ECLI:NL:RBHAA:2006:AY8321

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
22 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/630374-06
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Toeter
  • mr. Scholte
  • mr. Burg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot afpersing en bedreiging met geweld door meerdere personen

In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 22 augustus 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot afpersing en bedreiging met geweld. De verdachte heeft samen met een mededader gedurende een aantal dagen ernstige bedreigingen geuit aan [slachtoffer 1] om hem te dwingen een aanzienlijk geldbedrag te betalen. De bedreigingen werden zowel telefonisch als persoonlijk geuit, waarbij de verdachte onder andere met de dood dreigde als het slachtoffer niet zou betalen. Op een gegeven moment heeft de verdachte het slachtoffer zelfs voor zijn woning opgewacht, waar hij onder bedreiging met een mes eiste dat het slachtoffer zou betalen. Tijdens deze confrontatie heeft de verdachte ook een kopstoot uitgedeeld aan het slachtoffer en een omstander met een mes verwond.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich ongevraagd in een conflict mengde, waarin hij geen betrokkenheid had, en dat hij de leiding naar zich toe trok. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij brutaal en agressief heeft gehandeld, vooral gezien zijn eerdere contacten met de politie en justitie in verband met geweldsdelicten. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de poging tot afpersing en bedreiging met zware mishandeling, maar sprak hem vrij van een tweede tenlastegelegde feit. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 21 maanden opgelegd, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.

De rechtbank heeft in haar overwegingen ook de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in aanmerking genomen, evenals de persoon van de verdachte. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een stevige straf om herhaling van dergelijk gedrag te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Parketnummer: 15/630374-06
Uitspraakdatum: 22 augustus 2006
Tegenspraak
VERKORT STRAFVONNIS (art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 8 augustus 2006 in de zaak tegen:
een persoon zich noemende [verdachte],
BLIJKENS ZIJN PASPOORT GEHETEN: [verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans gedetineerd in PI Noord Holland Noord - HvB Zwaag te Zwaag.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2006 tot en met 3 april 2006 te Zand-voort, in elk geval in Nederland,
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] (telkens) te dwingen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en) (2000 Euro en/of 2500 euro en/of 3000 Euro), in elk geval van enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, als volgt heeft gehandeld:
hebbende en/of zijnde hij, verdachte en/of (één of meer van) zijn mededader(s) (telkens):
- die [slachtoffer 1] (telefonisch) benaderd en/of die [slachtoffer 1] (daarbij) (dreigend) (in de Poolse en/of Russische taal) de woord(en) toegevoegd: "gooi tweeduizend Euro in mijn brievenbus" en/of "breng mij tweeduizendvijfhonderd Euro" en/of "geef [betrokkene 1] tweeduizend Euro" en/of "het is nu drieduizend Euro" en/of "weet je wel met wie je te doen hebt" en/of "als je niet betaalt dan vermoord ik je vader en moeder in Polen, desnoods je hele familie" en/of "ik maak je kapot" en/of "ik maak je dood" en/of "je weet niet met wie je spreekt" en/of "ik kan een hoop met je doen" en/of "ik kom naar je woning om het geld te halen voor Lescek", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- (vervolgens) (tijdens een ontmoeting op 2 april 2006 in Zandvoort) (op de Zeestraat) die [slachtoffer 1] (dreigend) de woord(en) toegevoegd: "je weet waarom ik hier ben, jij moet [betrokkene 1] betalen en [betrokkene 1] betaalt mij" en/of "ik wil geld hebben" en/of "ik maak jullie af" en/of "ik pak je", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of (daarbij) (dreigend) een (gekarteld) mes, in elk geval een (zilverkleurig en/of scherp) voorwerp in zijn hand en/of in de richting van die [slachtoffer] gehouden en/of een hand in de binnenzak van zijn, verdachtes en/of zijn medeverdachtes, jas gestoken en/of gehouden en/of een snijbeweging langs zijn keel gemaakt en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer 1] een kopstoot (tegen zijn mond) gegeven,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
PRIMAIR:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 mei 2006 tot en met 5 mei 2006 te IJmuiden en/of Zandvoort en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland,
