ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ1223
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Van Mierlo
- mrs. Toeter
- mrs. Mateman
- Rechtspraak.nl
Uitvoer van XTC-pillen en de gevolgen voor de verdachte
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 5 oktober 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan de uitvoer van ongeveer twee kilo XTC-pillen, die de schadelijke stof MDMA bevatten. De verdachte heeft op 26 juli 2006 te Schiphol opzettelijk deze hoeveelheid MDMA buiten het grondgebied van Nederland gebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte was eerder veroordeeld voor de smokkel van harddrugs, wat de rechtbank in haar overwegingen heeft meegenomen. De rechtbank achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit had begaan en oordeelde dat het handelen van de verdachte in strijd was met de Opiumwet.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van 15 maanden geëist, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De rechtbank heeft deze eis overgenomen en heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat de inbeslaggenomen voorwerpen, waaronder een vliegticket en reisschema's, verbeurd verklaard moesten worden, omdat deze zijn gebruikt bij de uitvoering van het strafbare feit. De rechtbank heeft ook de teruggave van andere in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte gelast.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit mr. Van Mierlo als voorzitter en mrs. Toeter en Mateman als rechters, in aanwezigheid van griffier mr. Van der Ploeg. De rechtbank heeft in haar beslissing rekening gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, evenals met de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten.