ECLI:NL:RBHAA:2006:AX1167
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling na eerdere schone lei
In deze zaak heeft verzoekster op 29 maart 2006 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 4 mei 2006 is verzoekster gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster eerder, van 21 september 1999 tot en met 22 oktober 2002, een schuldsaneringsregeling heeft gehad, die is afgesloten met het verlenen van een schone lei. Volgens artikel 288 lid 2 sub a van de Faillissementswet kan een verzoek tot schuldsanering worden afgewezen indien de schuldenaar in de tien jaar voorafgaand aan het verzoek al een schuldsaneringsregeling heeft gehad, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die een hernieuwde toelating rechtvaardigen.
Verzoekster heeft een totaalschuld van € 7.655,53, die zij toeschrijft aan haar overleden vriend, die zonder haar medeweten veelvuldig gokte. De rechtbank oordeelt dat verzoekster, gezien haar eerdere schuldsaneringsregeling, verantwoordelijk had moeten zijn voor het ontstaan van nieuwe schulden. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een hernieuwde toelating tot de schuldsaneringsregeling rechtvaardigen. Daarom wordt het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen.
De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat de eigen verantwoordelijkheid van verzoekster om na het succesvol afronden van de eerdere schuldsaneringsregeling niet opnieuw in de schulden te raken, zwaar weegt. De rechtbank wijst het verzoek af, en deze beslissing is uitgesproken op 16 mei 2006 in aanwezigheid van de griffier.