ECLI:NL:RBHAA:2006:AW2545

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
19 april 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
294063/ CV EXPL 05-12621
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C.J. Harts
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van reisorganisatie voor tekortkomingen in reisovereenkomst en schadevergoeding voor gederfd reisgenot

In deze zaak heeft eiser, na het sluiten van een reisovereenkomst met GTI Travel B.V. voor een verblijf in het vijf-sterrenhotel Orange County in Turkije, een geschil met de reisorganisatie over de geboden accommodatie. Op de dag van vertrek meldde GTI dat het hotel nog niet geopend was en bood een alternatieve accommodatie aan, die eiser als niet gelijkwaardig beschouwde. Eiser vorderde schadevergoeding voor gederfd reisgenot en telefoonkosten. De kantonrechter oordeelde dat GTI niet kon aantonen dat er sprake was van overmacht en dat de geboden alternatieve accommodatie niet voldeed aan de verwachtingen die eiser op grond van de overeenkomst mocht hebben. De rechter wees de vordering van eiser gedeeltelijk toe, waarbij de immateriële schadevergoeding werd vastgesteld op € 450,-- en de materiële schadevergoeding op € 119,--. De proceskosten werden aan GTI opgelegd, omdat zij in het ongelijk werd gesteld. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van reisorganisatoren om te voldoen aan de verwachtingen van reizigers en de gevolgen van tekortkomingen in de uitvoering van reisovereenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 294063/ CV EXPL 05-12621
datum uitspraak: 19 april 2006
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[eiser]
te [woonplaats]
eisende partij
hierna te noemen [eiser]
gemachtigde SRK Rechtsbijstand
tegen
de besloten vennootschap GTI TRAVEL B.V.
te Amsterdam
gedaagde partij
hierna te noemen GTI
gemachtigde mr. B.S. Friedberg
De procedure
[eiser] heeft GTI gedagvaard op 21 november 2005. GTI heeft schriftelijk geantwoord.
Bij tussenvonnis van 18 januari 2006 is een comparitie van partijen gelast. Deze is gehouden op 22 maart 2006. De griffier heeft aantekening gehouden van hetgeen ter zitting is verhandeld.
De feiten
1. [eiser] heeft op 2 maart 2005 met GTI een reisovereenkomst gesloten, inhoudende een vliegreis naar Turkije voor drie personen met verblijf in het vijf-sterrenhotel Orange County te Kemer, in de periode 1 tot 8 mei 2005. De reissom bedroeg € 983,00, exclusief bijdrage calamiteitenfonds, luchthavenbelasting en brandstof-, periode- en vluchttoeslag.
2. Op de reisovereenkomst zijn de door GTI gehanteerde Reisvoorwaarden van de Vereniging van ANVR reisorganisatoren (hierna: de reisvoorwaarden) van toepassing.
3. Artikel 12 van de reisvoorwaarden heeft betrekking op “aansprakelijkheid en overmacht”.
4. Ingevolge artikel 12 lid 1 van de reisvoorwaarden is de reisorganisator verplicht tot “uitvoering van de overeenkomst overeenkomstig de verwachtingen die de reiziger op grond van de overeenkomst redelijkerwijs mocht hebben”.
5. Artikel 12 lid 3 van de reisvoorwaarden verplicht de reisorganisator, indien de reis niet verloopt overeenkomst de in lid 1 bedoelde verwachtingen, “eventuele schade te vergoeden, tenzij de tekortkoming in de nakoming niet aan hem is toe te rekenen noch aan de persoon van wiens hulp hij bij de uitvoering van de overeenkomst gebruik maakt”.
6. Artikel 12 lid 4 bepaalt dat onder overmacht wordt verstaan “abnormale en onvoorzienbare omstandigheden die onafhankelijk zijn van de wil van degene die zich er op beroept en waarvan de gevolgen ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet konden worden vermeden”.
7. Op de website van GTI is met betrekking tot Hotel Orange County onder meer de volgende beschrijving te lezen:
“De gevel van het hotel zal u doen denken aan echte Amsterdamse grachtenpanden. U kunt heerlijk slenteren langs typische Hollandse winkeltjes zoals een kaaswinkel, een echte Hollandse bakker […]. Ook de entree is echt iets bijzonders, […] een heuse replica (op schaal) van het Centraal Station van onze eigen hoofdstad. Verder treft u in het hotel nog een heuse windmolen […] en een rij Volendamse huisjes. […] Kom naar Orangecounty, beleef Holland onder de Turkse zon […]!”
8. GTI heeft [eiser] op de dag van vertrek telefonisch medegedeeld dat hij niet in Hotel County kon worden ondergebracht, omdat het hotel (destijds in aanbouw) nog niet kon worden geopend.
9. GTI heeft [eiser] de keuze geboden de reis kostenloos te annuleren dan wel onderdak in een vervangende locatie te accepteren. [eiser] heeft voor de tweede mogelijkheid gekozen.
10. [eiser] is op 1 mei 2005 naar Turkije vertrokken en heeft zijn intrek genomen in hotel Kaya Select te Belek.
