ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6693
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Terwiel-Kuneman
- mrs. Van Dam
- mr. Heidinga
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van invoer van cocaïne met nauwe en bewuste samenwerking
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 16 augustus 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van de invoer van cocaïne. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2]. Op de avond van 21 april 2006 en in de vroege ochtend van 22 april 2006 hebben de verdachte en [medeverdachte 2] veelvuldig telefonisch contact gehad. De verdachte had verklaard dat hij [medeverdachte 3] van Schiphol zou ophalen, terwijl [medeverdachte 2] ook iemand moest ophalen, namelijk [medeverdachte 1]. Ondanks de ontkenning van de verdachte dat hij op de hoogte was van de drugshandel, oordeelde de rechtbank dat de verklaringen van de verdachte en [medeverdachte 2] leugenachtig waren. De rechtbank concludeerde dat de verdachte verantwoordelijk was voor de totale hoeveelheid cocaïne die bij de medeverdachten was aangetroffen.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van inbeslaggenomen voorwerpen gelast, waaronder telefoons en kwitanties, die gebruikt zijn bij de drugshandel. De rechtbank heeft de rol van de verdachte in de organisatie als geringer ingeschat dan de officier van justitie had gevorderd, wat leidde tot een lagere straf dan geëist. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.