Op basis van dit sociaal plan werd de arbeidsovereenkomst van werknemers, die boventallig waren verklaard en niet herplaatsbaar waren, ontbonden en werd hen een beëindigingvergoeding, zoals omschreven in artikel 7 van het sociaal plan, toegekend.
c. Bij brief van 28 december 2004 hebben [eiser] en Kamps de volgende afspraak gemaakt:
“In vervolg op uw sollicitatie bevestigen wij dat u met ingang van maandag 3 januari a.s. periode 1 2005 te werk wordt gesteld bij Kamps Lokatie Zwanenburg. (...)
Vooralsnog is met u afgesproken dat u voor een periode van een half jaar (te weten tot 1 juli a.s.) in principe in de gelegenheid wordt gesteld om volgens uw huidige werktijden in enkelvoudige dienst werkzaam te zijn. Uw vaste arbeidsvoorwaarden wijzigen gedurende deze periode niet.
Aan deze overplaatsing is verbonden dat u vanaf 1 juli a.s. bereid en beschikbaar bent voor ploegendienst, waarbij in het onderhavige geval dat dit onverhoopt van uw kant niet mogelijk mocht zijn (wij verwachten dat u dit uiterlijk in de maand juni bekend zal maken), het dienstverband per eerst mogelijke datum zal eindigen. In dat geval is dan ook de regeling onder art. 7 ‘Financiële regelingen’ van het sociaal plan op u van toepassing als of het dienstverband per 1 januari 2005 zou zijn verbroken. (...)”
d. Deze brief is zowel door Kamps als [eiser] voor akkoord ondertekend.
e. Met ingang van januari 2005 is [eiser] gaan werken op de locatie van Kamps te Zwanenburg, eerst in een enkelvoudige dienst en vanaf februari 2005 in een tweeploegen-dienst.
f. Begin juni 2005 heeft [eiser] Kamps mondeling verzocht het dienstverband te beëindigen en hem de beëindigingvergoeding alsnog uit te betalen.
g. Bij brief van 9 juni 2005 heeft Kamps dit verzoek geweigerd. In deze brief is het volgende opgenomen:
- Sinds februari 2005 (week 5) werkt u zonder mankeren en naar volle tevredenheid
volgens een 2-ploegendienst zoals met u toentertijd is afgesproken.
- In juni heeft u geïnformeerd naar het rooster en de werktijden vanaf juli. Dit in verband met een reeds in gang gezette sollicitatie elders. U gaf op 8 juni te kennen inmiddels een afrondend gesprek te hebben gehad met een andere werkgever, alwaar u per augustus 2005 kunt starten.
- Hoewel voortzetting van het dienstverband volgens een 3 ploegenschema meer passend voor onze organisatie zou zijn, hebben wij in verband met uw bezwaren én uw bijdrage als gekwalificeerd en gewaardeerd medewerker voor de expeditie, aan u bevestigd, dat de in februari 2005 afgesproken 2 ploegendienst kan worden gecontinueerd.
Wij hebben op grond van uw gewaarde [bedoeld is: “gewaardeerde” toev. Ktr.) inbreng en inpasbaarheid van werktijden geen reden om de arbeidsovereenkomst met u te ontbinden, in het licht waarvan toepassing van het sociaal plan gezien dient te worden. Ook uw sollicitatie thans naar een baan elders dient daarom buiten het kader van de regelingen in het sociaal plan gesteld te worden.”
h. Bij brief van 20 juni 2005 heeft [eiser] het volgende aan Kamps geschreven:
“Zoals ik u inmiddels diverse malen heb laten weten behoort het werken in ploegendienst niet voor mij tot de mogelijkheden. Conform de gemaakte afspraak zal het dienstverband nu snel eindigen. Ik beroep mij hierbij op de gemaakte afspraken van 28 december 2004.”
i. Bij brief van 13 juli 2005 heeft [eiser] de arbeidsovereenkomst met ingang van
15 augustus 2005 opgezegd. Kamps is met deze opzegging akkoord gegaan, doch heeft geweigerd aan [eiser] de verzochte beëindigingvergoeding te betalen.