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) weder-rechtelijk te bevoordelen (telkens) door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] (telkens) te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag van 8.000,= euro, in elk geval een of meer geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, als volgt heeft gehandeld,
hebbende en/of zijnde hij, verdachte en/of (één of meer van) zijn mededader(s) (telkens):
- die [slachtoffer 2] (in IJmuiden) benaderd en/of (daarbij) een (vuur)wapen aan die [slachtoffer 2] getoond en/of die [slachtoffer 2] (daarbij)(dreigend) te kennen gegeven dat hij, verdachte, in het vervolg de salarissen van de Poolse werknemers zou incasseren en/of dat hij, verdachte, die [slachtoffer 2] protectie aanbood, en/of dat hij, verdachte, deel uit maakte van de Russische maffia, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of (vervolgens)
- (tijdens een ontmoeting in Zandvoort) uit een auto gestapt en deze [slachtoffer 2] (dreigend) te kennen gegeven dat hij, verdachte, wist waar die [slachtoffer 2] woonde en/of dat die [slachtoffer 2] moest gaan betalen en/of dat hij, verdachte, bij de Russische maffia zou zitten en/of dat er in voornoemde auto Tsetsjenen zouden zitten, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of (daarbij) een pistoolgebaar gemaakt met zijn hand(en) en/of
- meermalen telefonisch contact opgenomen met die [slachtoffer 2], waarbij bedreigingen zijn geuit en/of afspraken zijn gemaakt om in Amsterdam het geld te betalen en/of is aangegeven dat het gaat om een totaal bedrag van 8000,= euro, bestaande uit een schuld aan verdachte ter hoogte van 4000,= en/of een bedrag van 2.500,= euro ten behoeve van twee Poolse werknemers van [slachtoffer 2] en/of een bedrag van 1.500,= euro protectiegeld en/of
- die [slachtoffer 2] te kennen gegeven (zakelijk weergegeven) dat indien hij, [slachtoffer 2], niet zou betalen hij, verdachte, de zaak in handen zou geven aan mensen in Belgie die niet met hem, [slachtoffer 2], zouden praten maar hem, [slachtoffer 2], op een andere manier zouden laten weten dat hij, [slachtoffer 2], diende te betalen,
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
SUBSIDIAIR:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 mei 2006 tot en met 5 mei 2006 te IJmuiden en/of Zandvoort en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een an-der of anderen, althans alleen, (telkens) [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven ge-richt, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk dreigend:
- die [slachtoffer 2] (in IJmuiden) benaderd en (daarbij) een (vuur)wapen aan die [slachtoffer 2] getoond en/of die Vermeer (daarbij)(dreigend) te kennen gegeven dat hij, verdachte, deel zou uitmaken van de Russische maffia, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of (vervolgens)
- (tijdens een ontmoeting in Zandvoort) die [slachtoffer 2] (dreigend) te kennen gegeven dat hij, verdachte, wist waar die [slachtoffer 2] woonde en/of dat die [slachtoffer 2] moest gaan betalen en/of dat hij, verdachte, bij de Russische maffia zat en/of dat er in voornoemde auto Tsetsjenen zaten, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of (daarbij) een pistoolgebaar gemaakt met zijn hand(en) en/of
- die [slachtoffer 2] te kennen gegeven (zakelijk weergegeven) dat indien hij, [slachtoffer 2], niet zou betalen hij, verdachte, de zaak in handen zou geven aan mensen in Belgie die niet met hem, [slachtoffer 2], zouden praten maar hem, [slachtoffer 2], op een andere manier zouden laten weten dat hij, [slachtoffer 2], diende te betalen, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
3.
hij op of omstreeks 02 april 2006 te Zandvoort [slachtof[slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een (groot) mes gepakt en/of opengeklapt en/of (vervolgens) met dat mes vooruitgestoken gelopen richting die [slachtoffer 3] en/of dat mes gericht en/of gericht gehouden op die [slachtoffer 3], waarbij verdachte zo dicht op die [slachtoffer 3] stond dat het mes in de duim, althans de hand van die [slachtoffer 3] prikte en/of (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd : "Als je maar mij blijft kijken heb je straks geen ogen meer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strek-king.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijs
3.1 Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 2 ten laste is gelegd. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat nu de juistheid van de verklaring van de aangever door verdachte wordt betwist en op grond van de verklaring van een getuige onaannemelijk is dat verdachte het ten laste gelegde voorzover het IJmuiden en Zandvoort betreft, heeft begaan, terwijl tenslotte de aangever voor wat betreft het tonen van een vuurwapen in Zandvoort op zijn oorspronkelijke verklaring daaromtrent is terug gekomen, de rechtbank niet de overtuiging heeft bekomen dat hetgeen verdachte volgens de tenlastelegging onder 2 in Amsterdam wordt verweten, door verdachte is begaan.
