ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6694
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Dam
- A. Terwiel-Kuneman
- J. Heidinga
- Rechtspraak.nl
Invoer van cocaïne vanuit de Dominicaanse Republiek met voorwaardelijk opzet
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 16 augustus 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van de invoer van cocaïne. De verdachte, die vanuit de Dominicaanse Republiek naar Nederland reisde, had verklaard dat zij op weg was naar Frankrijk en dat zij enkele levensmiddelen voor familieleden van medepassagiers naar Schiphol moest meenemen. Tijdens de reis naar het vliegveld heeft een van de medepassagiers met toestemming van de verdachte boodschappen in haar koffer gedaan, waarvan de verdachte de inhoud niet heeft gecontroleerd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, als ervaren reiziger, een onaanvaardbaar risico had genomen door de inhoud van haar bagage niet te controleren, vooral gezien het feit dat het algemeen bekend is dat vanuit de Dominicaanse Republiek vaak verdovende middelen worden gesmokkeld. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich willens en wetens had blootgesteld aan de kans dat haar bagage cocaïne bevatte, en dat zij derhalve voorwaardelijk opzet had op de invoer van deze stof in Nederland.
De verdediging voerde aan dat er geen sprake was van opzet, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals haar nieuwe baan en de komst van haar dochter. De rechtbank verwierp dit verweer, omdat er geen bewijsstukken waren overgelegd ter ondersteuning van deze omstandigheden. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte opzettelijk handelde in strijd met de Opiumwet, en legde een gevangenisstraf van 18 maanden op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Tevens werden de inbeslaggenomen voorwerpen, waaronder een vliegticket en instapkaart, verbeurd verklaard. De rechtbank baseerde haar beslissing op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan, en benadrukte de schadelijkheid van de ingevoerde hoeveelheid cocaïne, die bestemd was voor verdere verspreiding.