11. [eiser] heeft op 2 mei 2005 bij de plaatselijke reisagent van GTI, Birce Tours, geklaagd over de accommodatie in hotel Kaya Select. [eiser] is na twee dagen verhuisd naar hotel Le Miracle te Antalya.
12. Bij brief van 18 mei 2005 heeft [eiser] GTI verzocht om terugstorting van de door hem betaalde reissom. Hij heeft onder meer het volgende opgemerkt:
“Eenmaal in de nacht aangekomen in ons hotel Kaya Select te Belek bleek al snel dat dit hotel zeker niet de verwachte norm haalde die wij hadden mogen verwachten van OC.
Na vele vakantieuren te hebben besteed aan onze ontevredenheid ter plaatse, is het uiteindelijk gelukt een kamer te bemachtigen in […] Le Miracle […] zeker niet vergelijkbaar met de faciliteiten van OC. […]
Vooral het Nederlandse aspect moesten wij missen en dit was nu juist de reden van boeken.”
13. GTI heeft [eiser] ter finale kwijting een bedrag van € 200,-- aangeboden. [eiser] heeft het aanbod van GTI niet geaccepteerd.
De vordering
[eiser] vordert (samengevat) veroordeling van GTI tot betaling van € 1.000,-- ter zake van smartengeld en € 237,48 ter zake van telefoonkosten, vermeerderd met de wettelijke rente, alsmede de buitengerechtelijke incassokosten conform het rapport Voorwerk II.
[eiser] stelt daartoe het volgende.
GTI heeft [eiser] niet de accommodatie geleverd die [eiser] op grond van de reisovereenkomst redelijkerwijs mocht verwachten.
De door GTI aan [eiser] geboden vervangende accommodatie was niet gelijkwaardig aan die van het door [eiser] geboekte hotel Orange County. In hotel Kaya Select waren de dienstverlening en het eten onder de maat. Het bed was slecht en de kamer had onvoldoende meubilair. In hotel Le Miracle ontbraken diverse voorzieningen, zoals bioscoop, bowling, snackbar, vitaminebar en internet, terwijl de twee à la carte restaurants steeds waren volgeboekt. Daarbij komt dat ook de ligging ongunstig was, namelijk 25 kilometer van het stadscentrum, en openbaar vervoer ontbrak, zodat [eiser] genoodzaakt was gebruik te maken van vervoer per taxi. Bovendien was er geen Nederlands sprekend personeel en geen Nederlandse menukaart, aspecten die voor [eiser] van wezenlijk belang waren voor zijn keuze van hotel Orange County.
GTI is ingevolge artikel 7:507 BW aansprakelijk voor de schade, zowel materieel als immaterieel, die [eiser] ten gevolge van het niet naar behoren uitvoeren van de reisovereenkomst door GTI heeft geleden. De door [eiser] geleden immateriële schade bestaat uit gederfd reisgenot ten gevolge van teleurstelling en ergernis omtrent de onmogelijkheid om in het hotel van zijn keuze te verblijven, het in één week tot tweemaal toe moeten verhuizen naar een andere accommodatie en het feit dat de vervangende locatie niet gelijkwaardig was aan die van hotel Orange County. De omvang van de immateriële schade bedraagt € 1.000,--.
De materiële schade bestaat uit de telefoonkosten die [eiser] heeft moeten maken om met Nederland te bellen.
Het verweer
GTI betwist de vordering. Zij voert daartoe het volgende aan.
GTI is niet gehouden tot vergoeding van de door [eiser] geleden schade, aangezien GTI zelf pas op 1 mei 2005 op de hoogte werd gesteld van het feit dat hotel Orange County op die dag niet gereed was om gasten te ontvangen. Er is dus sprake van overmacht in de zin van artikel 12 lid 4 van de reisvoorwaarden.
GTI heeft [eiser] op 1 mei 2005 om 10.30 uur gebeld. Indien [eiser] zoveel gelegen was aan de Hollandse “touch” van hotel Orange County – enig in zijn soort -, had hij gebruik kunnen maken van de gelegenheid die GTI hem heeft geboden om de reis kostenloos te annuleren. [eiser] heeft echter bewust en weloverwogen voor een alternatieve accommodatie gekozen. Dat hij over die accommodatie uiteindelijk niet tevreden was, kan GTI niet worden tegengeworpen.
Hotel Kaya Select is een meer dan gelijkwaardig alternatief voor hotel Orange County. Het is, evenals hotel Orange County, een vijf-sterrenhotel en beschikt over diverse faciliteiten, zoals vijf restaurants, discotheek, internetcafé, binnen- en buitenzwembad en een privé strand. GTI betwist de door [eiser] gestelde tekortkomingen van hotel Kaya Select.
Toen [eiser] niet tevreden bleek met hotel Kaya Select, heeft GTI haar uiterste best gedaan om een tweede hotel te vinden, dat naar wens van [eiser] was.
Het door [eiser] gevorderde smartengeld staat niet in verhouding tot de gestelde derving van het reisgenot. De door GTI aangeboden vergoeding, zijnde 20% van de reissom, is een passende genoegdoening.
