ECLI:NL:RBHAA:2006:AW4045
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst na beledigende e-mail en gebrek aan herstelacties
In deze zaak heeft de besloten vennootschap De Financiële Kamer B.V. op 1 maart 2006 een verzoekschrift ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder], die sinds 1 augustus 2003 in dienst was als financieel adviseur. De aanleiding voor het verzoek was een incident waarbij [verweerder] op 16 oktober 2005 een beledigende e-mail naar collega's had gestuurd. De Financiële Kamer stelde dat de basis voor een vruchtbare samenwerking was komen te vervallen, vooral omdat [verweerder] inmiddels een andere baan had aanvaard.
[Verweerder] voerde verweer en stelde dat, indien het verzoek zou worden toegewezen, hij aanspraak maakte op een vergoeding volgens de kantonrechtersformule. Tijdens de zitting op 13 maart 2006 heeft de kantonrechter de argumenten van beide partijen gehoord. De kantonrechter kwam tot de conclusie dat een zinvolle voortzetting van de arbeidsovereenkomst uitgesloten was, en dat er geen aanleiding was om [verweerder] een vergoeding toe te kennen. De kantonrechter oordeelde dat [verweerder] geen actie had ondernomen om de negatieve effecten van zijn beledigende e-mail ongedaan te maken, wat hem verweten kon worden.
De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst met ingang van de uitspraak op 17 maart 2006 en compenseerde de proceskosten, zodat beide partijen hun eigen kosten droegen. Deze beslissing werd genomen door mr. J.S.A.M. Schokkenbroek, kantonrechter te Zaandam, en werd in het openbaar uitgesproken.