ECLI:NL:RBHAA:2006:AX9260
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Robert
- mrs. Janse van Mantgem
- mr. Van Eijck
- Rechtspraak.nl
Bewijsvoering en veroordeling in zaak van seksueel misbruik van stiefdochter
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 30 mei 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van seksueel misbruik van zijn stiefdochter. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten van seksueel misbruik, waaronder poging tot verkrachting en ontuchtige handelingen met een minderjarige. De rechtbank heeft de geloofwaardigheid van het slachtoffer als uitgangspunt genomen voor de bewijsvoering, waarbij de consistentie en authenticiteit van haar verklaring doorslaggevend waren. De rechtbank heeft ook getuigenverklaringen en chatgesprekken tussen de verdachte en het slachtoffer in overweging genomen. De verdachte werd schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten, en de rechtbank oordeelde dat hij gedurende een periode van ongeveer 2,5 jaar zijn stiefdochter seksueel had misbruikt. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de psychische gevolgen voor het slachtoffer in aanmerking genomen bij het bepalen van de straf. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 261 dagen voorwaardelijk, en een werkstraf van 240 uur. Daarnaast werd een schadevergoeding van € 2041,50 aan het slachtoffer toegewezen, alsook een schadevergoedingsmaatregel. De rechtbank benadrukte de ernstige inbreuk op de integriteit van het slachtoffer en de langdurige gevolgen van seksueel misbruik voor slachtoffers.