bood Schneider hem een functie als Support Engineer aan, met een aanzienlijke salarisverlaging. Eiser betwistte de redelijkheid van dit aanbod en stelde dat hij gedwaald had bij de acceptatie van de nieuwe functie, omdat hij niet op de hoogte was van de nadelige arbeidsvoorwaarden. De kantonrechter oordeelde dat het aanbod van Schneider niet als redelijk kon worden beschouwd, gezien de lange dienstverband van eiser en de omstandigheden waaronder de functiewijziging plaatsvond. De rechter wees de vordering van eiser toe en verplichtte Schneider om hem binnen twee dagen na betekening van het vonnis toe te laten zijn werkzaamheden als Sales Engineer 2 te verrichten, op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- per dag, tot een maximum van € 50.000,--. De proceskosten werden gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 302441/ VV EXPL 06-55
datum uitspraak: 24 maart 2006
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING
inzake
[eiser]
te [woonplaats]
eisende partij
hierna te noemen [eiser]
gemachtigde mr. A.M. Mellema
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHNEIDER ELECTRIC B.V.
te Haarlem
gedaagde partij
hierna te noemen Schneider
gemachtigde mr. M.J. Draaisma
De procedure
[eiser] heeft Schneider op 22 februari 2006 gedagvaard. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 17 maart 2006, waarbij de gemachtigde van Schneider zich heeft bediend van pleitnotities. De griffier heeft aantekening gehouden van hetgeen ter zitting is verhandeld.
De feiten
1. [eiser] is op 25 augustus 1980 in dienst getreden bij (de rechtsvoorgangster van) Schneider. Met ingang van 1 mei 1993 is [eiser] de functie van Sales Engineer (sedert 2003 genaamd Sales Engineer 2) gaan bekleden tegen een salaris van (laatstelijk) € 4.311,-- bruto per maand, exclusief emolumenten. Op deze functie is salarisschaal 10 van de CAO voor de Technische Groothandel (hierna: de CAO) van toepassing.
2. Ten gevolge van een historische ontwikkeling behoort het door [eiser] laatstelijk genoten salaris in salarisschaal 12, trede 15.
3. Op 17 december 2003 is het functioneren van [eiser] over 2003 beoordeeld met het cijfer 2 (Behoeft verbetering) in een schaal van 1 (Onbevredigend) tot 5 (Uitstekend).
4. [eiser] is, na het overlijden van zijn echtgenote in augustus 2004, arbeidsongeschikt geraakt.
5. Eind november 2004 is een traject ter reïntegratie van [eiser] in zijn werkzaamheden aangevangen. Schneider heeft [eiser] daarbij aangeboden tijdelijk in een ondersteunende (kantoor)functie werkzaam te zijn. [eiser] heeft dit aanbod niet geaccepteerd.
6. Op 5 januari 2005 is het functioneren van [eiser] in 2004, voorafgaande aan zijn arbeidsongeschiktheid, beoordeeld. [eiser] ontving daarbij het beoordelingscijfer 3 (“Meets requirements”).
7. Per 11 januari 2005 is [eiser] voor 50% arbeidsgeschikt verklaard. Hij heeft vanaf die datum voor de overige 50% zijn werkzaamheden op arbeidstherapeutische basis verricht.
8. Per 5 april 2005 is [eiser] 75% arbeidsgeschikt verklaard voor het verrichten van zijn functie.
9. Bij brief van 31 mei 2005 heeft commercial manager [xxx] (hierna: [xxx]) onder meer het volgende aan [eiser] medegedeeld:
“Over het algemeen laat jouw database nogal wat vervuiling zien. […] Ik weet dat er een achterstand weg te werken is, maar in juni dient het geheel geschoond te zijn. […] Ik zal indien je dit wenst je helpen waar ik kan.”
10. [eiser] is vanaf 13 juni 2005 voor 100% arbeidsgeschikt verklaard. In haar advies van 7 juni 2005 heeft de Arbo Unie Schneider geadviseerd de opdrachten aan [eiser] in overleg met zijn leidinggevende te doseren.
11. Bij brief van 19 juli 2005 heeft [xxx] jegens [eiser] zijn zorg uitgesproken over het niet door [eiser] opvolgen van gemaakte afspraken met betrekking tot het actieplan “Installed base”. Hij heeft daarbij onder meer het volgende opgemerkt:
“Ik wil dat je vanaf nu jou verantwoordelijkheid neemt ten aanzien van de opvolging van deze voor Schneider Electric belangrijke acties.”
