ECLI:NL:RBHAA:2006:AY3828
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Roelvink - Verhoeff
- V.M. Maat
- Rechtspraak.nl
Onjuistheid aangifte inkomstenbelasting en opgelegde boete
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 10 juli 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, X, en de inspecteur van de Belastingdienst, P. Eiser had in zijn aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2002 geen inkomsten vermeld, terwijl hij in dat jaar als zelfstandig afwasser had gewerkt en een bedrag van € 26.332 had gefactureerd aan zijn opdrachtgever, Café-restaurant D B.V. (D). De inspecteur legde een aanslag op, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 26.855, en voegde hieraan een boete van 50% toe, omdat eiser niet de vereiste aangifte had gedaan.
De rechtbank oordeelde dat eiser niet had aangetoond dat de uitspraak op het bezwaar onjuist was. De rechtbank stelde vast dat eiser in 2002 als afwasser bij D had gewerkt en dat er geen loonheffing was ingehouden, omdat hij geen verblijfsvergunning had. Eiser had wel omzetbelasting in rekening gebracht en voldaan, maar had zijn inkomsten uit deze werkzaamheden niet in zijn aangifte vermeld. De rechtbank concludeerde dat eiser welbewust de kans had aanvaard dat hij onjuiste aangifte deed, wat leidde tot de conclusie dat de opgelegde boete passend en geboden was.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, omdat niet was gebleken dat de aanslag onjuist was. Eiser had geen bewijs geleverd dat zijn aangifte correct was, en de rechtbank vond de boete van 50% gerechtvaardigd gezien de omstandigheden van de zaak. Eiser had de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Amsterdam of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden, mits de wederpartij daarmee instemde.