ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6114
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening
- G. Guinau
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening bouwvergunning tuinhuisje te Haarlem
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 17 juli 2006 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster had op 19 juni 2006 verzocht om de werking van de afwijzing van haar aanvraag voor een bouwvergunning voor een tuinhuisje op te schorten. De rechtbank oordeelde dat het verzoek niet het gewenste resultaat zou opleveren, namelijk het alsnog verlenen van de bouwvergunning voor het reeds gebouwde tuinhuisje. De voorzieningenrechter stelde vast dat er geen spoedeisend belang was, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek.
De rechtbank merkte op dat het pas zinvol is om een voorlopige voorziening te vragen als de verweerder besluit handhavend op te treden. In dit geval ging de voorzieningenrechter ervan uit dat de verweerder niet handhavend zou optreden voordat er een beslissing was genomen op het bezwaar tegen de weigering van de bouwvergunning. De voorzieningenrechter concludeerde dat het houden van een zitting voor de uitspraak geen toegevoegde waarde zou hebben en dat het verzoek op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) werd afgewezen.
Ten aanzien van het griffierecht werd opgemerkt dat er geen redenen waren om de verweerder te verplichten het griffierecht aan verzoekster te vergoeden, en dat restitutie van het griffierecht niet aan de orde was. De uitspraak werd gedaan door mr. G. Guinau, in aanwezigheid van mr. J. Poggemeier, griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.