12. Bij brief van 15 september 2005 heeft [xxx] onder meer het volgende aan [eiser] doen weten:
“Vandaag, 15 september 2005 […] heb ik uiteengezet dat, de tot op dit moment door jou behaalde resultaten ten aanzien van jouw lopende doelstellingen en acties, niet aan Schneider Electric’s verwachtingen voldoen. […] Verder heb ik aangegeven dat […] dit mogelijk consequenties zal hebben voor het handhaven van jou in je huidige functie. […]
Deze situatie is zorgwekkend […] Je heb aangegeven dit te onderkennen en op basis hiervan structurele verbetering voor te staan. De afspraken die wij gemaakt hebben zijn daarbij als volgt.
1. Aan het einde van het jaar zijn de ‘performance’ doelstellingen gerealiseerd.
2. Vanaf nu worden acties met de door het management gecommuniceerde prioriteit binnen de gestelde tijd met beoogde kwaliteit afgehandeld.
3. Nieuwe klanten worden bezocht, zodat het van 45 naar beneden bijgestelde target van 30 nieuwe relaties tegen het einde van het jaar gehaald is.
[…]
Vanzelfsprekend zal ik je daar waar nodig is ondersteunen.”
13. Bij brief van 22 november 2005 heeft [xxx] onder meer het volgende aan [eiser] medegedeeld:
“Het feit dat er hedenmorgen nog steeds 78 tasks open staan […] is voor ons niet te begrijpen en zelfs onacceptabel. De afspraak was dat op 11 november 2005 de achterstand geheel bijgewerkt zou zijn. […]
Nogmaals verzoeken wij u met klem de achterstand op te lossen. […] Indien wij per omgaande geen verbetering zien zijn wij helaas genoodzaakt uw functie als Sales Engineer ter discussie te stellen.”
14. Op 30 november 2005 heeft tussen [xxx] en [yyy], HR Director Netherlands (hierna: [yyy]) enerzijds en [eiser] anderzijds een gesprek plaatsgevonden. Schneider heeft [eiser] daarbij te kennen gegeven hem niet in zijn functie van Sales Engineer 2 te kunnen handhaven en hem de functie van Support Engineer 2 bij het team LV (Low Voltage) aangeboden.
15. [eiser] is met ingang van 1 december 2005 werkzaamheden gaan verrichten voor het LV team.
16. Bij brief van 6 december 2005 heeft [yyy] onder meer het volgende aan [eiser] medegedeeld:
“Hiermee bevestigen wij de uitkomst van het gesprek dat wij hebben gehad op woensdag 30 november 2005 […]
U informeerde ons de volgende ochtend vol overtuiging […] dat u ons aanbod accepteert.
Met ingang van 1 januari 2006 zullen uw arbeidsvoorwaarden als volgt zijn opgebouwd:
? Uw salaris zal worden vastgesteld op het maximum van functiegroep 9, zijnde € 3.308 bruto (schaal 9 trede 14), welke zal worden aangevuld met een persoonlijke toeslag € 1.003 bruto. Deze persoonlijke toeslag zal in 5 jaar evenredig worden afgebouwd naar € 0,00.
[…]
? Uw vaste onkostenvergoeding alsmede uw vaste telefoonkostenvergoeding zullen komen te vervallen.
17. Bij brief van 28 december 2005 heeft de gemachtigde van [eiser] wedertewerkstelling van [eiser] in zijn functie van Sales Engineer 2 gevorderd.
De vordering
[eiser] vordert bij wijze van voorlopige voorziening (samengevat) veroordeling van Schneider tot wedertewerkstelling van [eiser] in zijn functie van Sales Engineer 2 op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- per dag.
[eiser] stelt daartoe het volgende.
[eiser] heeft gedwaald bij zijn acceptatie van de functie van Support Engineer 2, aangezien Schneider [eiser] pas bij de brief van 6 december 2005 op de hoogte heeft gesteld van de aan die functie verbonden arbeidsvoorwaarden. Deze houden in dat [eiser], naast het verlies van de onkosten- en telefoonvergoeding, in de komende vijf jaar zal worden geconfronteerd met een daling van zijn salaris van 25%. Indien [eiser] op 30 november 2005 van die teruggang in salaris had geweten, dan zou hij de functie van Support Engineer nimmer hebben aanvaard.
