ECLI:NL:RBHAA:2006:AY8316
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Janse van Mantgem
- Robert
- Burg
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet met betrekking tot cocaïne en heroïne
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 1 september 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met zijn zwager en buurman gedurende enkele maanden betrokken was bij de handel in cocaïne en in mindere mate heroïne. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk verkopen, afleveren en vervoeren van deze verdovende middelen, wat in strijd is met de Opiumwet. De verdachte heeft hierbij misbruik gemaakt van zijn verslaafde buurman, die hem hielp bij het aanleveren van klanten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de gevolgen voor de gezondheid van gebruikers meegewogen in haar oordeel.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van achttien maanden geëist, waarvan zes maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft echter een gevangenisstraf van vijftien maanden opgelegd, met een voorwaardelijk deel van vijf maanden. Dit besluit is genomen op basis van de aard van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de rol die hij speelde in vergelijking met zijn medeverdachten. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het voorlichtingsrapport van de Reclassering Nederland, dat op 27 juli 2006 is uitgebracht. De verdachte is schuldig bevonden aan het medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, en de rechtbank heeft geoordeeld dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De uitspraak benadrukt de ernst van de handel in verdovende middelen en de impact daarvan op de samenleving. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf, maar heeft ook een voorwaardelijk deel opgelegd om te voorkomen dat hij in de toekomst opnieuw strafbare feiten pleegt. De tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, wordt in mindering gebracht op de opgelegde straf.