ECLI:NL:RBHAA:2006:AY5331
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.E. Patijn
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van salaris door arbeidsongeschikte werknemer
In deze zaak vorderde de werknemer, die van 21 maart 2005 tot 2 augustus 2005 arbeidsongeschikt was, betaling van zijn salaris van € 2480,00 bruto per maand. De werkgever, VITERZO B.V., had de loonbetaling stopgezet, omdat zij meende dat de werknemer gedeeltelijk arbeidsgeschikt was en in staat was om passende werkzaamheden te verrichten. De werknemer was van mening dat hij volledig arbeidsongeschikt was en had recht op zijn salaris.
De kantonrechter oordeelde dat de werknemer een deugdelijke grond had om de aangeboden passende arbeid niet te verrichten. Dit oordeel was gebaseerd op de inconsistentie tussen de second opinions van het UWV en andere medische stukken, alsook het feit dat de werkgever de werknemer zelf naar huis had gestuurd omdat hij niet in staat was zijn werkzaamheden te verrichten. De kantonrechter wees de vordering van de werknemer toe, inclusief de betaling van het achterstallige salaris en de vakantierechten.
Daarnaast werden de buitengerechtelijke kosten toegewezen, maar de wettelijke verhoging werd afgewezen, omdat de werkgever niet zonder meer kon worden toegerekend dat het salaris te laat was betaald. De kantonrechter concludeerde dat de werkgever redelijkerwijs had mogen vertrouwen op de rapporten van het UWV en de bedrijfsarts. De kosten van het geding werden aan de werkgever opgelegd, aangezien deze in het ongelijk was gesteld.
Het vonnis werd uitgesproken op 12 januari 2006 door kantonrechter A.E. Patijn in aanwezigheid van de griffier. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.