Voorts is er een sprake van een eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden door Schneider, die niet valt aan te merken als een redelijke voorstel van Schneider. [eiser] behoeft daar dan ook niet mee akkoord te gaan. [eiser] betwist het door [eiser] gestelde disfunctioneren in zijn functie van Sales Engineer 2. Schneider heeft zich niet als goed werkgeefster gedragen door [eiser] in een zeer moeilijke tijd te confronteren met enorme achterstanden. In plaats van [eiser] te begeleiden en ondersteunen, heeft Schneider [eiser] op die achterstanden afgerekend.
Het verweer
Schneider heeft gemotiveerd verweer gevoerd waarop, voor zover van belang, bij de beoordeling van het geschil zal worden ingegaan.
De beoordeling van het geschil
Vooropgesteld dient te worden dat voor toewijzing van een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening alleen dan aanleiding is, indien op grond van de thans gebleken feiten en omstandigheden aannemelijk is dat in een bodemprocedure de beslissing gelijkluidend zal zijn.
Ten aanzien van het verweer van Schneider dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen, welke inhield dat [eiser] vanaf 1 december 2005 zou gaan werken als Support Engineer tegen de in de brief van 6 december 2005 genoemde voorwaarden, wordt als volgt overwogen.
Volgens Schneider is [eiser] in het gesprek op 30 november 2005 duidelijk gemaakt dat de verandering van functie consequenties zou hebben voor zijn arbeidsvoorwaarden. Wat daarvan zij, vast staat dat [eiser] op 1 december 2005 nog niet op de hoogte was op welke –ingrijpende- wijze die voorwaarden zouden veranderen. Het enkele feit dat [eiser] op 1 december 2005 is gaan werken als Support Engineer is dan ook onvoldoende om aan te nemen dat hij daarmee het aanbod van het vervullen van die functie tegen de later genoemde voorwaarden onvoorwaardelijk had geaccepteerd.
Vooralsnog moet dan ook worden aangenomen dat de door Schneider bedoelde overeenkomst niet tot stand is gekomen. Dat brengt met zich mee, dat dan ook van dwaling door [eiser] bij de acceptatie van de functie geen sprake kan zijn, zodat de primaire grondslag aan de vordering komt te ontvallen.
Dat hieromtrent in een bodemprocedure anders zal worden beslist, acht de kantonrechter op grond van de thans gebleken feiten en omstandigheden, vooralsnog niet aannemelijk.
Ten aanzien van het subsidiaire standpunt van [eiser] wordt als volgt overwogen. Nu vooralsnog niet is gebleken dat tussen partijen een nieuwe arbeidsovereenkomst met de daaraan verbonden arbeidsvoorwaarden tot stand is gekomen, heeft de brief van 6 december 2005 als eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden te gelden. Derhalve dient de vraag te worden beantwoord of deze wijziging als een passend aanbod zijdens Schneider dient te worden beschouwd, welk aanbod [eiser] als goed werknemer had moeten accepteren.
Bij deze beoordeling is van belang of aannemelijk moet worden geacht dat in een bodemprocedure zal komen vast te staan dat sprake is van een wijziging van omstandigheden, op grond waarvan Schneider de vrijheid heeft om [eiser] de functie van Support Engineer aan te bieden en redelijkerwijs van [eiser] mag worden verwacht dat hij deze functie aanvaardt. Hieromtrent wordt als volgt overwogen.
Schneider heeft betoogd dat er daadwerkelijk sprake is van een wijziging van de omstandigheden, die daarin bestaat dat [eiser] niet te handhaven is in de functie van Sales Engineer 2, omdat hij niet aan de daaraan gestelde eisen voldoet. Ter onderbouwing van deze stelling heeft Schneider betoogd dat in 2003 de organisatie van haar bedrijf is aangepast aan de economische omstandigheden van die tijd, ten gevolge waarvan nieuwe doelstellingen zijn geformuleerd en van alle medewerkers een grotere werkdiscipline wordt verwacht. Volgens Schneider volgt reeds uit het feit dat het functioneren van [eiser] over dat jaar de een na laagste score heeft behaald, dat het functioneren van [eiser] niet aan die nieuwe eisen en doelstellingen beantwoordde.
Schneider stelt voorts dat zij [eiser], gezien de moeilijke persoonlijke omstandigheden waarin deze in 2004 geraakte, milder heeft beoordeeld dan op grond van de diverse onderdelen van de beoordeling, met name die met betrekking tot het onderdeel Professional Behaviour, gerechtvaardigd was. Die verzachtende omstandigheid heeft er volgens Schneider toe geleid dat het functioneren van [eiser] over dat jaar niet met het cijfer 2, maar met een 3 is gewaardeerd.