3.2 Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 3 tenlastegelegde feiten heeft begaan in dier voege dat
1.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 april 2006 tot en met 3 april 2006 te Zandvoort,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en die ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag (2000 euro of 2500 euro of 3000 euro), toebehorende aan [slachtoffer 1],
tezamen en in vereniging met die ander als volgt heeft gehandeld:
hij, verdachte, en/of zijn mededader heeft/hebben
- die [slachtoffer 1] telefonisch benaderd en die [slachtoffer 1] daarbij dreigend in de Poolse en/of Russische taal de woorden toegevoegd: "gooi tweeduizend Euro in mijn brievenbus" en "breng mij tweeduizendvijfhonderd Euro" en "geef [betrokkene 1] tweeduizend Euro" en "het is nu drieduizend Euro" en "weet je wel met wie je te doen hebt" en "als je niet betaalt dan vermoord ik je vader en moeder in Polen, desnoods je hele familie" en "ik maak je kapot" en "ik maak je dood" en "je weet niet met wie je spreekt" en "ik kan een hoop met je doen" en "ik kom naar je woning om het geld te halen voor [betrokkene 1]", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en
- tijdens een ontmoeting op 2 april 2006 in Zandvoort, op de Zeestraat, die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd: "je weet waarom ik hier ben, jij moet [betrokkene 1] betalen en [betrokkene 1] betaalt mij" en "ik wil geld hebben" en "ik maak jullie af" en "ik pak je", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en daarbij dreigend een gekarteld mes in zijn hand en in de richting van die [slachtoffer 1] gehouden en
- een hand in de binnenzak van zijn, verdachtes jas gestoken en gehouden en een snijbeweging langs zijn keel gemaakt en
- die [slachtoffer 1] een kopstoot tegen zijn mond gegeven,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 2 april 2006 te Zandvoort [slachtoffer 3] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een groot mes gepakt en opengeklapt en is vervolgens met dat mes vooruitgestoken gelopen richting die [slachtoffer 3] en heeft dat mes gericht en gericht gehouden op die [slachtoffer 3], waarbij verdachte zo dicht op die [slachtoffer 3] stond dat het mes in de duim van die [slachtoffer 3] prikte, en heeft deze daarbij dreigend de woorden toegevoegd : "Als je maar mij blijft kijken, heb je straks geen ogen meer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Voorzover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder 1 en 3 meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde onder 1 levert op:
Poging tot afpersing gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het bewezenverklaarde onder 3 levert op:
Bedreiging met zware mishandeling.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. Motivering van sanctie
6.1 Eis van de officier van justitie
Door de officier van justitie is – zakelijk weergegeven – gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten 1, 2 primair, en 3;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest;
- teruggave aan verdachte van hetgeen onder 1 op de beslaglijst staat vermeld.
6.2 Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, alsmede door de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft samen met een ander over een periode van een aantal dagen telefonisch en in persoon ernstige bedreigingen geuit tegen [slachtoffer 1] teneinde die door de aldus gecreëerde dreigende situatie te dwingen aan hem een substantieel geldbedrag af te geven. Nadat verdachte toevallig kennis had gekregen van de onenigheid tussen [slachtoffer 1] en verdachtes mededaders, mengde hij zich ongevraagd in het conflict en nam hij de regie over. Hij zocht telefonisch contact met het slachtoffer en bedreigde hem met de dood, wanneer deze niet zou betalen. Vervolgens wachtte verdachte, samen met - onder meer - zijn mededader, het slachtoffer voor zijn woning op waarbij hij onder dreiging met een mes het slachtoffer andermaal beval te betalen. Ook gaf hij een kopstoot aan het slachtoffer. Vervolgens bedreigde verdachte met een mes één van de omstanders - kennelijk - om zo zijn woorden kracht bij te zetten. Hierbij werd deze met dit mes in zijn duim geraakt.
De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij zich heeft gemengd in een conflict waarmee hij niets te maken had, dat hij de leiding naar zich heeft toegetrokken en dat hij bij de poging om [slachtoffer 1] geld afhandig te maken, brutaal en agressief heeft gehandeld. In de omstandigheid dat verdachte - aan wie het verblijf in Nederland niet is toegestaan - hier te lande meermalen terzake geweldsdelicten met de politie en justitie in aanraking is gekomen ziet de rechtbank aanleiding verdachte de bewezenverklaarde feiten des te zwaarder aan te rekenen.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. Een aanzienlijk gedeelte daarvan behoeft vooralsnog niet ten uitvoer te worden gelegd om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw hier te lande strafbare feiten te begaan, waaronder naast soortgelijke - mede begrepen het in strijd met artikel 197 van het Wetboek van Straf-recht als ongewenst vreemdeling in Nederland verblijven.
7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
14a, 14b, 14c, 45, 57, 285, 312, 317 Wetboek van Strafrecht.
8. Beslissing
De rechtbank:
Spreekt verdachte vrij van het hem onder 2 tenlastegelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 3 tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.2 vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aan-genomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van eenentwintig (21) maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot zeven (7) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van de op twee jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
1 1.00 STK GSM-toestel Kl: blauw
SONY ERICSSON mobiel.
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. Toeter, voorzitter,
mrs. Scholte en Burg, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. Vledder,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 augustus 2006.
Mr. Scholte is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.