ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6685
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Terwiel-Kuneman
- mrs. Van Dam
- mr. Heidinga
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van invoer van cocaïne met nauwe en bewuste samenwerking
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 16 augustus 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van de invoer van cocaïne. De verdachte werd ervan beschuldigd op 22 april 2006 op Schiphol, samen met anderen, opzettelijk een hoeveelheid cocaïne binnen het grondgebied van Nederland te hebben gebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De officier van justitie had gerekwireerd tot bewezenverklaring van het feit en een gevangenisstraf van 14 maanden.
De rechtbank heeft het verweer van de raadsman van de verdachte verworpen, die vrijspraak had bepleit en subsidiair had verzocht om veroordeling enkel voor de hoeveelheid cocaïne die door een medeverdachte was ingevoerd. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten. Dit bleek uit de verklaringen van de medeverdachten en het feit dat de verdachte op Schiphol de medeverdachte ophaalde die met verdovende middelen uit Ghana arriveerde.
De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte het feit had begaan in vereniging met de medeverdachten. De totale hoeveelheid cocaïne die was aangetroffen bij de medeverdachten werd aan de verdachte toegerekend. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van 14 maanden op, waarbij de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht in mindering werd gebracht. Tevens werd besloten tot verbeurdverklaring van inbeslaggenomen telefoontoestellen die gebruikt waren bij het delict.