ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6193

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
22 juni 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06-4375
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • G. Guinau
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bestuursdwang voor schilderwerk aan panden

Op 22 juni 2006 heeft de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, wonende te [woonplaats], had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, dat hem op straffe van bestuursdwang had gelast om de panden aan de [vier adressen] te voorzien van deugdelijk schilderwerk. Dit besluit was genomen naar aanleiding van een klacht van een huurder over de erbarmelijke staat van het schilderwerk, waarbij opviel dat op veel plekken in de ramen stopverf ontbrak en de kwaliteit van de aanwezige stopverf zeer slecht was. Bij regen zou bovendien vocht naar binnen slaan.

Tijdens de zitting op 22 juni 2006 is de verzoeker niet verschenen, terwijl de gemeente Haarlem werd vertegenwoordigd door mr. M.S.M. Vringer en A. Staats. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de staat van het schilderwerk in strijd is met artikel 2.5, eerste lid, van het Bouwbesluit, dat voorschrijft dat een bestaand bouwwerk voldoende bestand moet zijn tegen de daarop werkende krachten. De rechter heeft op basis van de overgelegde foto's en de toelichting van de gemachtigden van de gemeente geconcludeerd dat er voldoende bewijs is voor de overtreding van het Bouwbesluit.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen reden is voor een voorlopig oordeel dat de bestuursdwang ten onrechte is toegepast. Het verzoek om voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. Dit proces-verbaal is opgemaakt door de griffier en de voorzieningenrechter, en een afschrift is verzonden.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 06/4375
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 juni 2006
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
tegen:
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,
verweerder.
Tegenwoordig: mr. G. Guinau, voorzieningenrechter, en mr. J. Poggemeier, griffier.
Zitting: 22 juni 2006
Verschenen: Verzoeker is niet ter zitting verschenen. Verweerder heeft zich ter zitting laten vertegenwoordigen door mr. M.S.M. Vringer en A. Staats, beiden werkzaam bij de gemeente Haarlem.
Het geschil betreft een verzoek om een voorlopige voorziening hangende het bezwaar gericht tegen het besluit van verweerder van 11 mei 2006, waarbij verzoeker op straffe van bestuurs-dwang is gelast om de panden aan de [vier adressen] te voorzien van deugdelijk schilderwerk, zoals nader gespecificeerd in de vier dwang-somaanschrijvingen van 6 december 2005.
Bij mondelinge uitspraak van 22 juni 2006 heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft daartoe - zakelijk weergegeven - het volgende overwogen.
In artikel 14, eerste lid, Woningwet (Ww) is - voor zover relevant - bepaald, dat indien een woning wegens strijd met de in artikel 2, tweede lid, bedoelde voorschriften voorzieningen behoeft, burgemeester en wethouders degene, die als eigenaar of uit anderen hoofde tot het treffen van die voorzieningen bevoegd is, aanschrijven binnen een door hen te bepalen termijn de door hen aan te geven voorzieningen te treffen.
In artikel 2, tweede lid, Ww is bepaald dat bij of krachtens de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur uit het oogpunt van veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid voorschriften worden gegeven omtrent de staat van bestaande woningen.
Deze voorschriften omtrent de staat van bestaande woningen zijn neergelegd in het Bouwbesluit 2003 (hierna: het Bouwbesluit). Artikel 2.5, eerste lid, Bouwbesluit bepaalt dat een bestaand bouwwerk een bouwconstructie heeft, dat voldoende bestand is tegen de daarop werkende krachten.
Uit de ter zitting overgelegde op 22 juni 2006 genomen foto's en de daarop gegeven toelichting door verweerders gemachtigden, blijkt dat het schilderwerk van voornoemde panden zich in een erbarmelijke staat bevindt, dat op veel plekken in de ramen stopverf ontbreekt waardoor het glas niet meer voldoende vastzit en dat de kwaliteit van de wel aanwezige stopverf zeer te wensen overlaat. Voorts is aangegeven, dat bij regen vocht naar binnen slaat, hetgeen wordt bevestigd door de door één van de huurders bij de gemeente Haarlem gedeponeerde klacht, naar aanleiding waarvan dit handhavingstraject is opgestart.
Gegeven het vorengaande is genoegzaam aannemelijk geworden dat artikel 2.5, eerste lid, Bouwbesluit is overtreden en is er geen reden voor het voorlopig oordeel dat verweerder ten onrechte heeft besloten bestuursdwang toe te passen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek derhalve af.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal,
(griffier) (voorzieningenrechter)
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.