ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ1215

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
2 oktober 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
630240-06
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Goossens
  • A. Hoogland
  • J. van Mierlo
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting van jeugddetentie in gevangenisstraf en vervroegde invrijheidsstelling

In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 2 oktober 2006 uitspraak gedaan over een verzoekschrift van een veroordeelde, die de omzetting van het onvoorwaardelijk deel van zijn jeugddetentie in een gevangenisstraf van gelijke duur verzocht. De veroordeelde, die inmiddels de leeftijd van 18 jaar had bereikt, wilde het restant van zijn straf ondergaan in de Penitentiaire Inrichting Lelystad, waar hij momenteel verblijft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de executie van de jeugddetentie elders zou moeten plaatsvinden, aangezien in Lelystad alleen gevangenisstraf wordt uitgevoerd. De officier van justitie heeft ingestemd met het verzoek, mits de expiratiedatum van de gevangenisstraf gelijk blijft aan die van de jeugddetentie.

De rechtbank overweegt dat de omzetting van jeugddetentie in gevangenisstraf passend en geboden is. Echter, de rechtbank heeft ook vastgesteld dat, gezien de toepassing van jeugdstrafrecht en artikel 77a van het Wetboek van Strafrecht, vervroegde invrijheidsstelling niet aan de orde is. Dit artikel verklaart artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht buiten toepassing en stelt dat de bijzondere bepalingen in de artikelen 77d tot en met 77gg van toepassing zijn, waaronder artikel 77k.

De rechtbank heeft besloten om het verzoek om omzetting van jeugddetentie in gevangenisstraf in te willigen, maar benadrukt dat de bepalingen van artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht niet van toepassing zijn. De rechtbank heeft in haar eerdere vonnis van 3 augustus 2006 niet gemotiveerd op basis van de ernst van de feiten, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan. De beschikking is gegeven door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en kinderrechter M. Goossens, en de rechters A. Hoogland en J. van Mierlo, en is openbaar uitgesproken op 2 oktober 2006.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
SECTOR STRAFRECHT
Registratienummer: 06/1086
Parketnummer: 15/630240-06
Uitspraakdatum: 2 oktober 2006
BESCHIKKING (art. 77k Sr.)
1. Ontstaan en loop van de procedure
Op 11 september 2006 is op de griffie van de rechtbank Haarlem ingekomen een door mr. R.J. van Meerten, advocaat te Haarlem, ingediend verzoekschrift, gedateerd 11 september 2006, van
[veroordeelde], veroordeelde,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
domicilie kiezende te ([domicilie].
Verzoeker is door de meervoudige kamer van deze rechtbank bij vonnis van 3 augustus 2006 veroordeeld tot - onder meer - jeugddetentie voor de duur van 21 maanden waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Het verzoekschrift is gericht op de omzetting van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde jeugddetentie in gevangenisstraf van gelijke duur.
Verzoeker wenst het restant van zijn straf te ondergaan in de Penitentiaire Inrichting Lelystad, waar hij thans verblijft, en deel te nemen aan het penitentiair programma in deze inrichting. In deze inrichting wordt alleen gevangenisstraf geëxecuteerd. Executie van de hem opgelegde jeugddetentie zou elders plaats dienen te vinden.
Op 25 september 2006 is dit verzoekschrift op een openbare terechtzitting behandeld.
Veroordeelde is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. Van Meerten, voornoemd.
Tevens was aanwezig de officier van justitie mr. Tillart.
Van het verhandelde ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal gemaakt. De inhoud daarvan wordt als hier ingelast beschouwd.
2. Beoordeling
De rechtbank stelt vast dat de veroordeelde reeds de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt. Veroordeelde heeft de rechtbank door middel van het voornoemde verzoekschrift verzocht de aan hem opgelegde jeugddetentie om te zetten in gevangenisstraf, zonder dat daarbij een omrekeningsfactor zou worden toegepast.
Ter zitting heeft verzoeker aangegeven dat hij, indien mogelijk, in aanmerking wenst te komen, voor vervroegde invrijheidsstelling als bedoeld in artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat hij instemt met het verzoek, mits de expiratiedatum van de op te leggen gevangenisstraf gelijk blijft aan de expiratiedatum van de opgelegde jeugddetentie.
De rechtbank overweegt op grond van het verhandelde ter zitting dat omzetting van jeugddetentie in een gevangenisstraf passend en geboden is. In deze zin zal hieronder worden beslist.
Gelet op het feit dat de rechtbank bij de beoordeling van de strafzaak van verzoeker jeugdstrafrecht heeft toegepast en derhalve met inachtneming van artikel 77a van het Wetboek van Strafrecht heeft beslist, is de rechtbank van oordeel dat vervroegde invrijheidsstelling als bedoeld in artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht niet aan de orde is. Immers artikel 77a van het Wetboek van Strafrecht verklaart – onder meer – artikel 15 van het Wetboek van Strafrecht buiten toepassing en bepaalt dat in plaats hiervan de bijzondere bepalingen vervat in de artikelen 77d tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht van toepassing zijn, waaronder dus ook artikel 77k.
Inwilliging van het verzoek om jeugddetentie om te zetten in gevangenisstraf op grond van artikel 77k van het Wetboek van Strafrecht brengt naar het oordeel van de rechtbank niet met zich mee dat thans de bepalingen van artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht van toepassing zijn. Hiertoe zou de rechtbank in haar vonnis van 3 augustus 2006 gemotiveerd hebben moeten beslissen op grond van de ernst van de begane feiten, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan.
3. Beslissing
Zet de opgelegde jeugddetentie voor de deur van 21 maanden waarvan 7 maanden voorwaardelijk om in gevangenisstraf voor de duur van 21 maanden waarvan 7 maanden voorwaardelijk, met dien verstande dat de vervroegde invrijheidsstelling niet wordt toegepast zodat de expiratiedatum dezelfde is als de datum waarop de opgelegde jeugddetentie zou expireren.
4. Samenstelling meervoudige kamer en uitspraakdatum
Deze beschikking is gegeven door
mr. Goossens, voorzitter tevens kinderrechter,
mrs. Hoogland en Van Mierlo, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Van der Ploeg, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2006.