Niet gebleken is dat de telefoonkosten daadwerkelijk zijn gemaakt in verband met de onderhavige kwestie. Dit gedeelte van de vordering dient derhalve als onvoldoende onderbouwd te worden afgewezen.
De beoordeling van het geschil
Ter zitting is gebleken dat GTI reeds geruime tijd op de hoogte was van het feit dat de opening van hotel Orange County al een aantal keren was uitgesteld. Ook heeft [eiser] onbetwist gesteld dat hij voor zijn vertrek naar Turkije diverse malen bij GTI heeft geïnformeerd of het hotel op 1 mei 2005 daadwerkelijk open zou zijn, hetgeen hem bij zijn laatste contact door GTI werd bevestigd.
GTI kan zich er dan niet op beroepen dat het feit, dat het hotel Orange County op 1 mei 2005 niet open was, niet aan haar kan worden tegengeworpen, omdat zij dit zelf pas op 1 mei 2005 van haar locale reisagent heeft vernomen. Er was derhalve geen sprake van omstandigheden welke door GTI of haar locale agent niet konden worden voorzien. Het had op de weg van GTI gelegen de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen. De door GTI gestelde overmacht is derhalve niet komen vast te staan, zodat het (primaire) verweer van GTI wordt verworpen.
Het door GTI gevoerde verweer dat [eiser] de gelegenheid heeft gehad om te annuleren, zodat hem geen schadevergoeding toekomt, nu hij dat niet heeft gedaan, kan evenmin stand houden. [eiser] heeft gemotiveerd betwist dat GTI hem op 1 mei 2005 al om 10.30 uur heeft gebeld. Volgens [eiser] stond hij op het moment dat hij door GTI werd benaderd, op het punt om met de auto naar familie in Den Haag te vertrekken om daar te gaan eten en van daaruit naar Schiphol te gaan. Nu GTI heeft aangegeven van het tijdstip waarop zij stelt [eiser] op 1 mei 2005 te hebben gebeld, geen bewijs te kunnen bijbrengen, zal haar verweer als onvoldoende gemotiveerd worden verworpen.
Vast staat dat de Hollandse sfeer in het Orange County hotel voor [eiser] van doorslaggevende betekenis is geweest voor het boeken van de reis naar Turkije. Hij had mogen verwachten dat GTI hem deze accommodatie zou bieden. Nu GTI hierin is tekortgeschoten en niet is gebleken van een omstandigheid op grond waarvan deze tekortkoming GTI niet kan worden toegerekend, is GTI gehouden [eiser] de door hem ten gevolge van de tekortkoming van GTI geleden schade te vergoeden.
De kantonrechter zal bij het vaststellen van de omvang van de schadevergoeding geen rekening houden met de toeslagen en de luchthavenbelasting, nu dit kosten betreft die in alle gevallen verschuldigd zouden zijn geweest en niet begrepen zijn in de basisreissom.
De basisreissom omvat zowel de hotelkosten als de kosten voor de vliegreis. Voor de omvang van de schadevergoeding is mede van belang, dat gesteld noch gebleken is dat GTI ter zake van het uitvoeren van de vliegreis jegens [eiser] is tekortgeschoten.
De immateriële schadevergoeding voor het gederfde reisgenot ten gevolge van het gemis van de Nederlandse sfeer in Orange County, de tijd die [eiser] kwijt is geweest met het klagen over de kwaliteit van het hotel Kaya Select en het regelen van een andere accommodatie, wordt naar billijkheid vastgesteld op een bedrag van € 450,--.
De materiële schadevergoeding wordt naar billijkheid vastgesteld op een bedrag van € 119,--, nu [eiser] niet aannemelijk heeft gemaakt, dat hij de door hem gevorderde telefoonkosten uitsluitend heeft gemaakt ten behoeve van het organiseren van een nieuwe accommodatie voor hem en zijn gezin.
De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen, nu niet is gebleken van werkzaamheden die meer hebben omvat dan het sturen van een tweetal sommatiebrieven door de gemachtigde van [eiser].
De proceskosten komen voor rekening van GTI, omdat zij met betrekking tot de kern van de zaak, te weten de schadeplichtigheid jegens [eiser], in het ongelijk wordt gesteld.
Beslissing
De kantonrechter:
- veroordeelt GTI tot betaling aan [eiser] van € 569,--te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 mei 2005 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt GTI tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [eiser] tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd, en bepaalt dat de explootkosten worden verhoogd met een percentage dat overeenkomt met het percentage, bedoeld in art. 9, 1e lid, van de Wet op de Omzetbelasting 1968, omdat [eiser] de hem in rekening gebrachte omzetbelasting niet op grond van genoemde wet kan verrekenen en dit nadrukkelijk verklaart, en de gerechtsdeurwaarder aan de voet van het exploot verklaart dat de kosten in verband daarmee zijn verhoogd:
exploot € 71,93
vastrecht € 146,00
salaris gemachtigde € 200,00;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af hetgeen meer of anders mocht zijn gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J. Harts en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.