ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9248

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
21 juni 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
301578 CV EXPL 06-1611
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over betaling van facturen voor mobiele telecommunicatiediensten en de gevolgen van providerwisseling

In deze zaak vorderde Orange Nederland N.V. (voorheen Dutchtone N.V.) betaling van gedaagde voor geleverde mobiele telecommunicatiediensten. Gedaagde had een overeenkomst met Orange Nederland, maar was in gebreke gebleven met de betaling van de verschuldigde kosten. Orange Nederland beëindigde de dienstverlening en vorderde afsluitkosten en de vaste kosten over de resterende looptijd van de overeenkomst. Gedaagde had in de periode van 3 juni 2005 tot en met 2 augustus 2005 geen gebruik gemaakt van de diensten van Orange Nederland, omdat hij inmiddels was overgestapt naar een andere provider, Telfort. De kantonrechter oordeelde dat het in strijd met redelijkheid en billijkheid was om gedaagde een factuur voor deze periode in rekening te brengen, aangezien niet was gebleken dat hij gebruik had gemaakt van de diensten. De kantonrechter wees de vordering tot betaling van een factuur van €40,00 af, maar kende de gevorderde wettelijke rente toe, omdat gedaagde in verzuim was geraakt door het niet betalen van de facturen. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken door mr. F.J.P. Veenhof op 21 juni 2006.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 301578 CV EXPL 06-1611
datum uitspraak: 21 juni 2006
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de naamloze vennootschap Orange Nederland N.V., voorheen handelend onder de naam
Dutchtone N.V.
te ‘s-Gravenhage
eisende partij
hierna te noemen Orange Nederland
gemachtigde Van Arkel gerechtsdeurwaarders Alphen aan den Rijn
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde]
verschenen in persoon
De procedure
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk-ken, waarvan de inhoud als hier ingevoegd is te beschouwen:
- de dagvaarding van 6 februari 2006,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het door de kantonrechter tussen partijen gewe-zen en op 29 maart 2006 uitgesproken tussenvonnis,
- de aantekeningen van de griffier van de ingevolge dat vonnis op 25 april 2006 gehouden comparitie van partijen en de bij die gelegenheid door Orange Nederland overgelegde producties.
[gedaagde] was ter comparitie niet verschenen. Na afloop van de comparitie van partijen is [gedaagde] daarom in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op al wat ter zitting door Orange Nederland naar voren was gebracht. [gedaagde] heeft daarvan geen gebruik gemaakt.
De vordering
Orange Nederland vordert dat [gedaagde] zal worden veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Orange Nederland te betalen €507,77, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 februari 2006 tot aan de dag de algehele voldoening over €422,27, kosten rechtens.
Orange Nederland heeft het volgende aan haar vordering ten grond-slag gelegd:
Orange Nederland heeft met [gedaagde] een overeenkomst gesloten in het kader waarvan aan [gedaagde] mobiele telecommunicatiediensten werden geleverd.
[gedaagde] is met betaling van de verschuldigde kosten in gebreke gebleven ondanks sommatie daartoe. Orange Nederland heeft op grond daarvan de dienstverlening beëindigd.
[gedaagde] is afsluitkosten verschuldigd geworden, alsmede conform de voorwaarden van de overeenkomst de vaste kosten over de resterende looptijd van de overeengekomen minimumperiode.
Op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden is gedaagde de wettelijke rente verschuldigd ingaande op de vervaldag. Tot en met de dag van de dagvaarding bedraagt die rente €10,50.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft [gedaagde] Orange Nederland genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven. Orange Nederland heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten belope van €75,00. [gedaagde] dient deze kosten ingevolge de algemene betalingsvoorwaarden aan Orange Nederland te voldoen.
Het verweer
[gedaagde] heeft de vordering gemotiveerd weersproken. Op het verweer zal, voor zover relevant, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
De beoordeling van het geschil
Tussen partijen is komen vast te staan dat [gedaagde] op 23 januari 2005 is overgegaan van Orange Nederland naar zijn huidige provider (Telfort).
Ter zitting van 25 april 2006 heeft Orange Nederland erkend dat bij de overgang van Orange Nederland naar Telfort fouten zijn gemaakt en dat deze overgang rommelig is verlopen.
Uit de door Orange Nederland in het geding gebrachte facturen blijkt dat [gedaagde] in de periode van 3 maart 2005 tot en met 8 mei 2005 normaal gebruik heeft gemaakt van de door Orange Nederland in die periode geleverde telecommunicatiediensten.
Door niet meer schriftelijk te reageren op hetgeen namens Orange Nederland ter comparitie is verklaard en/of op de producties die namens Orange Nederland ter comparitie zijn overgelegd, heeft [gedaagde] een en ander onweersproken gelaten. Daarom staat het gebruik van de mobiele telefoon in de genoemde periode vast en zal [gedaagde] voor dat gebruik de facturen alsnog moeten voldoen.
Dit geldt te meer nu gesteld nog gebleken is dat [gedaagde] terzake van gesprekken in deze periode ook rekeningen heeft voldaan aan zijn huidige provider Telfort.
De factuur van 13 juni 2005 voor een bedrag van €40,00 komt niet voor betaling in aanmerking. Gebleken is immers dat bij de overgang naar Telfort fouten zijn gemaakt. Het is dan in strijd met de redelijkheid en billijkheid om dit bedrag over de periode van 3 juni 2005 tot en met 2 augustus 2005 aan [gedaagde] in rekening te brengen nu gesteld nog gebleken is dat hij in die periode zijn mobiele telefoon heeft gebruikt.
Orange Nederland heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd.
Niet is gesteld of gebleken dat de door Orange Nederland verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar omdat [gedaagde] wegens niet-betaling van de factuurbedragen in verzuim is geraakt.
Omdat de partijen over en weer in het ongelijk worden gesteld zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd.
Beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwij-ting aan Orange Nederland te betalen €382,27, te ver-meerderen met de wette-lijke rente berekend vanaf de onderscheiden vervaldatum van de diverse facturen tot aan de dag der alge-hele voldoening.
Bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voor-raad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.