Voorts heeft Schneider opgemerkt, dat zij met [eiser] diverse gesprekken heeft gevoerd en afspraken heeft gemaakt met betrekking tot de noodzakelijke verbetering van zijn functioneren, maar dat [eiser] die afspraken niet is nagekomen. Zo bleek [eiser] in de actie “Op jacht naar de schat” geen van de aan hem toegewezen klanten te hebben bezocht, omdat daar volgens hem niet veel eer aan viel te behalen. Volgens Schneider heeft zij [eiser] voldoende begeleiding en ondersteuning geboden bij het behalen van zijn doelstellingen. Zij heeft [eiser] de gelegenheid gegeven zijn achterstanden in te halen en hem daarbij daadwerkelijke, secretariële, ondersteuning geboden.
Het betoog van Schneider vindt steun in de hiervoor geciteerde brieven en beoordelingen.
[eiser] heeft erkend dat hij wellicht niet direct voldoende enthousiast heeft gereageerd op de nieuwe acties en heeft de beoordelingen uit 2003 en 2004 niet aangevochten. Daartegenover heeft hij echter aangevoerd dat Schneider hem tijdens en na de reintegratie onvoldoende heeft ontzien, hoewel het UWV bij zijn hersteldverklaring nog had aangedrongen op het doseren van opdrachten. Voorts heeft hij aangevoerd dat zijn omzet nooit te wensen over heeft gelaten. Uit de door Schneider overgelegde stukken kan dit laatste naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter ook niet onmiskenbaar worden afgeleid.
Hoewel er derhalve wel aanwijzingen zijn voor het gestelde disfunctioneren, is dit nog niet komen vast te staan. Een kortgeding procedure leent zich niet voor nader bewijsvoering, zodat er vooralsnog niet van kan worden uitgegaan dat inderdaad sprake was van een zodanig disfunctioneren door [eiser] dat deze een eenzijdige functiewijziging diende te accepteren. Hieronder zal er echter veronderstellenderwijs van worden uitgegaan dat daarvan wel sprake is geweest.
Vraag is dan echter nog steeds of het voorstel van Schneider met betrekking tot de aangeboden arbeidsvoorwaarden wel redelijk is geweest. In geval van een degradatie als de onderhavige kan van de werkgever immers verlangd worden dat deze zeer zorgvuldig omgaat met de belangen van de werknemer. In dit geval geldt dat eens te meer, nu sprake is van een werknemer die reeds meer dan 25 jaar in dienst is en tot 2003 kennelijk altijd naar tevredenheid heeft gefungeerd. Dit laatste valt onder meer af te leiden uit het feit dat [eiser] beloond werd volgens schaal 12 terwijl de functie van Sales Engineer volgens de CAO in schaal 10 valt. Schneider heeft bij de degradatie met dit aspect geen enkele rekening gehouden en aanvankelijk zonder meer aangekondigd dat [eiser] zou teruggaan naar schaal 9, hetgeen zou neerkomen op het inleveren van ongeveer een kwart (!) van zijn salaris. Ter zitting heeft Schneider weliswaar gemeld dat zij bij nader inzien plaatsing in schaal 10 met behoud van onkostenvergoeding, passend acht, doch dit zou nog immer neerkomen op een terugval in salaris van bijna 18 %. Gelet op het feit dat de functie van Support Engineer volgens de CAO 1 schaal lager wordt beloond dan de functie van Sales Engineer, had het echter voor de hand gelegen [eiser] bij de overstap naar die functie ook te belonen naar 1 schaal lager, derhalve niet langer naar schaal 12 maar naar schaal 11.
De kantonrechter acht het gezien hetgeen hiervoor is overwogen dan ook niet aannemelijk dat de bodemrechter zal oordelen dat het door Schneider gedane -ter zitting nog aangepaste- voorstel als redelijk zal worden aangemerkt.
Uit vorenstaande volgt dan ook dat vooralsnog moet worden geoordeeld dat het Schneider niet vrij stond eenzijdig over te gaan tot plaatsing van [eiser] in de functie van Support Engineer op de door Schneider gestelde arbeidsvoorwaarden. Hieruit volgt dat vordering tot terugplaatsing in de functie van Sales Engineer dient te worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd tot een bedrag van € 50.000,--.
Er is, gelet op de tussen partijen bestaande relatie, aanleiding om te proceskosten te compenseren.
Beslissing
De kantonrechter:
- veroordeelt Schneider om [eiser] binnen twee dagen na betekening van dit vonnis toe te laten zijn werkzaamheden als Sales Engineer 2 te laten verrichten, op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- per dag, zulks tot een maximum van € 50.000,--;
- bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. Boom en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.