ECLI:NL:RBHAA:2006:AW4047
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. van der Valk
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag en verjaring
In deze zaak vorderde eiser schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag door zijn werkgever, Bloem Digital Imaging BV. Eiser stelde dat zijn onregelmatige ontslag per 1 februari 2005 door de werkgever was omgezet in een regelmatig ontslag per 1 maart 2005. De werkgever betwistte dit en voerde aan dat de vordering was verjaard. De kantonrechter oordeelde dat eiser niet had aangetoond dat hij had verzocht om omzetting van het ontslag. De arbeidsovereenkomst werd geacht te zijn geëindigd op 1 februari 2005, waardoor de vordering van eiser was verjaard. Eiser werd niet ontvankelijk verklaard in zijn vorderingen. De procedure begon met een tussenvonnis van 3 november 2005, waarna een comparitie na antwoord volgde op 22 december 2005. De kantonrechter beoordeelde de feiten en concludeerde dat de vordering van eiser niet tijdig was ingesteld. De kantonrechter verwees naar relevante wetgeving en eerdere jurisprudentie, waaronder de uitspraak van de Hoge Raad van 30 mei 1995, die stelt dat een onregelmatige opzegging niet nietig is, maar de werkgever schadeplichtig maakt. Eiser had geen verzoek gedaan om het ontslag om te zetten en had te lang gewacht met het instellen van zijn vordering. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en veroordeelde eiser in de proceskosten.