ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8821
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst met vergoeding wegens disfunctioneren
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 9 juni 2006 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Lexpoint B.V. en een werkneemster, hierna aangeduid als [verweerster]. Lexpoint, de werkgever, verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van disfunctioneren van [verweerster]. De werkneemster was sinds 1 mei 2002 in dienst bij Lexpoint en had de functie van verkoper Volkswagen. De werkgever stelde dat [verweerster] niet goed functioneerde en dat er klachten waren over haar inzet en nauwkeurigheid. Echter, de kantonrechter oordeelde dat Lexpoint het disfunctioneren van [verweerster] niet voldoende had onderbouwd met bewijsstukken. Er was geen bewijs van functioneringsgesprekken of andere documentatie die het disfunctioneren kon aantonen. De kantonrechter wees erop dat de werkgever geen enkele onderbouwing had gegeven voor de stelling dat de verkoopresultaten van [verweerster] achterbleven bij die van haar collega's.
De mondelinge behandeling vond plaats op 2 juni 2006, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten. De kantonrechter concludeerde dat de schorsing van [verweerster] door Lexpoint onterecht was en dat er geen grond was voor de zware maatregel van schorsing. De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst ontbonden moest worden, maar dat [verweerster] recht had op een vergoeding van € 12.750 bruto, rekening houdend met haar maandsalaris. De kantonrechter stelde vast dat Lexpoint de keuze had gemaakt om [verweerster] niet te laten werken, terwijl zij had aangegeven bereid te zijn om haar werkzaamheden voort te zetten. De beslissing van de kantonrechter was dat de arbeidsovereenkomst per 1 juli 2006 ontbonden zou worden, met toekenning van de vergoeding aan [verweerster].